Nadat Yassir goedkeurend heeft geknikt gaan we verder met ons ontbijt te eten in stilte. Na een kleine 5 minuten staat Yassir op en loopt de keuken uit. Vervolgens sta ik op en ruim de keuken op. Daarna loop ik naar mijn kamer om me om te kleden. Ik kies een loszittende, lange jurk in een lichte poederkleur uit mijn kast.
Als ik in de spiegel kijk, zie ik dat ik er onverzorgd en bleek uitzie. Mijn ogen lijken opgezwollen van het dagenlang uitslapen. Ondanks dat ik twintig jaar ben voelt mijn ziel alsof die al in de dertig is. Ik heb gewoon niet genoeg energie om make-up te doen. Waarom zou ik dat eigenlijk doen? Om er mooi uit te zien voor mijn nep-echtgenoot? Misschien dan klein een beetje lichte poeder en oogschaduw aan brengen. Dat kan geen kwaad.
Ik kijk nog even naar mezelf in de spiegel. Dit is veel beter. Ik pak mijn tas die op het bed ligt en loop naar beneden.
Wanneer ik beneden ben zie ik Yassir die wachtend bij de deur staat naar mij stralend kijken. Dit maakt me onverklaarbaar gelukkig.
Voor het eerst sinds we elkaar ontmoetten, draagt Yassir een spijkerbroek en een sportief donkerblauw polo met korte mouwen. Deze outfit zorgde ervoor dat hij er jonger, comfortabeler en aantrekkelijker uitzag. Met andere woorden: die harde en ruwe lijnen in zijn gezicht waren zachter en koeler geworden. Pff wat boeit mij hoe hij eruitziet?
'Malak blijf alert!' mompel ik tegen mezelf met een zachte stem.
'Zei je iets?'
'Nee'
'Is goed laten we gaan' zegt hij en loopt voorop naar de auto. We stappen in en hij begint te rijden.
Na een korte en rustige autorit parkeert Yassir de auto. We stappen uit en beginnen te lopen over de met stenen verharde wegen van Utrecht. Na een paar minuten stoppen we voor de bekende grote moskee van Utrecht. Deze moskee wilde ik al eens tijdje bezoeken. Met bewondering kijk ik naar de architectonisch werk van de moskee.
'Ga je niet naar binnen?' vraagt Yassir, die een paar meter achter me staat.
'Uhm ja!' zeg ik enthousiast als een klein kind. Ik zet een paar stappen naar voren om naar binnen te lopen, maar zie dat Yassir niet meeloopt.
'Kom je niet?' vraag ik verbaasd.
'Nee, ik wacht wel hier. Ga maar,' antwoordt hij terughoudend. Ik snap het niet. Waarom komt iemand naar de moskee en gaat niet naar binnen? Is deze man geen moslim? Goh ik heb hem ook nooit zien bidden.
'We kunnen ook weggaan als je niet naar binnen gaat,' zegt hij dit keer geïrriteerd. Ik draai me om en loop naar binnen.
Het is indrukwekkend om de prachtige details van het gebouw te zien en de serene sfeer binnen te ervaren. Gelukkig heb ik mijn wassing gedaan voordat ik uit huis ging. Ik doe mijn twee raka'at-gebed. Na het gebed maak ik dua voor mijn overleden ouders. Ik sta op en loop naar het boekenrek en kijk tussen de boeken.
Na een paar seconden voel ik mijn telefoon trillen. Ik pak hem op en kijk op het scherm. Pff, het is Yassir. Ik neem op en houd de telefoon tegen mijn oor.
'Waar blijf je?!' vraagt hij streng.
'Ik kom eraan,' antwoord ik en hij hangt op. Snel leg ik het boek terug dat ik in mijn hand heb. Ik voel me helemaal gespannen als hij zo tegen me praat. Ik weet dan niet meer waar ik mijn hand mijn voeten moet zetten.
Ik trek mijn schoenen aan en ren naar beneden. Als ik buiten kom, zie ik Yassir geïrriteerd naar me kijken verderop in de straat. Aarzelend loop ik naar hem toe.
'Eindelijk. Waarom duurde het zo lang?' vraagt hij met dezelfde toon. Ik kijk recht voor me uit, mijn handen tegen elkaar, en geef geen antwoord. Het duurde niet lang voordat hij weer zijn oude zelf was. Waarom ben ik eigenlijk hier met hem? Domme Malak!
'Laten we ergens gaan zitten en wat eten.'
'Kunnen we naar huis?' vraag ik zacht. Zeg me niet dat ik overdrijf. Ik ben het zat dat iedereen het normaal vindt om zo met me om te gaan.
'Waarom? Is er iets?' vraagt hij verward.
'Nee, ik voel me niet lekker', antwoord ik.
