XVI. De Koninklijke Bibliotheek

248 30 2
                                    

Mikhail opende zijn ogen, en moest even bedenken waar hij was. Maar toen hij het stijve matras onder zich voelde, wist hij dat hij in de verschrikkelijke herberg zat.
Hij kleedde zich aan, een zwarte broek en zwarte tuniek, hing zijn zwaard om zijn rug en liep de krakerige trap af naar de toonbank van de herberg. Daar legde hij vijf zilverstukken voor de eigenaar neer en liep zo snel hij kon, zonder dat het opviel, de deur uit. Tevreden ademde hij de frisse lucht in. Zijn moed zakte echter toen hij zich herinnerde wat hem nu te doen stond - en waar.

Haar gekamd, nette kleding en eigen zwaard. Hij zou binnenkomen. Binnen moeten komen. Als er iets met Alexa gebeurde zou hij degene zijn die het het eerste wist, die er het eerste bij was.
De paleismuren kwamen langzaam in zicht. Hoe dichterbij Mikhail kwam, hoe harder zijn benen schreeuwden om om te draaien en de andere richting op te rennen.
Maar hij liep stug door, Alexa continu in zijn hoofd. Het was nog geen dag geleden, maar hij miste haar nu al. Sinds zijn tiende was hij al verliefd op haar, al had hij geweten dat zij niks voor hem had gevoeld. Hij was als haar broer geweest. En dat was het gene dat hem het hardst had geraakt. Een broer.
Maar de afgelopen dagen had ze zich anders gedragen. Hij had echter niks durven hopen, bang dat hij teleurgesteld zou worden. Maar toen in haar kamer. Haar ogen leken in het gedimde licht haast op te lichten. Haar haren als bloedrood zijden op haar kussen.
En de kus. Zijn hart raasde nog elke keer als hij er weer aan terugdacht. Hij had vonken gevoeld, zijn lippen tintelend, haar lippen warm en zacht. En zo dichtbij, dat hij haar parfum kon ruiken die ze altijd ophad, en het bos en regen.
Mikhail stopte voor de poort van het Paleis.
~
Een bord met croissantjes, worst en zoete pap stond voor Alexa's neus. Ze had er nog geen hap van genomen, al rook het heerlijk en rammelde haar maag genadeloos. Uiteindelijk gaf ze zich toch over aan de honger en at alles tot de laatste kruimel op.
Het kon nog uren duren voordat Mikhail er zou zijn- misschien dagen, als hij pech had. En Alexa voelde er ook niet veel voor om nog lang op haar kamers te zitten, dus liep ze naar haar slaapkamer en trok een hazelnootbruine jurk uit haar koffer. Op dat moment werd er op haar deur geklopt.
"Binnen."
Dezelfde vrouw die haar de vorige dag naar haar kamer had geleid trippelde binnen. De dienstvrouw keek naar de jurk die Alexa nog steeds in haar hand had en vroeg: "Heb je hulp nodig met de jurk? Ik kan ook je haar doen, als je dat zou willen misschien?" Alexa stond op het punt te snauwen dat ze het zelf wel kon, maar bij nader inzien was het handig, en erg vriendelijk van de vrouw. Daarbij kon ze wel wat aardige mensen hier gebruiken. "Dank u wel," zei ze daarom maar.
"Je mag je zeggen hoor, kind. En mijn naam is Sofia."
"Dankjewel dan, Sofia." Alexa gaf haar een glimlach. Een gemeende.
Sofia trok Alexa's korset strak aan, waardoor ze bijna geen adem meer kreeg. Vervolgens deed de vrouw petticoats - die ze uit de kast had gehaald - bij haar om en gooide ze de jurk eroverheen. Alexa draaide zich al om naar de spiegel, maar werd tegengehouden door Sofia. "Eerst je haar, Gwendolyn."
Ze zette Alexa op een kruk en begon te borstelen, te krullen en op te steken. Na een halfuur mocht Alexa dan eindelijk in de spiegel kijken. Ze herkende zichzelf bijna niet. Petticoats had ze nog nooit gedragen onder haar jurken, maar ze vond ze prachtig. En haar haar. Sofia had haar haar gekruld en vervolgens opgestoken, en had er zelfs parels en kettingen doorheen geweven.
Alexa bedankte de vrouw en liep achter haar aan haar kamers uit. Ze had geen idee waar ze heen zou moeten, dus liep ze de lange gang maar door en door, wat haar van enkele hofmannen en wachters waarderende blikken bezorgde.
Nadat ze een paar keer een trap was afgedaald, en de gang meerdere bochten had gemaakt, stond Alexa voor twee enorme, houten klapdeuren, die bijna tot aan het plafond reikten. De knoppen waren glanzend brons. Waar zouden deze deuren naartoe leiden?
Zonder zichzelf de kans te geven er nog een keer over na te denken draaide ze aan de knop en duwde met al haar kracht.
~
Al een paar minuten stond het Hoofd van de Koninklijke Wacht te kijken naar het onbekende, jonge meisje dat hopeloos tegen de massieve deur aan het duwen was. Het leek erop dat ze nog niet ontdekt had dat ze moest trekken. Grijnzend liep hij naar haar toe, en tikte op haar rug. Ze draaide zich rustig om en keek omhoog naar zijn gezicht. Ze was bloedmooi. Haar gezicht had bijna iets mystieks; nog nooit eerder had hij zulke rode haren en zulke glinsterende groene ogen gezien. Maar ondanks haar schoonheid, hield hij zijn gezicht neutraal. Het was hoogstwaarschijnlijk een nieuwe hofdame, het hof in gebracht als minnares van één van de edelmannen. Hij zag haar hem vragend aankijken, en hij glimlachte naar haar.
"Probeer eens te trekken."
"Waar leidt deze deur naartoe?" Vroeg het meisje hem, zijn aanwijzing totaal negerend.
"De Koninklijke bibliotheek. Iets waar u eigenlijk niet zou moeten komen."
"Dank u."
Ze gaf hem een klein lachje en draaide zich weer naar de deur. Ze trok dit keer, en met wat moeite ging de deur open. Het leek alsof ze niet eens naar hem had geluisterd. Nee, dit meisje was te roekeloos en wijs om maar een domme minnares van een edele te zijn. Later zou hij er nog verder op ingaan, maar voor nu liet hij haar haar gang gaan in de bibliotheek die voor haar niet bestemd was. Hij wist dat hij erachteraan had moeten gaan toen hij zich wegdraaide van de deur, maar iets in haar ogen was zo mystiek, zo uitdagend, dat hij haar niet tegenhield.
~
De bibliotheek was reusachtig. Boekenkasten tot ver achteraan, grote haarden en tafels met stoelen. Zelfs een tweede halve verdieping. Wat belachelijk dat alleen de Koninklijke familie hier gebruik van zou mogen maken. Ze liep langs de oneindige boekenrijen en wierp blikken op de titels. Avontuurlijke boeken, romans, geschiedenis, familiestambomen -maar geen boeken over andere landen, viel Alexa op. Geen boeken over Opeque, Deanerys. Maar wel weer boeken over Mesilinta en Flamn. Ze liet haar vingers over de ruggen van de boeken glijden terwijl ze verder struinde. Plots sloeg een zware deur dicht ergens terug in de bibliotheek, en met een ruk draaide Alexa zich om.
"De Heer Marius verzocht om u, Gwendolyn," zei een dienstmeisje. Ze was nog jong, jonger dan Alexa. Ze knikte alleen maar en volgde het dienstmeisje. Hoewel ze kalm liep, en haar ademhaling onder controle hield, raasde haar hart als een malloot in haar borstkas. Het verhaal moest geloofwaardig zijn, dat was het belangrijkste. En haar charmes. Alexa wist hoe stuk voor stuk alle mannen aan het Hof waren. Als een vrouw hen aanstond - en er goed uitzag - zouden ze haar het Hof inlaten.
Het dienstmeisje stopte voor een glas-in-loden deur en klopte zachtjes aan. Toen de deur openging, verdween het meisje net zo ineens als dat ze gekomen was. In de deuropening stond een lange man, een jaar of 30 schatte ze. Met zijn blonde, stijle haar en sterke kaaklijn zag hij er bijzonder goed uit. Bijzonder goed, en bijzonder dom. Zijn grijze ogen keken haar half aan en hij glimlachte schaapachtig. Daarbij had hij veel, en veel te veel cologne op.
Terwijl ze haar adem inhield liep ze de deur in, die de edele vervolgend achter haar dichttrok.
~
Mikhail stond voor de poort, zijn zwaard aan zijn rug bungelend. Geen van de wachters had nog aanstalten gemaakt naar hem toe te komen, dus zou hij het zelf moeten doen.
Hij spande zijn spieren wat aan en hief zijn kin op. Één van de wachters keek op naar hem. "Wat doet u hier, meneer?" Vroeg de man - eerder jongen. Hij leek niet veel ouder dan hemzelf te zijn. "Ik kom rekruteren als wachter."
"Waar kom je vandaan?"
"Wylsport."
"En waarom, precies, denkt u dat wij hier zomaar nieuwe leden aannemen?" De wachter klonk niet erg overtuigd van Mikhail's verhaal. Daarom trok hij zijn zwaard uit de schede en liet hem de man zien. Toen hij zijn zwaard had laten smeden, had hij het heft in de vorm van een beer laten maken. Het had hem extra gekost, maar dat was het zeker waard geweest. Zeker nu het de wachter wellicht zou overtuigen dat hij uit een welvarende familie zou komen.
"Het spijt me," begon de wachter nadat hij het zwaard van alle kanten had bekeken. "Maar wij kunnen niet zomaar mensen aannemen."
De moed zonk Mikhail in de schoenen. Hoe kom ik dan binnen?
"Maar," ging hij door, "als u een brief schrijft aan het Hoofd van de Koninklijke Wacht, ziet hij misschien iets in het aannemen van een nieuwe rekruut."
"Dank u. Maar als ik vragen mag, hoe bent u eigenlijk wachter geworden?" Al sinds dat hij zag hoe jong de wachter was, lag de vraag voortdurend op Mikhail's tong. Zou hij gedwongen zijn door zijn vader? De Koning?
De wachter keek hem lang aan. Iets te lang, voor Mikhail's doen. Maar toen sprak hij plots: "Jij komt niet van Wynsport."
"Jawel, meneer." Mikhail kon zijn verbazing haast niet verbergen. Als de wachter nu alarm zou slaan...
"Ik zie het aan je ogen. Je komt van Mesilinta, is het niet?"
"Eh"
"Luister. Schrijf een brief aan het Hoofd en kom vervolgens terug. We kunnen een extra handlanger wel gebruiken."
Mikhail wist niet meer wat te zeggen. Zoveel vragen verschenen in zijn hoofd. Hoe had hij gezien dat hij van Mesilinta kwam? En wat had hij bedoeld met handlanger? Toen de jongen had gezegd dat Mikhail van Mesilinta kwam hadden zijn ogen bijna lichter geleken, hoopvol.
Wat bedoelde hij met handlanger?

Ogen als smaragdWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu