Yassir kan niet geloven wat hij leest. Tranen rollen langzaam over zijn wangen terwijl de realiteit van Malak's woorden tot hem doordringt. Zijn hart voelt zwaar, alsof elke zin in de brief hem dieper de duisternis in trekt. Hij leest de brief opnieuw en opnieuw, wanhopig op zoek naar een klein teken dat dit niet het einde is.
Hij blijft nog paar minuten op de stoep zitten, verloren in zijn gedachten en herinneringen. De tijd lijkt stil te staan, gevangen in een stilte die ondraaglijk voelt. Zijn gedachten beginnen te dwalen, terug naar het moment dat ze hem die belofte liet maken: dat hij haar nooit moet verlaten. En dat ze het afgelopen week steeds tegen hem zei dat ze van hem houdt. Betekende dit niks? Was het allemaal een leugen? Met deze brief in zijn hand, voelt het alsof alles een leugen was. Is zij echt zo harteloos dat ze hem ergens in liet geloven wat niet echt was?
"Ze kan niet weg zijn gegaan. Ze houdt van mij" fluistert hij. Uiteindelijk ademt hij diep in, veegt zijn tranen weg, en staat langzaam op. Hij haast zich naar de auto, waar Selim op hem wacht. Hij stap in. Selim kijkt naar zijn broer zich afvragend wat er op de brief stond, maar hij weet dat als zijn broer hem daar iets over wilde vertellen hem zal vertellen.
"Waar gaan we heen?" vraagt Selim.
"Schiphol" antwoordt hij scherp. "Als ze daarheen is gebracht, dan moet ze nog in de buurt zijn"
"Ik heb Yahya weer gebeld of hij kon kijken of er vlucht is geboekt op haar naam"
"En?"
"Er is niks op haar naam, dan moet ze nog in Nederland zijn"
"Ja" antwoordt Yassir met een zachte stem die hij zelfs nauwelijks kan horen.
De rit naar Schiphol lijkt eindeloos, de tijd voelt als een wrede vijand. Yassir's gedachten zijn een chaos, zijn emoties een mengeling van wanhoop en woede. Bij aankomst op Schiphol parkeert hij de auto snel en rent naar binnen, zijn ogen zoekend naar dat ene vertrouwde gezicht. Maar ondanks zijn inspanningen, ondanks zijn roepende stem die haar naam door de terminals galmt, blijft ze onvindbaar. Malak is nergens te bekennen.
Selim rent hijgend naar Yassir, die wanhopig door de terminal zoekt. "Yassir!" roept hij, terwijl hij dichterbij komt. Yassir draait zich om.
"We hebben haar op de beveiligingsbeelden gezien," zegt Selim, nog steeds buiten adem. "Ze is hier geweest."
Zonder een seconde te verliezen, grijpt Yassir Selim bij de arm en ze rennen samen naar de beveiligingsruimte. De beveiligingsmedewerker, die al op de hoogte was gebracht door Selim, zet de beelden voor hen op. Op het scherm verschijnt de taxi van Jeffrey, die bij de ingang van de terminal stopt. Yassir voelt zijn hart sneller kloppen.
Daar is ze. Malak stapt uit de taxi. Jeffrey helpt haar met haar koffer. Yassir ziet hoe Malak kort naar de envelop kijkt, alsof ze twijfelt, maar geeft het aan Jeffrey en zegt kort iets tegen hem. Daarna loopt ze zonder om te kijken naar binnen.
"Schakel over naar de andere camera!" roept Yassir.
De beveiligingsmedewerker knikt en schakelt over naar een andere camera, die de binnenkant van de terminal in beeld brengt. Maar voordat ze verder kunnen kijken, zien ze tot hun verbazing dat Malak ineens weer naar buiten loopt, haar stappen gehaast. Ze kijkt om zich heen, alsof ze bang is dat iemand haar volgt. Yassir's hart slaat een slag over wanneer hij haar op het scherm ziet.
"Wacht! Wacht!" roept hij , terwijl hij dichter bij het scherm komt.
Ze loopt naar een andere auto die aan de rand van de stoep geparkeerd staat. Yassir ziet hoe ze snel haar koffer in de kofferbak stopt en zonder te aarzelen voorin instapt. De auto rijdt onmiddellijk weg. De camera volgt de auto nog een paar meter, maar verliest hem dan uit het zicht.
JE LEEST
La Mia Luce (Uitgehuwlijkt)
Romance'Laat me los', zeg ik zacht en slik, maar hij lijkt me niet eens te horen. Hij staart naar mijn lippen en begint mijn haar te strelen. 'Yassir, ga uit mijn kamer. Beloof dat we hier morgen verder over zullen praten', zeg ik en probeer weg te lopen...