I

35 7 3
                                        

Toen hij het vertelde, schold ik hem uit.
De dagen erna praatten we niet met elkaar.
tenminste, ik praatte niet tegen hem, hij wel tegen mij.
En de laatste dag, ja, toen gaf ik het op en vloog ik hem in de armen. Ik ben niet zo'n jankerd, maar toen stroomden de tranen over mijn wangen. Ze waren niet alleen van verdriet, maar ook van boosheid.
Hoe kon hij me achterlaten.
Hoe kon hij me naar zo'n vreeselijk huis brengen.
Hoe kon hij naar Australië verhuizen zonder mij.
Zonder zijn zusje,
Zijn enige zusje.
Hij liet me achter...

En had hij spijt?
Ja en nee,
Ja, hij hield van me en mij een jaar missen was zwaar.
Maar hij had ervoor gekozen, en dacht dat dat huis niet zo erg was.
Pas de dag dat hij weg zou gaan kwamen we er voor het eerst en, vooral ik, vond het vreselijk.
Ja, het huis was groot, maar het was licht. Té licht, het leek alsof alle muren van glas waren. En misschien was dat ook wel zo.
Ja, het had een prachtige tuin,
Maar in de hele omgeving was geen boom te bekennen.
En geen dier, dus jagen was geen optie. Hoe zou ik hier de tijd kunnen doden.
Dat jaar dat mijn broer er niet zou zijn.
Waar waren er beren, herten of... Desnoods konijnen?!
Ik haatte het al voor ik binnen was, en toen had ik de vampier nog niet geroken...

De vampier ja, of de vampiers, meervoud.
Die vreselijke geur die mijn neus binnendrong zodra ik binnen stapte.
De geur die al mijn spieren liet aanspannen, uit reflex.
En dat reflex zei, gevaar!
Gevaar voor die nacht wezens,
Die vreselijke monsters,
Die bloedzuigers.
Maar ik hield me gedeisd, wat me alleen lukte door mijn broer die me kalmeerde. Anders was ik in mijn wolven huid gekropen. En ik moest nog steeds mijn uiterste best doen om mezelf te blijven.
En dat houd in:
Opperste concentratie,
In een van de vele ramen zag ik dan ook hoe moeilijk ik keek, of, boos.
Mijn wenkbrauwen waren zo gefronst dat ze elkaar bijna raakten.
Meestal zou mijn broer dan zeggen: kijk uit! Straks moet je aan de botox!
Maar hij sloeg zijn arm om me heen. Zelf had hij jaren hetzelfde probleem gehad, maar was gewend geraakt aan de scherpe geur. Ik niet.
Totáál niet.
Een keer eerder ben ik in de buurt geweest van zo'n monster en dat liep uit tot een gevecht. De sporen waren nog steeds te zien, in de vorm van littekens.

De man van rond de 40 die ons naderde had een streng uiterlijk. Tussen zijn bruine haren die strak in model zaten kon al een paar grijze spotten. Zijn scherpe ogen boorden in die van mij, waardoor ik me begon af te vragen wat ik in hemelsnaam fout had gedaan ookal had ik hem nog nooit eerder ontmoet.
 "Zo, jij bent moon lowell toch?" begon hij. Zijn stem was nog zwaarder dan die van mijn broer. 
 Ik knikte. "Dat klopt, aangenaam."
 Beleefd schudde ik zijn hand. Hij stelde zich voor als Samuel Chi.
 De jongsten mochten hem bij zijn voornaam noemen, maar aangezien ik 17 was, was het meneer Chi voor mij. Gelukkig had ik een tijdlang in een weeshuis geleefd waar ik op 7-jarige leeftijd de baas al met U en meneer moest aanspreken.
 Chi begelijdde ons naar zijn werkkamer, die groter was dan mijn eigen slaapkamer toen ik 6 was. En geloof me, die was groot. 3 van de 4 muren waren bedekt met boeken op donker eikenhouten planken. De laatste muur was glas en keek uit op de tuin. Hij nam plaats in een leren leunstoel vlakbij een grote openhaard. Wat gelijk de enige plek was waar geen boekenplank was. Hij gebaarde ons te gaan zitten, maar mijn broer weigerde. Uit beleefdheid ging ik wel zitten op de bank tegenover Chi. 
 Hij pakte een zwart boekje die eruit zag alsof het al meer dan een eeuw meeging. Hij sloeg het open ergens halverwege en begon weer te praten, "okey, Moon Lowell net 17 jaar in weerwolfleeftijd. Geboren in Canada. Ouders zijn Robin Lowell en Alice Lupin, die bijde volbloed weerwolf zijn. Klopt dat?"
Ik knikte.
"Op dit moment wonen er 11 andere kinderen. 3 vampieren, 2 zeemeermensen, 2 draken en elven, een eenhoorn, een shapeshifter en jij nu."
Drie vampieren en twee draken,
Klinkt verschrikkelijk,
Absoluut verschrikkelijk,
En shapeshifters kunnen ook veradelijk zijn. Een volwasse kon zelfs zijn geur veranderen. Dus meestal vertrouw ik ze niet.
Chi schoof een stapel boeken mijn richting in over de lage tafel die tussen ons instond.
"Je schoolboeken. Iedereen heeft een ander pakket gebaseerd op je magie en klasse. Je klasse gaan we morgen naar kijken. Shade is over 5 minuten bij de hoofdtrap om je het huis te laten zien. In die tijd kan je afscheid nemen van je broer. Je mag altijd langer de tijd nemen."
Ik glimlachte vriendelijk naar hem, en ik zag in zijn ogen een kleine verwarring. Maar die was al snel weer weg. Ik stond op, en liep met mijn broer de werkkamer van Chi uit.
In de hal sloeg ik mijn armen om hem heen, en legde mijn hoofd tegen zijn borst.
"Haal me zo snel mogelijk op."
Hij duwde zijn neus in mijn haar en fluisterde dat hij dat zou doen.
We bleven een tijdje in stilte staan. Zonder iets te zeggen. Tot we iemand de ruimte in hoorde komen. Mijn broer liet me los, maar liet zijn handen op mijn schouders rusten terwijl hij me met zijn grijze ogen aankeek.
"Je kan altijd je vlucht naar buiten zoeken als je gek word van de drukte. De vrouw van Chi is een eenhoorn met helingsmagie, vraag haar even of ze naar je wonden wilt kijken. Doe voorzichtig."
"Jij ook... Veel plezier."
Hij drukte nog snel een kus op mijn kruin en vertrok, waarna mijn leven tussen de fabeldieren echt begon...

to the moon and back :)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu