Burning red, colour of my hero

347 10 2
                                    

Er dreunt iets ontzettend in m'n kop. Mijn hele lichaam doet pijn. Een paar plekjes op mijn buik en nek lijken te branden. Wat is er met me? Waarom heb ik nu van die ondragelijke pijn? Ik doe langzaam mijn ogen open. Het daglicht doet pijn aan mijn ogen. Ik knipper met mijn ogen en kijk om me heen. Ik ben half naakt. Wat is er gebeurd? Jack ligt naast me. Samen met een hele boel peuken. Ineens weet ik het weer. Jack heeft me in elkaar geslagen, mishandelt en waarschijnlijk ook verkracht. Een golf van woede gaat door me heen. The Black Swan is nog erger dan MI6. Bij MI6 word ik dan wel vergeten, maar ik ben er nog nooit mishandelt, zoals constant bij tbs gebeurt. Ik kijk naar de stoel. Onder die stoel ligt mijn pistool. Het wapen waar ik mezelf mee kan bevrijden. Ik sta op. Een pijnscheut schiet door mijn lichaam. Ik probeer door te lopen. Met moeite kom ik bij de stoel. Ik til het kussen op. Gelukkig het wapen ligt er nog. Ik pak het en raak het aan als of het een heilig iets is. Jack kreunt zachtjes. Ik draai me naar hem om en loop naar het bed. Op de grond liggen mijn kleren. Had Jack die niet even kunnen opvouwen? Voorzichtig trek ik de kleren aan. Zodra ik ze aanheb kijk ik weer naar Jack. Zal ik hem eerst wakker maken of gewoon laten slapen. Ik besluit hem wakker te maken. Van dit moment moet ik even genieten, ondanks alle pijn. Ik geef Jack een klap tegen zijn hoofd met het pistool. Gelijk is hij klaarwakker. Ik richt het pistool op hem. 'So.' begin ik poeslief. 'Now you gotta listen to me. I'm maybe just a girl. But I got rights, and I show you that rights now.' Jack kijkt me lief aan.  'What are you doing sweetheart? We all make mistakes right? I couldn't help it l just love you. You gotta show you my love.' Ik kijk hem honend aan. 'This is my love for you Jack.' Ik haal de trekker over. Jack valt dood naar op het bed. Ik kijk naar hem. Levend is hij toch knapper... Ik voel aan de deurklink. Nog altijd op slot. Ik zucht. Best jammer van mijn munitie dit. Ik schiet het slot kapot en trap de deur open. De gang is leeg. Waarschijnlijk is het nog vroeg. Ik loop naar de lift. Er staan 2 mannen in. Ze kijken me dom aan, alsof ze me ergens van kennen. Ik groet ze vriendelijk. De lift gaat naar beneden. Na een paar seconden gaan de deuren weer open. Begane grond. 'Who are you?' 1 van de mannen kijkt me doordringend aan. 'Rose. Should I know you?' De man haalt zijn schouders op. Ik kijk automatisch naar zijn pols. Het teken van de tbs is er op gegrafeerd. Dat betekend voor mij: wegwezen. Ik loop snel de lift uit. De man grijpt me bij mijn pols. In 1 seconde pak ik mijn pistool en schiet ik hem dood. De andere man kijkt mij een seconde geschrokken aan. Ik draai me naar hem om. 'Where's the office of the Black Swan?' De man kijkt me stom aan. Ik richt mijn pistool op hem. 'Where is it?' 'I'll never tell you.' De kerel ontvangt een prachtig schot in zijn been. Hij kreunt van pijn. 'Where is the office of the Black Swan?' Ik richt het pistool weer op hem. De man knijpt zijn lippen stijf op elkaar. Ik zet het pistool tegen zijn slaap en druk een beetje. 'Last change. Where is the office.' Hij zegt nog steeds niks. Ik schiet hem dwars door zijn buik. En ja, dat overleef je. De man begint te hijgen. 'Where is the office?' 'Back street, number 7, London.' Ik lach. 'Thank you.' Als dank knal ik ook hem dood. Ik loop door. Zodra ik buiten ben haal ik diep adem. Het is lang geleden dat ik weer buiten ben geweest. Waar zal ik heen gaan? Naar huis, naar de MI6 of gewoon nog even helemaal nergens? Ik besluit het laatste te doen. Ik loop richting het park. De vogels zingen, de zon schijnt, het is lente. Heerlijk. Alleen wel jammer dat ik zo veel pijn heb eigenlijk... 

Na ongeveer een uur in het park gezeten te hebben besluit het dat ik me toch eigenlijk bij mijn vader moet melden. Waarschijnlijk gaat hij dood van de ongerustheid. Ik loop naar mijn eigen huis. Vanuit de verte lijken er rook pluimen uit het dak te komen. De buurman is zeker weer aan het BBQ-en. Rare gast, wie gaat er nou weer midden op de dag BBQ-en? Ik loop verder. Ineens hoor ik allemaal brandweersirenes. Ik frons mijn wenkbrauwen, is er soms echt brand? Ik begin te rennen, hoe dichterderbij ik kom, hoe meer het er op lijkt dat ons huis echt in brand staat. Maar dat kan niet. Ieders huis kan fikken maar die van ons niet. Dat heeft mama me vroeger zelf beloofd toen ik altijd bang was voor brand 's nachts. Ik ren nog harder en kom nog dichterbij. Ik vlieg de hoek om. Het volgende moment sta ik doodstil. Ik kijk met grote ogen naar het huis. Ons huis, het staat werkelijk in brand.

Het hele huis is al bijna afgefikt. De vlammen slaan door de ramen en het dak. Alles is vuur, het is 1 grote vuurzee. Door een duw tegen mijn rug ontwaak ik uit mijn trance. Ineens snap ik weer waar het echt om gaat, wie ik écht kwijtraak. Niet het huis, wel mijn vader. Mijn allerbeste vriend. Ik ren zo snel mogelijk naar het huis. 'PAPA PAPA!!!!' Van angst ben ik in mijn moedertaal gaan schreeuwen. 'PAPA PAPA WAAR BEN JE PAPA!!!' 2 handen grijpen mij vast. Ik sla de eigenaar van de handen in elkaar en ren verder. 'PAPA ALSJEBLIEFT, PAPA' Aan alle kanten proberen mensen me tegen te houden. Het lukt ze niet ik ren maar door. Ik kom steeds dichterbij het huis waar de vlammen nu overal vandaan komen. 'PAPA PAPA LAAT ME NIET ALLEEN. PAPA KOM HIER PAPA!!!' Ik ren de schuur in. Mensen beginnen te schreeuwen. Sommigen lijken zelfs mijn naam te roepen. Het maakt me niet uit. Ik ren het huis in. 'PAPA PAPA. WAAR BEN JE. ZEG IETS' De vlammen komen overal vandaan. De hitte is ondraagelijk. 'PAPA ZEG WAT' Ik loop zo goed mogelijk door. Ik kom bijna niet vooruit. Alles, behalve de grond, staat in brand. 'PAPA, ALSJEBLIEFT' de tranen stromen over mijn wangen. Neem alles, alles van me af, alsjeblieft, maar niet mijn vader. Niet mijn vader!!! Ik sta in de gang, waarschijnlijk is hij boven. Ik kijk naar de trap, hij staat bijna helemaal in brand. Het moet lukken. Voorzichtig zet ik mijn voet op de gloeiendheete tree. 'papa?' vraag ik nu onzeker. Ik sluit even mijn ogen van doodsangst. Heel voorzichtig loop ik verder naar boven. De vlammen zijn overal. Achter mij vliegt de rest van de trap treden in de fik. Wat er ook gebeurd: ik kan nu niet meer terug. Ik loop verder. Ik hoor niks anders meer dan het geknetter van het vuur. Het is ontzettend heet en ik heb het gevoel dat er hier niet veel zuurstof meer is. 'PAPA!!' Ik ben bijna boven. Ik zie niks meer door de rook. Voorzichtig glij ik met mijn hand over de muur. 'AAAAAWH!!!!' Zodra ik met mijn hand in een vlam terecht kom gil ik het uit van pijn. Het word zwart voor mijn ogen. De pijn van de mishandelingen komt nu dubbel zo hard terug. Waar is dit voor? Ik moet papa vinden! Zo goed en zo kwaad als het gaat probeer ik door te lopen. Mijn lichaam, geest en ziel protesteren als een gek. Alles in mij schreeuwt dat ik terug moet gaan. Maar ik kan niet meer terug, de hele trap is afgefikt. Ik loop door. Mijn lichaam trilt als een gek. Aan alle kanten brand het. Het is dood eng. KLEDENG ik schrik me dood en kijk om. De trap is naar beneden gedondert. De vlammen schieten omhoog. Ik begin weer te huilen van schrik en pijn. Dit is echt niet grappig! Ik probeer me weer te herstellen en loop door. 'Papa.' Mijn stem schokt. Ik krijg amper nog zuurstof binnen. Voetje voor voetje ga ik verder de hal door. 'Papa.' ik fluister het bijna. De rook doet pijn aan mijn ogen. Ik kan niks meer zien, het horen hem ik al opgegeven. Ik begin te hijgen, er is bijna geen zuurstof meer in het huis. Alles doet pijn, werkelijk alles. Ik sta te trillen op mijn benen van angst. Letterlijk te trillen. Met moeite kom ik bij de brandende slaapkamerdeur van mijn vader. Met al mijn overgebleven energie en moed doe ik de deur open. Het volgende moment word ik gek van angst en pijn. Ik val op de grond. De vlammen die uit de kamer schoten steken de muren, die hier nog niet brandden, in brand. Ik kom niet meer overeind. Alle energie is weg, alles doet pijn, ik ben doodsbang en kan nog maar 1 ding denken: papa. Ik moet mijn ogen wel dicht doen tegen de verstikkende rook. Ik voel dat de zuurstof zo goed als op is. Als papa dood is, wat heb ik dan nog om voor te leven? Mama is al dood, en papa, mijn allerbeste vriend, mijn lieve grote held, hij is ook dood. Ik voel een traan over mijn wang. Het is over, het is genoeg geweest. Ik heb genoeg geleden. Ik laat mijn armen slap langs mijn lichaam hangen, ontspan mijn overbelaste pezen en zuig met moeite mijn laatste adem binnen. Laat maar komen dat vuur, laat het me maar verbranden. Het is goed geweest.

Brown hair, blue eyes & a gunWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu