Noralynn probeerde zich te ontspannen, maar het lukte haar niet. Het idee van dat de dokters een onderzoek zouden gaan doen, waarbij zij niet meer verdoofd kon worden joeg haar op stang. Ze probeerde toch haar polsen los te wringen. Maar ze voelde dat er nog iets anders om haar polsen heen zaten. Toen ze ging kijken, zag ze dat haar armen onder het bloed zaten. Ze liet haar hoofd weer achterover vallen in haar kussen. Ze probeerde rustig adem te halen, maar ze raakte steeds meer gespannen. Toen hoorde ze voetstappen op de gang. Ze probeerde nog eventjes alles op alles om los te komen, maar ter vergeefs. Toen kwam Dr. Van der Sloot binnen. ''Noralynn," zei Dr. Van der Sloot, ''wat ben je aan het doen?'' Hij keek haar verbaast aan. Hij kwam dichter naar haar toe gelopen. ''BLIJF UIT MIJN BUURT!" gilde Noralynn. Ze had haar paniek niet meer in de hand. Ze begon uit alle macht te stribbelen, proberend om die gespen los te krijgen. ''Noralynn, doe rustig!'' zei Dr. Cassing die net binnen was komen lopen. Maar Noralynn had geen controle meer, ze was helemaal in paniek. Toen liepen de beide dokters even naar de gang om te overleggen. Opeens voelde Noralynn 1 van de gespen scheuren. Ze trok nog een paar keer aan die gesp en hij was los. De artsen kwam net weer naar binnen gelopen, en Noralynn deed of ze nog steeds zich aan het verzetten was. '' Noralynn, je bent nu nog te paniekerig. Over een uurtje komen we terug om te kijken hoe het met je gaat. Als het moet doen we het onderzoek terwijl je een paniek aanval hebt.'' Zei Dr. Cassing en hij liep daarna weg. Dr. Van der Sloot kwam even op het bed zitten en bekeek Noralynn. Zij keek hem vol paniek aan. ''Het is voor je eigen bestwil meis.'' Zei hij en hij liep daarna ook weg.