XXV.

15 3 10
                                    

P.o.v. Moon

Veel energie had ik niet toen ik uit de cel teleporteerde en begon te dwalen door de gangen. Het gif maakte me misselijk en duizelig, maar het maakte me niet uit en bleef doorlopen. Afwisselend met Rowan die een stuk steviger stond door haar vier poten. De geur van eenhoorn drong eindelijk weer mijn neus binnen, gecombineerd met vampier, draak en zeemeermin. Ik versnelde mijn pas naar de volgende gang, zwaar leunend tegen de muur.

Een luide kleng van metaal galmde door de gangen en deed me ineen krimpen. Lawaai was ik plots gevoelig voor door dat rotgif. Het metaal klonk onafgebroken, alsof iemand er tegenaan beukte, gevolgd door een commando van iemand anders, waarna het stopte. 

Door het lawaai wist ik in ieder geval waar ik moest zijn. Ik besloot met mijn laatste krachten te teleporteren naar precies de locatie waar ik moest zijn.

"Mo-" Blooms verrukte uitroep werd weggesmoord door Chi's hand die hij snel over haar mond legde om meer tekenen te voorkomen waardoor de vampieren er achter zouden kunnen komen dat ik er was. 

Ik greep het eerste vast waar ik me aan overeind kon houden, wat in dit geval een zwaar metalen kastje was die vast zat aan de grond. Terwijl ik de nijging om over te geven probeerde te onderdrukken rende Shade naar me toe om zijn armen om me heen te slaan.

Ik tilde 1 hand moeizaam op om hem tegen te houden en schudde langzaam mijn hoofd.

Eliza legde een hand op mijn rug. "Laat me helpen," fluisterde ze en zette haar magie in werking. Het werkte niet veel. Alleen de wonden die de vrouwelijke vampier had gemaakt met haar nagels heelden. Nog steeds was ik enorm misselijk.

Ik kneep mijn ogen dicht. "Oké, de genen met de sterkste magie moeten mee komen... Aura, Thunder?"

"Waarom zij en niet-" begon Cole.

"Cole,  niet nu verdomme," gromde James.

"Hallo, wil je twee kinderen van 14 en 16-"

"Ik denk dat wij prima zelf kunnen bepalen of we mee willen of niet," sprak Thunder de vampier tegen, "leeftijden maken mij niks uit. Ik wil wat nuttigs doen, want tot nu toe is mijn leven dat nog niet echt geweest." Hij pakte mijn hand en kneep er bemoedigend in. 

Aura knikte dat ze het met Thunder eens was. "Wat is je plan?"

"Teleporteren... Aura, jij gebruikt je magie om de vampieren-" ik hoestte en toen ik mijn mond weghaalde van mijn mond zag ik bloed. Ik haat vampieren... snel veegde ik het onopgemerkt voor de anderen af aan mijn zij, die toch al onder het bloed zat. 

"Oké, geen probleem. En Thunder?"

"Elektra denk ik... ik kan opzich als draak genoeg electroputeren als er geen weerwolven in de buurt zijn," begon de draak voor ik kon antwoorden en hij glimlachte bezorgd naar me. 

Ik glimlachte zwak terug en knikte goedkeurend. "Regel ik..."

"Top!" Aura grijnsde enthousiast. 

"Wacht ff... jullie vergeten dat A, zij echt niet terug kan naar dat gevecht buiten, en B, je kan in deze ruimte niet je magie gebruiken," zei Cole.

Sky giechelde, "Jawel hoor... ik wel, dus Moon snelgenoeg ook. 

Ik keek op naar de 12 jarige, die nu een licht blauwe gloed uitstraalde die uitgroeide tot ik er ook in stond.

"Thanks," mompelde ik met een glimlach en teleporteerde, Thunder en Aura meetrekkend tot we beschut tussen de bomen stonden.

De draak greep me gelijk vast zodat ik niet viel. "Weet je zeker dat je het hier red? Ik kan ook hier blijven. Ik laat je echt niet sterven."

"Ik ga toch wel dood, Thunder," ik hoestte opnieuw. "Mijn wil en woede was groot genoeg om me een beetje te kunnen verzetten tegen dat gif... maar ik sterf snel genoeg."

"Is er echt geen-" 

"Ga nou maar... ik red mezelf wel."

Bijde leken niet erg overtuigd, maar ze lieten het en verlieten het bos. 

Ik dwaalde de andere kant op, dieper het bos in. Het werd langzaam steeds donkerder door de bomen die dicht op elkaar stonden. Door het bladerdek boven me kwam steeds minder licht. 

Ik zakte neer tegen een boom om uit te rusten terwijl ik luisterde naar de gevechten ver weg. 

Na een tijdje, ik weet niet hoe lang hoorde ik dichterbij komend geneurie en de geur van vampier kwam mijn richting in. "Oh wolfieee, ben je gewond?" Zong de man plagend.

Oh ja... bloedsporen... 

"Moet ik je uit je lijden verlossen?" 

Ik antwoordde niet. Niet dat ik daartoe in staat was als ik het gewild zou hebben.... Maar ja. 

Een man die ik herkende van een tekening die Sky had gemaakt met aanwijzingen van Shadow stapte tussen twee bomen door met een grijns. Het was de vader van Shadow. Hij knielde voor me neer. "Ga je nog wat zeggen of wat, Kleintje?"

Ik bleef mijn mond houden en staarde naar mijn handen.

Mag ik?

Nope

Hij plaatste een vinger onder mijn kin en dwong me op te kijken in zijn bloedrode ogen. Hij grijnsde breed toen hij mijn woedende maar zwakke blik in mijn ogen zag. "Hoe gaat het met het hondje?" Hij draaide mijn hoofd naar links en rechts.

Verzetten lukte niet. Mijn energie was volledig weg.

"Arme meid..." hij grinnikte, "is Victoria niet aardig tegen je geweest?" 

Ik gromde zacht.

"Ahh, Vikkie gaat gewoon voor wat haar naam betekend. Overwinning," hij grijnsde voor hij psychopatisch begon te lachen. "Hmm... mijn zoon had gelijk... je hebt echt zo'n hekel aan je wolf. Je laat haar niet eens vrij als ik je aanraakt. Hij heeft je toch wel kan met een aanraking?"

Nee, dat had hij niet. Mijn zicht begon weer wazig te worden en vermoeider dan ooit door het vechten tegen gif wat niet in mijn lichaam hoorde.

"Energielevel G, gifpeil B," begon een zachte stem van iemand die nog tussen de bomen stond. Ik kende zijn stem, maar mijn hoofd kon het niet plaatsen. 

"Ahww, wil je slapen?" 

Ik antwoordde weer niet terwijl ik probeerde mijn wazige brein weer te laten werken. Ik kende hem, ik kende hem. 

De gedaante stapte uit de schaduwen. Ik moest mijn zicht scherpstellen,  maar toen hij dichtbij genoeg was viel mijn mond hopen.

"Nee... dit kan je niet menen..." was het enige wat ik kon uitbrengen en belandde weer in een hoestbui.

Dum dum dummm, oh wat ben ik toch slecht. Gnagnagnagna... wacht maar weer een weekjeeee 😈

to the moon and back :)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu