Hoofdstuk 18

30 5 6
                                    

Trigger Warning: Bloed, wondes en marteling

POV Jeneverkit

Het poesje lag neer in een stoffig, vervallen tweebeenhuis. Mamaaaaa! Probeerde ze te schreeuwen. Echter als Jeneverkit een piep gaf kwam er een gigantische, grijze kat tevoorschijn. Zijn naam was Steen. "Waarom ben ik hier nog steeds? Ik wil-" Het poesje krijste toen de kater een klap tegen haar kopje gaf, ze vloog zowat door de lucht en landde met een bons op de stenen vloer.

"Orders van de baas." Miauwde Steen. Jeneverkit krabbelde overeind, het stroompje bloed dat over haar kin liep negeerde ze totaal. Ze was, in de tijd die ze hier had doorgebracht, al een heel stuk gegroeid. De jonge poes was ongeveer de leeftijd van een leerling. "En waar is Ijskit?!" Schreeuwde ze. Steen zweeg.

"WAAR IS IJSKIT?!" Schreeuwde ze opnieuw. Geen antwoord. Ze zuchtte, dit had geen zin. Nu Jeneverkit erover nadacht had ze haar al een tijdje niet gezien...niet sinds hij haar had meegenomen.

Wat als hij haar had ver- verkra..nee, ze kon het woord niet uitspreken, het was te erg.

effe Side note: Ik dacht eraan om dit te doen maar ga het uiteindelijk niet doen want dit is voor sommige lezers misschien gevoelig.

Jeneverkit snikte, zou ze haar clan ooit weerzien, hoe zou het met Appeldauw gaan? En Watersprong? En Zachtpoot? En Braamster?

POV Pluiskit

"Laat me los, slangenhart!!" krijste Ijskit. De witte poes werd tegen de grond gedrukt door de bruine kater die zijn klauwen over haar kaak haalde. Het poesje hapte geschrokken en vol pijn naar adem. "S-stop!" piepte ze. "Nooit." grauwde de kat, hij glimlachte krankzinnig en sloeg met zijn klauwen diep in de pluizige buik van Ijskit. Ze schreeuwde het uit.

IN HET DONDERCLANKAMP

POV Appeldauw

De bomen ruisten en bracht een zachte, echoënde kreet met zich mee. Met een ruk bracht Appeldauw haar kop omhoog. Ijskit?! Met een kreetje van vreugde en verbazing racete ze naar het krijgershol. "Valkveer!" krijste ze, overlopend van vreugde. "HA-" Valkveer sprong op, zijn vacht overeind. "Appeldauw? Wat is er...?!" Hij werd abrupt onderbroken door zijn partner die hem om de hals vloog. "Ijskit! Ik heb haar gehoord! Ze is in het woud, ik zweer het op tienduizend eekhoorns!" Riep ze blij. "Serieus? Dan moeten we haar gaan zoeken!!" Miauwde hij. Zij aan zij renden de partners naar de doorntunnel. Eenmaal in het bos aangekomen waren er geen geuren, sporen of ook maar iets dat te maken had met Ijskit's verdwijning. "Wat...waar is Ijskit?" Miauwde Valkveer verbaasd.

Gaaiveder kwam naast hen staan. "Wat is er aan de hand?" Miauwde hij, naar hen starend alsof hij de partners kon zien. "Appeldauw dacht dat ze Ijskit kon horen..." mompelde Valkveer. Appeldauw keek zijn kant op. "Het was echt! Ik hoorde haar!!" Miauwde ze. Gaaiveder rolde met zijn ogen en duwde Appeldauw terug naar het kamp. "Kom, je hebt hallucinaties. Ik geef je wel een papaverzaadje als we terug in het kamp zijn." Appeldauw liet zich wegduwen, hopeloos. Misschien had ze het toch gedroomd?

De bruine kater ging zitten op een vuilbak, hij grijnsde gemeen. "Steen, ga dat witte misbaksel halen. Ik moet haar nog bewerken hier en daar..." commandeerde hij.

Steen knikte.

"Ja, Tijger."







DUN DUN DUN DUN DUN DUN DUUUUUUUUUUUUUUUUUUUUUUUUN

YEEEEYYYYY 494 woordjuhhsssss

Hoop dat je dit hoofdstuk leuk vindttt!!

Groetjes, Hollyleaf😺🐈‍⬛🍃


Roxy's VerlangenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu