XXVI. En meer raadsels

204 19 4
                                    

Alexa sloot haar lippen op elkaar, keek Arther aan, en keek weer terug naar het boek. Beiden spraken niet. Arther wreef een hand over zijn gezicht.
Op de twee na laatste pagina, was met amper nog leesbare inkt iets geschreven. De pagina erna was leeg. Het leek een snelle notitie, vlug gekriebeld, en onduidelijk. Alsof de schrijver haast had.

Achter het gat
Zwart als nacht
Huist het w- van Goden
Maar slechts Deze
Door Hen aangewezen
Heeft t-

De rest van de zin was onleesbaar. De inkt was te vervaagd om nog duidelijke woorden te vormen.
Wat moesten ze hiermee?
Ook een woord in de tweede zin was niet langer te lezen. Ze keek de wachter nog eens kort aan, en stond vervolgens peinzend op.
Terwijl Arther nog steeds in stilte naar de tekst staarde, liep Alexa naar haar bureau. Ze pakte een blad, veer, en een potje inkt, waarmee ze de notitie overschreef. Meerdere keren.
"Het is een raadsel," fluisterde Arther, vanaf de andere kant van de kamer. Hij leek het meer tegen zichzelf te hebben dan tegen Alexa. Zij schreef het raadsel nog een keer over.
"Dat snap ik, maar wat wordt ermee bedoeld?" Antwoordde Alexa. Ze legde na de vijfde keer het raadsel te hebben overgeschreven, haar veer neer. Ze had expres tussen elk stuk nieuwe tekst, een paar regels wit gelaten.
Arther reageerde niet op haar vraag.
"Wat kan dit betekenen?" Vroeg Alexa nog eens. Ze dacht niet dat de wachter het zou weten, maar had zelf ook geen idee.
"Ik ben eerlijk als ik zeg, dat ik het niet weet," sprak Arther. Hij keek op van het boek. "Wat schrijf je op?"
"Het raadsel." Alexa stond op, liep met haar schrijfgerei en het papier terug naar de sofa, en gaf het Hoofd het blad.
"En wat was je hiermee van plan?"
"Het raadsel lijkt te rijmen. Als we de juiste woorden vinden-"
"Dan hebben we ontelbare mogelijkheden. We moeten ons afvragen waar het over gaat."
Alexa zuchtte. "Dat is wat ik net al twee keer zei."
"Goed. Dan zoeken we woorden die eindigen op oden."
"Of ezen. Of acht."
"En dit is, waarom ik het tijdsverspilling vind om rijmwoorden te zoeken. Het zijn er te veel."
Alexa had er een hekel aan het toe te geven, maar Arther had daar een punt. Ze konden inderdaad beter uitzoeken waar het raadsel op sloeg. Maar ze zou niet toegeven dat ze naast zat.
Niet zo letterlijk, in ieder geval.
"Als we beginnen met het uitvinden wat dit zwarte gat is?" vroeg ze. De rijmwoorden liet ze niet meer ten sprake komen. "En wat erachter verborgen ligt."
"Het zwarte gat kan alles betekenen," zei Arther, "het voorwerp idem dito."
"Als het een voorwerp is," zuchtte Alexa.
"Wat bedoel je?"
"Het woord kan ook een levend organisme zijn. Een wezen, een mens, een dier, een naam."
"We weten dat het de Goden toebehoort, en met een w begint."
"Want daar hebben wij veel aan," zuchtte Alexa. Ze pakte het boek van Arther af, en begon te bladeren. Ze kon het niet uitstaan dingen niet te begrijpen. Al was dit raadsel niet van waarde voor ook maar iets, er moest een reden zijn dat de schrijver zoveel haast had.
En een reden dat de twee pagina's erna blank waren.
"Wat ben je aan het doen?" vroeg Arther verbaasd.
"Er moeten," zei Alexa terwijl ze pagina na pagina omsloeg, "toch meer raadsels zijn. Wellicht eentje die deze verduidelijkt."
"Wat doet je dat denken?"
"Het hele boek lijkt een notitieboek te zijn, een journaal. Degene die dit heeft geschreven wist meer dan anderen. En er moet een rede zijn dat dit boek nog daar in de kast staat. De schrijver ervan wist veel."
Wellicht te veel.
Zou het misschien zo kunnen zijn dat er vroeger iemand in het Paleis dit journaal bijhield?
Dat hij of zij net als Alexa zich bij het Hof voegde?
En dat het raadsel het laatste was wat opgeschreven was door de schrijver, voordat hij of zij werd ontdekt, en naar de galgen werd gesleept?
"Maar dat is onlogisch," fluisterde Alexa in zichzelf.
"Wat?" Arther keek haar vragend aan. Alexa schudde haar hoofd.
"Nee, niets."
Maar waarom zou iemand een journaal over Magie en de Fee schrijven, in het minst veilige bouwsel in heel Keladrys?
Het klopte niet. Er moest een reden zijn dat het in zwart leer gebonden boek hier lag.
Als niet...
Alexa stopte abrupt met het doorbladeren.
Nog een raadsel, zo klein geschreven dat je er zo overheen zou hebben gelezen.
~
Het keek door de kier van de deur.
Het vloekte kleurrijk. Het boek was weg.
Wie komt er dan ook zo diep in de bibliotheek?
Het had hem nog gewaarschuwd.
Het had de Koning nog gezegd het journaal ergens anders te bewaren.
Het zou nu bestraft worden, door een fout van de Koning.
Stomme meid.
Ze wist niet wat ze deed. Waar ze aan begon. Ze was dom.
Net als de rest.
Net als de Koning.
Ze wisten geen van allen wat ze deden.
Onwetend kind.
Zo naïef.
Ze zou het niet aan zien komen.
Zo dom.
Het irriteerde het.
Het ergerde zich aan mensen.
Allemaal even dom.
Het duwde de krakende deur verder open, en sloop eruit.
Het schoof het wandtapijt weer terug voor de inktzwarte deur.
Het keek nog eens de hoek om van de kast, enkel om te zien dat er, zoals gebruikelijk, geen levend wezen te zien was in de enorme ruimte.
Soepel en vlug bewoog het zich de bibliotheek uit, richting het vertrek van de Koning.
Het meisje was zo verschrikkelijk dom.
Zo, zo dom.

Ogen als smaragdWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu