XXI.

22 4 32
                                    

Het huis zag er meer uit als een rare kubus dan een huis. Enorm groot, maar zonder ramen. Ik zeg je eerlijk, een huis zonder ramen ziet er niet uit, totaal niet. Tussen de bomen door staarde ik een tijdje naar het gebouw. Het was dat we stil moesten zijn, anders had ik er een spottende opmerking over gemaakt. 

Sky had een schild opgeworpen, groot genoeg om  ons te beschermen maar ook ruimte gaf. Met ons bedoelde ik degenen die in het huis van Chi woonden, min Misty en Dream natuurlijk, maar die gingen we redden. Shodow nam gelijk de leiding.

"okey, Shade, maak ons maar ons nu maar onzichtbaar en dan gaan we via achteren naar binnen."

"Ik kan niet zoveel mensen in 1 keer doen," stotterde de elf met grote ogen. Hij was de hele dag al zenuwachtig geweest, zelfs toen hij had getraind met Luuk, een bende lid die ook onzichtbaarheid had. 

Aura legde geruststellend een hand op zijn schouder. "we hebben het getraind, weet je nog? toen lukte het ook."

Langzaam knikte de jongere elf.

"En zoals ik al had gezegd, geur gaat door dit schild heen, dus ze weten allang dat we hier zijn," mompelde ik. "Laten we geen tijd verspillen en gewoon naar binnen gaan, okey?"

"Moon, we hebben dit uitgedacht, we gaan geen plannen wijzigen, dat weet jij ook," gromde Cole.

"Jaja," mopperde ik en liet Shade me onzichtbaar maken.

Zodra hij klaar was slopen we naar binnen via een deur die Shadow door iemand had laten openzetten. Nog steeds vertrouwde ik de vampier niet.

Alles, maar dan ook alles stonk naar vampier. We stapten in een gang met zwarte muren, die door de donkere kleuren dichterbij leken te staan dan dat ze echt waren. Ik ging voorop, bijna tegen de rand van het schild en bleef op mijn neus en oren vertrouwen. Cole, shade en James liepen juist helemaal achteraan om me genoeg ruimte te geven. Ik kon vampieren beter ruilen aangezien ik er niet een was, maar de geur overwelmde wel enorm.

Het was in het eerste gedeelte vrijwel leeg, dus bleven we daar wachten op het teken.

Die kwam bijna 5 minuten later. Een langgerekte wolvenhuil van mijn broer en anderen die zijn voorbeeld volgden. Ik onderdrukte Rowen, die terug wou huilen het liefste.

De snelle voetstappen kwamen vlak daarna. Door het hele huis werden er wapens getrokken. Shadow kromp ineen en er lag bijna iets smekends in zijn ogen.

"Moet dit echt?" Fluisterde hij.

Ik gaf hem de strenge blik die Cole me toe had geworpen buiten. "Shadow, we hebben dit uitgedacht, we gaan geen plannen weizigen, dat weet jij ook."

Cole rolde met zijn ogen en James grinnikte.

Ik liep weer verder, alert op elk klein dingetje dat veranderde. In het begin was dat nog veel, vampieren die naar buiten rende en in de verte gehuil van kinderen die niet mee mochten doen. En de weerwolven buiten natuurlijk, maar daar lette ik niet meer op. Af en toe stond ik stil, om dan in de schaduwen te stappen ookal was ik onzichtbaar. In mijn eentje was het makkelijker geweest, maar ik moest het er maar mee doen.

Het geroffel van poten klonk nu duidelijker dan ooit buiten, en gewone voeten die ernaartoe snelden op vampier snelheid. In het huis zelf vrijwel stil.

Toen we meer naar het midden trokken van het huis kwamen we in gangen en kamers die een stuk lichter waren. Lichtere kleuren op de muren, af en toe een raam die uitkeek op een andere kamer of de overdekte binnentuin die volgens Shadow in het midden was. Het stond er vol bomen en planten. Blooms ogen verlieten de plek pas zodra we het eigenlijk niet meer zagen en 1 van de woonkamers in zicht kwam.

Het was er reusachtig en er stonden meerdere banken die door het vertrek verspreid stonden in ren grote halve cirkel om de open haard heen van baksteen. Er was alleen nog een smeulend restje kolen te zien die waarschijnlijk door iemand haastig was uitgemaakt zonder veel aandacht.

Shadow ging voor nu en knielde neer bij het enorme wollen tapijt die over de grond was uitgelegd. Er lagen een paar verloren stukken speelgoed op, waaronder een miniatuur weerwolf waarvan de kop was ondaan.

James zag het ook en grinnikte weer terwijl hij wees naar een ander poppetje die de kop in zijn handen had.

Klojo's

Shadow begon een deel van het tapijt weg te rollen om de grond zichtbaar te maken. Het luik waar hij het over had gehad was bijna onzichtbaar door hetzelfde kleur hout en de scharnieren die waren weggewerkt.

"Bloom?"

Ze stapte zenuwachtig naar voren.

"Het is hout, dan kan jij besturen," Shadow was zoveel meer voorzichtig met wat hij wou en praatte met een zachte en geduldige stem.

Voorzichtig legde het meisje een hand op het luik en stelde haar magie in werking. Het kwam langzaam omhoog, tot Shadow zijn vingers eronder plaatste en hem verder omhoog tilde samen met River. Het ding is van dik eikenhout en kostte de twee nog steeds enorm veel inspanning, maar ik besloot niet te helpen, dat mochten ze zelf maar vragen. Dat deden ze natuurlijk niet.

Het luik was eindelijk open en Bloom creëerde een ladder van dikke takken. Ik ging ongeduldig als eerste naar beneden en sprong de paar laatste meter, om te landen op grijze stenen die ongelijk lagen. Het was er koud en er lag een klein laagje water op de grond. Ik keek meer om me heen. Ik stond in het midden van een kruispunt van twee donkere gangen.

Zonder iets te communiceren liep ik 1 van de gangen in. Er hing een lichte vleug van eenhoorn, dus het zou kunnen dat Eliza daar was. Plots verdween de onzichtbaarheid.

"Moon?! Hier blijven!" Riep Cole.

Ik was al halverwege de gang en zag het licht dat door het luik kwam niet meer. Bemoeial dat ie was. Ik gomde geërgerd, "laat me nou eerst gaan!"

"We blijven een groep, weet je nog?"

Ik stampte woedend terug naar waar ik vandaan kwam, maar er stond geen groep kinderen te wachten, ook geen Cole. Alleen een reasachtige man met brede schouders, die me grijnzend aankeek.

A/N Dum dum dummm, clifhangerr :D

to the moon and back :)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu