IXL.

162 11 14
                                    

Na haar bebloedde kleding te hebben afgestroopt en een bad te hebben genomen, zat Alexa aan haar bureau. Een kaars naast haar hand was de enige lichtbron in de kamer die haar papier verlichte.
"Je zit er al tien minuten, Alexa." Mikhail stond op van de sofa. "Heb je tenminste al één woord opgeschreven?" Hij kwam naast haar staan en keek over haar schouder mee naar het woordloos papier.
"Probeer jij het maar," antwoordde Alexa. Ze kon het bloed nog over haar handen voelen druipen. "Ik ben nooit goed geweest met woorden."
Mikhail grinnikte. Door vermoeidheid was zijn stem als scherven glas.
Ze hield van die schorre stem. "Alexa, wie mij en vele anderen bij de Qynn meerdere malen voor schut heeft gezet door haar gevatte antwoorden, probeert nu te beweren dat zij niet goed is met woorden?"
"Niet goed met woorden op papier zetten." Alexa zuchtte. "Wil jij het doen?"
"Jij stemde in met het plan; dus jij mag de brief schrijven."
"Je wilt mij niet op mijn zenuwen werken als ik een scherp voorwerp binnen handbereik heb."
Mikhail lachte. "Is dit een dreigement, vrouwe Gwendolyn?"
"Oh, reken maar." Alexa vouwde haar armen over elkaar en duwde zich met haar voet demonstratief van het bureau af. "Ik ben bloedserieus."
Mikhail schudde zijn hoofd, en grijnsde. Door gebrek aan scheergerei begon een lichte stoppelbaard op zijn kaaklijn te verschijnen. "Schrijven."
"Nee." Zij zou het langer volhouden. Vaak genoeg hadden ze een discussie gevoerd, en, na ze allemaal gewonnen te hebben, leek het haast onmogelijk er nog een te verliezen.
"Jij bent onmogelijk."
"Ik ben zeer redelijk; ik doe het smerige werk, en jij mag de boekhouding regelen." Aan Mikhail's gezichtsuitdrukking was te zien dat hij niet geamuseerd was, maar Alexa lachte. Ze wist hoezeer hij een hekel had aan het feit dat zij zoveel risico's nam— en een nog grotere haat koesterde hij voor lezen en schrijven. Ze waren werkelijk elkaars tegenpolen.
"Ik schrijf geen brieven."
"Goed. We kunnen hier langer over twisten en onszelf vermoeien met een lange discussie waarvan we beiden al weten wie het woord zal winnen, ik, om je te herinneren, of we kunnen ons neervlijen op bed en slapen en dit morgen allemaal uitzoeken, want ik ben doodop."
Hij antwoordde, "Dat, mijn Alexa, is een verzoek waar ik graag op in ga." Hij maakte er geen ander woord meer aan vuil voordat hij vermoeid de slaapkamer inslenterde. Alexa volgde snel. Ze had nog uren door kunnen gaan, had makkelijk Mikhail ervan kunnen overtuigen het te doen maar... Ze was bang. Bang dat wanneer ze de aanval in zouden zetten, er iets fout zou gaan. De rebellen zouden alles tot in de kleinste details uitplannen, alle mogelijke fouten eruit filteren en zorgen dat er een plan B was— zij en Mikhail idem.
Maar menselijk falen kon niet voorzien worden; al helemaal niet het hare. Haar Magie was voor haar doen veel te onvoorspelbaar. En zij te ongeoefend.
"Is alles in orde?" Mikhail liet zichzelf in bed zakken.
Alexa knikte. Ze stapte, na zich te hadden omgekleed, onder de lakens. Mikhail probeerde haar naar zich toe te trekken, maar ze bevrijdde zich uit zijn greep. Het was teken genoeg voor hem te begrijpen dat ze met rust gelaten wilde worden.
Ze had net zo goed de brief deze avond kunnen schrijven. Des te eerder ze klaar waren in dit verdoemde paleis, des te beter.
Mikhail kon van niets weten— niet tot ze er zelf meer over wist.
Alexa draaide zich op haar zij en sloot haar ogen.