Hij komt naar me toe en legt zijn hand op mijn voorhoofd. Verbaasd kijk ik hem aan. "Hmm, je voelt niet warm aan. Wat heb je? Zullen we naar de dokter gaan?" vraagt hij bezorgd.. Hij ziet er zo onschuldig uit als hij zo zorgzaam is. Ik trek me terug en kijk naar beneden.
"Nee, het hoeft niet. Ik heb gewoon niet zo goed geslapen vannacht", zeg ik.
"Oké, laten we dan maar naar huis gaan", zegt hij en pakt mijn hand vast. Waar is hij mee bezig?
"Wat ben je aan het doen?" vraag ik verbaasd..
"Ik pak de hand van mijn vrouw vast", zegt hij alsof ik iets raars vroeg. "Laten we gaan", zegt hij en trekt me mee naar de auto.
Bij de auto aangekomen, opent hij de deur voor me. "Stap maar in, lam mia luce", zegt hij met een glimlach. Hoe meer hij zo doet, hoe slechter ik me voel omdat ik zo afstandelijk ben. Hij sluit de deur en stapt ook in. De auto begint te rijden. Ik leun mijn hoofd tegen het autoraam en kijk naar Yassir die rijdt. Zonder dat ik het besef, begin ik zijn gezicht te verkennen. Plots draait hij zich naar me toe en glimlacht.
"Gaat het goed?" vraagt hij.
"Ja", antwoord ik en hij kijkt weer naar de weg. Mijn ogen voelen zwaar aan. Ik kan ze niet meer openhouden. Ik draai mijn hoofd naar de andere kant en sluit mijn ogen. Voordat ik het weet, val ik in een diepe slaap. Blijkbaar was ik toch echt moe, ondanks dat ik goed heb geslapen vannacht.
Wanneer ik mijn ogen weer open is het eerst wat ik zie de de wekker op de nachtkast van mij kamer die 17:56 aangeeft. Hoe kom ik hier? Met slepend voeten loop ik de kamer uit. Ik kijk om het hoek van Yassir's kamer om te kijken of hij daar is. Volgens mij is die weg, want de kamer is leeg. Ik loop de trap af en hoor opeens geluiden uit de keuken. Ik die mijn hoofddoek goed vast. Ik duw de deur van de keuken open en zie dat hij iets aan het roeren is op het fornuis.
'Wat maak je?' Vraag ik met een slaperige stem. Hij draait zich om en loopt naar mij toe.
'Je bent wakker. Hoe voel je je?' Vraagt hij terwijl hij zijn hand op mijn voorhoofd legt.
'Goed' antwoord ik kijkend naar zijn hand op mijn voorhoofd.
'Mooi, eten is bijna klaar ga maar zitten'. Zegt hij en schuift de stoel voor me naar achter. Ik loop naar de stoel en ga daarop zitten.
Na een paar minuten is Yassir klaar met koken en we beginnen te eten. Tijdens het eten is hij de hele tijd naar mij aan het kijken waardoor ik me ongemakkelijk voel. Er is ook een ongemakkelijke stilte. Ik verbreek de stilte door te praten.
'Morgen is Manal weer terug'
'Manal zal niet meer iedere dag komen. Ze zal 1 of 2 keer per week komen om je te helpen met het huishouden'. Zegt jij net voordat hij een slokje neemt van zijn water
'Waarom?' Vraag ik verbaasd met een wenkbrauw omhoog. Ik was zo blij dat ik een mens om me heen had. En met Manal is gewoon makkelijk te communiceren.
'Ik ben er voortaan thuis. Ik bedoel ik zal meer thuis zijn. Natuurlijk moet ik ook werken om eten thuis te kunnen brengen' zegt hij en knipoogt naar me.
'En de boodschappen dan, aangezien ik van jou de deur niet uit mag zonder jou?'
'Dat zullen we wel samendoen' antwoordt hij.
Pff, nu ik juist afstand van hem wil nemen. Ya sabr.
'Of wil je dat niet? Je kijkt niet zo blij?'
'Ik weet niet. Ik had het gewoon niet verwacht'.
'Nou het komt goed. Ik ga zo naar buiten heb je iets nodig?' Zegt hij en veegt met een servetje over zijn mond.
'Nee dankjewel.' Zeg ik en hij staat op met zijn borden in de hand en zet die in de vaatwassen. Hij loop naar me toe en leunt zich naar mij over. Verbaasd kijk ik hem aan. Hij drukt een kus op mijn voorhoofd en loopt weg. Ik raak verstijfd. Mijn hele lichaam voelt zo koud aan. Wat doet deze man?
JE LEEST
La Mia Luce (Uitgehuwlijkt)
Romance'Laat me los', zeg ik zacht en slik, maar hij lijkt me niet eens te horen. Hij staart naar mijn lippen en begint mijn haar te strelen. 'Yassir, ga uit mijn kamer. Beloof dat we hier morgen verder over zullen praten', zeg ik en probeer weg te lopen...