Toen Noralynn wakker werd , zag ze John nog steeds naast haar zitten. '' Hoe gaat het nu meis?'' vroeg John. '' Ja gaat prima, wacht even hoor.'' Zei Noralynn. Ze pakte de sonde beet en trok hem eruit. Toen zei ze:'' Dat ding heeft me al lang genoeg geirriteerd.'' John keek geschrokken en zei:'' Die voeding heb je nodig!'' Ze schudde haar hoofd en John keek haar aan. '' Je hebt een bloedneus meis.'' Zei hij geschrokken. Noralynn keek hem geirriteerd aan en zei:'' Komt door de sonde, als die eruit gaat bloed ik.'' Dr. Van der Sloot kwam net binnen gelopen, en zag het verbeten gezicht van Noralynn. Toen zag die de sonde op de grond liggen en zei:'' Waarom heb je, je sonde eruit getrokken meis?'' Noralynn keek hem aan.'' Dat ding zit voor geen meter en word er misselijk van.'' '''Dat hoort , kom hier dan doe ik hem weer in.'' Zei Dr. Van der Sloot. Hij liep op Noralynn af en wou haar hoofd naar achteren doen, maar ze sloeg zijn hand weg.''LAAT DAT.'' Schreeuwde Noralynn. Dr. Van der Sloot liep weg en kwam even later terug met Dr. Cassing. Dr.Cassing keek haar aan en zei:'' Jij bent niet de makkelijkste ,he Noralynn?'' Noralynn keek hem met een vernietigende blik aan. Toen liepen beide artsen naar haar toe, en ze sprong uit bed. ''LAAT ME MET RUST!'' schreeuwde ze. '' John kunt u ons even helpen?'' vroeg Dr. Cassing geiriteerd. John knikte en stond op en zei:'' Meis je hebt die voeding nodig, laat ze hun werk doen.'' Noralynn keek hem verontwaardigt aan. '' Staat u nou opeens aan hun kant!'' zei ze verbaast. John zuchtte en zei:'' Nee ik sta niet aan hun kant, maar ik wil het beste voor jouw.'' Noralynn keek hem aan en begon te huilen. Ze zakte door haar knieen en John gebaarde dat de artsen moesten blijven staan. Hij liep voorzichtig naar haar toe, en tilde haar op. Hij ging op het rand van het bed zitten en zette haar op zijn schoot. Noralynn probeerde zich los te trekken, maar John had haar stevig beet. ''LAAT ME LOS JOHN!'' schreeuwde ze. Maar John bleef haar beethouden en duwde haar tegen zich aan. Noralynn probeerde uit alle macht los te komen. Hoe hard ze het ook probeerde het lukte niet. Toen gaf Noralynn het op en begon nog harder te huilen dan dat ze al deed. John liet haar ietsje losser. Hij legde zijn kin op haar hoofd.'' Meis wat is er nou toch aan de hand?'' vroeg die zachtjes. Ze haalde haar schouders op, ze had nergens geen zin meer in. '' Dat is geen antwoord meis.'' Zei John rustig. ''Ik wil hier weg, ik hoor hier niet thuis. Ik wil geen onderzoeken meer, geen pijn meer.'' Zei ze huilend. ''Wat wil je dan nu het liefste meis?'' vroeg John. Noralynn drukte zich nog dichter tegen John aan. '' Ik wil met u mee, ik wil hier niet meer zijn. U bent de enigste die mij begrijpt.'' Zei ze zachtjes. '''Maar meisie, ik kan niet voor je zorgen. Ik ben daar niet toe bevoegd.'' Zei John terug. Noralynn keek hem aan en zei:'' Jeroen is nu een tijdelijke voogd over mij. We kunnen het aan hem vragen.'' Ze keek John blij aan, maar dat duurde niet lang omdat Dr. Cassing ertussen kwam. '' Je bent nog niet genoeg aangesterkt om hier weg te kunnen.'' Toen werd het zwart van woede voor Noralynns ogen en ze rukte zich los uit de houdgreep van John.'' IK WEET WEL HOE IK ME ZELF VOEL!!!'' schreeuwde ze. Ze vloog Dr.Cassing aan en sloeg hem meerdere malen. John kwam aangerend en nam Noralynn weer in een houdgreep. Ze probeerde van alles, maar John liet haar niet nog een keer ontsnappen. ''Mag ik eventjes?'' vroeg Dr. Van der Sloot. John knikte dat hij niks moest proberen nu, maar Dr. Van der Sloot negeerde hem. Hij pakte een injectie en zette die in de bovenbeen van Noralynn. Noralynn was zo hevig in protest dat ze hem niet aan zag komen. Toen ze de naald in haar bovenbeen voelde, haalde ze in 1 keer uit met haar andere been. Dr. Van der Sloot had net de naald uit haar been, toen hij de trap tegen zijn wang voelde. Hij viel met een klap op de grond, en keek verbaast om hem heen. Noralynn hing als een lappe pop in de armen van John. John legde haar voorzichtig op bed, en dekte haar toe. Ondertussen stond Dr. Van der Sloot met de hulp van Dr. Cassing op. Hij voelde aan zijn wang en veegde zijn mond en neus af. Hij zag dat hij bloed aan zijn handen had, en wasde zijn handen en pakte een doekje voor zijn neus. Ondertussen kwam John boos op hem aflopen en zei:'' Ik liet toch zien dat u niks moest doen!'' en hij zwaaide met zijn arm naar Dr. Van der Sloot. Dr.Cassing zette een naald in zijn schouder en John zakte ook in elkaar. Ze legde hem samen op een andere kamer. Dr.Van der Sloot zei:'' Ik denk dat we nu wel de maagsonde kunnen gaan zetten.'' Dr. Cassing knikte en liep alvast naar de operatie kamer