~

Willow beval haar wachters niemand binnen te laten.
Als Alexa de waarheid sprak, en rebellen het Paleis inderdaad binnen zouden dringen, was ze hier niet veilig. Ze was opgedragen te vluchten. En de Prinses was niet van plan dit verzoek te negeren.
Ze verzamelde kleding- zoveel gewone kleding als ze kon vinden in haar kastruimte -en legde ze in een koffer. Ze zou wel iemand vinden die haar met bagage en al het Paleis uit zou willen helpen.
Maar terwijl ze bezig was, en buiten haar deur hevig geargumenteerd werd door haar persoonlijke naaister dat ze wel binnen moest komen om haar nieuwe jurk op te meten, stopte ze. En haalde ze de kleren stuk voor stuk uit de koffer.
Het Wezen in de bibliotheek had haar gechanteerd met informatie waarover het niet mogelijk had kunnen beschikken. Het had hier niet mogen zijn. En toch had zij het gegeven wat het wilde; ze had hem alles verteld wat ze wist over het meisje- om haar te beschermen.
Maar werkelijk, hoe meer ze erover nadacht, hoe dommer het haar in de oren klonk. Wat wilde het mogelijk met deze informatie doen, anders dan het tegen haar te gebruiken?
Het was wellicht nog dommer in het Paleis te blijven, maar ze liet Alexa dat... ding, niet in haar eentje afhandelen. Niet zolang ze nog niets over haar afkomst wist. Of haar krachten nog niet kon bedwingen.
Dat zou verschrikkelijk af kunnen lopen.
Ze schoof de leren koffer terug voor haar bed. De oorlogen die haar vader had veroorzaakt- de massa's doden die daarbij waren gevallen -waren geen geheim. De aanhangers van haar vader waren er zelfs trots op.
Willow niet.
Zoveel burgers waren hier niet trots op, en hadden alles wat ze bezaten verloren in deze gevechten; zonen, dochters, vaders, moeders, akkers, huizen. Niemand had er ooit wat over durven te zeggen. In Keladrys was er nooit sprake geweest van een groep rebellen- voor zover ze er in het Paleis van wisten.
En nu riskeerde Alexa alles wat ze had, het leven dat ze leidde, voor deze mensen. Ze riskeerde executie voor haar mensen, en bleef doorzetten zelfs toen haar achtergrond naar boven kwam.
En Willow zou niet vluchten; Als het betekende mensen- en andere wezens te helpen, zou ze zich tegen de Koning keren.
Al kon het hem toch al niet bijster veel schelen wat zij deed.
Ze trok een lade open en haalde er tussen een zee van papieren een zilveren briefopener uit, die ze voorzichtig in haar korset verborg.
De Kroonprinses rende haar vertrekken uit, langs de gewapende wachters die naast haar deur geplaatst stonden. Het kon haar niet schelen of ze hier levend uitkwam of niet; het was lang geleden dat iemand voor de minderen was opgestaan.
De jonge prins, als voorbeeld.
Dus doorkruiste Willow de grote, galmende hallen, terug naar de bibliotheek. Ze had weinig tijd voordat haar wachters haar zouden vinden— maar hopelijk was het voldoende tijd. De punt van de briefopener prikte in haar huid elke keer dat ze haar longen vulde.
Willow baande zich een bekende weg langs de boekenkasten richting de achterste wand van de bibliotheek. Ze was dom geweest haar mond te openen tegenover de Ségoun. Iemand kwam hier niet levend uit; maar ze liet het niet de enige zijn die daadwerkelijk onschuldige levens probeerde te redden.
Het kon haar bar weinig schelen als het haar leven was, dat van de aardbol verdween.
Al had ze liever dat het wezen dat recht uit de duisternis van aarde leek te komen het loodje legde.
Ze schoof het geborduurde wandtapijt aan de kant— en zag tot verbazing dat de deur al op een kier stond. Ze had hem nog niet eerder opengekregen. Echter aarzelde ze niet toen ze het dunne mes uit haar jurk trok, en de donkere, kille hal in stapte. Grijs gesteente was het enige wat te zien was, zowel muren als vloer als plafond leken er uit te bestaan. De hal zelf was gevormd als een balzaal— een vrij trieste balzaal, met afwezigheid van enige kleur, of muziek, decoraties, mensen. Twee gangen splitsten zich op. Beiden schenen identiek: hetzelfde steen, dezelfde vorm.
Ze nam de linkergang. Haar voetstappen weergalmden terwijl ze langs de smeulende fakkels stapte. Pas uitgebrand, of iemand had het vuur bewust gesmoord.
Bij gebrek aan licht was de trap aan het einde van de gang donker, en ze moest elke trede aanvoelen voordat ze er haar voet op zette. Na minuten van afdalen begon er van beneden een zwak groen licht te branden.
De Prinses stopte en verstevigde haar grip op het geïmproviseerde wapen in haar hand toen van onder aan de trap een geluid weergalmde. Ze hield haar adem in en liep door. Haar knokkels vertrokken van kleur om de briefopener terwijl de groene gloed die verscheen en verdween sterker werd. De kille, droge lucht in de schacht werd vervangen door een aangename hitte.
Wat ze zou aantreffen wist ze niet— het Wezen, wellicht iets anders. Ze was zich ervan bewust dat dit met aller waarschijnlijkheid de plek was waar de Ségoun bij hun eerdere ontmoeting uit was geglipt, en ze ging er vanuit dat het zich opnieuw had teruggetrokken in de duisternis achter de deur. Ze was er zeker van dat hun tweede ontmoeting wat minder aangenaam zou zijn.
De hitte werd zwaarder, en het groene licht sterker. Haar handpalmen werden klammer; haar hart klopte onrustiger.
Maar terugkeren was geen optie, en het was niet iets wat ze van plan was te doen.
Willow draaide het dunne mes enkele keren om in haar hand. Ze werd te snel overtuigd, ze gaf zichzelf niet de tijd na te denken over mogelijke andere antwoorden, en het zou haar dood nog eens worden— of die van een ander. Wellicht was het des te beter dat zij niet zonder koning mocht regeren. Wellicht hoorde ze niet te regeren.
Wellicht kon ze hierna niet langer regeren, gezien een dode koningin haar niet iets leek waar het volk op zat te wachten.
Voor ze het doorhad hield de trap op. De hitte werd langzamerhand ondraaglijk.
Het steen in de gang waar ze zich nu in bevond was identiek aan dat erboven, afgezien van vreemde symbolen in de muur wat ze niet thuis kon brengen. Al had ze het eerder gezien. Vijf tekens, waarvan één een keer herhaald.
Haar voetstappen weerklonken luid op het opgewarmde steen. Te luid, en ze probeerde haar stappen zorgvuldiger te plaatsen. Zacht gemompel, of gevloek, klonk van om de hoek van de lange schacht.
Willow vestigde zich tegen de muur.
Als ze ooit de hulp van de Goden kon waarderen, zou zonder twijfel nu het moment zijn.
Haar hart klopte tegen haar borstkas als het ritme van een te snelle metronoom; maar ze stapte de hoek om en hield het ietwat zielige wapen gereed. De groene gloed was gedoofd, en in de duisternis kon ze vaag de contouren van een gestalte van de donkere steenmassa onderscheiden. Zonder er een tweede keer over na te denken sloot ze haar ogen. Haar hand trilde bij het heffen van het mes, en zo snel als ze kon stak ze hem uit— om vervolgens een hand om haar pols te voelen.
Het zilveren mes kletterde op de vloer. Voor de rest het bleef stil.

Je hebt het einde van de gepubliceerde delen bereikt.

⏰ Laatst bijgewerkt: Nov 29, 2015 ⏰

Voeg dit verhaal toe aan je bibliotheek om op de hoogte gebracht te worden van nieuwe delen!

Ogen als smaragdWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu