9. Wankelend vallend

22 1 0
                                    

Fly - Ludovico Einaudi

***

- Zijn POV -

Het was een hectische dag geweest, alles leek zo onwerkelijk wat er was gebeurd. Ik kon nog niet helemaal geloven dat dit mijn nieuwe realiteit was geworden, dat ik effectief zonder vader door mijn leven zou moeten gaan.

Het was een shock geweest toen ik hem die namiddag had gezien in het ziekenhuis. Zijn witte gezicht, de verwondingen op zijn rechterkant, zijn ingezakte wangen. Ik begreep nu waarom de receptioniste had gesproken over 'een lichaam', al het leven was uit hem verdwenen.

Het liefste wou ik alles vergeten wat er vandaag was gebeurd, maar dat mocht niet; ik moést de klootzak vinden die mijn vader op zijn fiets had aangereden en vluchtmisdrijf had gepleegd. Ik palmde mijn vuisten en voelde mijn bloed opnieuw koken bij de gedachte dat de dader ergens onschuldig zijn leventje verderzette. Ik zou hem doen boeten.

Mijn vader die altijd elke dag, zonder uitzondering, met zijn brakke fiets naar de koekjesfabriek reed, verdiende het niet om zo te sterven. Hij was de enige die ons gezin voorzag van een inkomen. Mijn moeder was arbeidsongeschikt wegens een hartaandoening. Mijn zus studeerde verpleegkunde en mijn jongere broer zat in zijn vierde jaar middelbare school. Ik was de enige die hen financieel zou kunnen opvangen. Vroeger had ik al wat geld verdiend met mijn professionele bokswedstrijden, misschien was dat een piste die ik opnieuw kon afgaan.

Mijn gedachten draaiden op volle toeren. Hoe zouden we de begrafenis betalen? Wie zou het eten op tafel brengen en hoe zou ik mijn vadersrol kunnen opnemen en kunnen zorgen voor mijn familie? En dan was er nog Cataleya, hoe zou ik haar nog de nodige aandacht en liefde kunnen geven? Ik voelde me zwak worden bij de gedachte aan mijn meisje. Bij haar kon ik mezelf zijn, bij haar zou ik kunnen instorten, zij zou me opvangen.

Even wou ik dat ik nooit was wakker geworden vanochtend. Vanaf vandaag zou ik een man moeten zijn, een standvastige rots waarop mijn familie kon steunen. Mijn ogen gleden opnieuw over haar berichten en ik voelde dat ik haar nodig had. Mijn lichaam wou zich nestelen in haar omhelzing en haar nooit meer loslaten. Ik had haar nodig om mijn tranen te drogen die nu onophoudelijk naar beneden stroomden. Mijn lichaam schudde en ik snikte luidop.

"Scott?", mijn broer drukte mijn kamerdeur vragend open waarop ik snel mijn tranen droogde met mijn mouw. Ik keek op naar mijn spiegelbeeld tegenover mijn bed en schaamde me om de rode opgezwollen ogen die naar me terug staarden. "Kom maar hier, Liam." Ik liet mijn ogen op de grond rusten terwijl Liam naast mijn bed kwam staan. Hopelijk zou hij niet zien dat ik zonet gehuild had. In zijn blauwe gestreepte pyjama kroop hij onder de dekens dicht tegen me aan en ik wiegde hem in slaap.

In de dagen die volgden hield ik me sterk. Vrienden en familie hielpen ons met de organisatie van de begrafenis, die 'goed' verliep. Mijn moeder had me gevraagd om een speech voor te bereiden maar ik had dat voorstel resoluut afgeslagen. Met een mengeling van trots en verbazing had ik opgekeken naar mijn zus Larissa die met een vaste stem haar mooiste herinneringen zonder moeite met de volle kerk had gedeeld. Althans, zo leek het toch. Het was maar toen ik haar diezelfde nacht in de kamer naast mij had horen snikken dat ik wist dat ze een façade ophield. We waren allemaal gebroken en wisten niet hoe het verder moest.

Hoewel ik haar zo graag erbij had gewild, was Cataleya niet uitgenodigd op de begrafenis. Ik had haar in de drie jaren die we samen hadden doorgebracht nooit meegenomen naar huis. Na de geëscaleerde ontmoeting met haar ouders in het begin van onze relatie, had ik beslist om haar niet voor te stellen aan de mijne. Ik kon niet precies zeggen waarom, ik hield haar gewoon graag voor mezelf.

Ik vond het spannend dat ze mijn geheim was en hetzelfde gold voor haar. Bovendien wou ik haar niet de kracht geven om me te verwoesten: hoe meer ze van me wist, hoe beter ze me kon klein maken. Dat had het verlies van mijn vader maar zonet bewezen.

Tijd om het afscheid te verwerken, was er niet, we moesten vooruit. Drie pagina's had ik volgekrabbeld met een inschatting van onze uitgaven: Larissa haar studies, Liams schoolboeken en lunchpakketten, onze boodschappen, de vaste kosten van ons huis, de huur ... het leek een eindeloze lijst. Gelukkig hadden we geen auto af te betalen. Ik vroeg mijn moeder niet om informatie want ik wou dat zij ten volle kon rouwen om haar man. Haar man? Ex-man?

De som was enorm, zoiets zou ik nooit voor mekaar krijgen op zo'n korte tijd. Ik mocht dan wel een afgestudeerde architect zijn, nooit had ik effectief een tekenplan uitgewerkt. Mijn diploma had altijd louter gediend als 'plan B'. Plan B was nu werkelijkheid geworden. Ik ging aan het werk en doorzocht elke vacature en interimwebsite die ik maar kon vinden.

Dag en nacht solliciteerde ik op openstaande vacatures, maar 4 dagen en 96 uren later, stond ik nog altijd aan het begin van de aanwervingsprocessen die weken in beslag zouden nemen. Elke recruiter zei hetzelfde: "We hebben nog kandidaten, het zal enkele weken duren vooraleer we verder kunnen naar de volgende stap". Ik kon niet wachten. Ook het OCMW deed zijn best om een betere uitkering en beurs te regelen voor mijn broer en zus, maar het leek niet genoeg, en vooral: niet snel genoeg.

Het was 2 uur 's nachts en ik zat rechtop in mijn kleren in bed tussen de papieren bladen die zich nu ook op de rug van mijn jongere broer Liam naast me hadden gestapeld. Ik ontgrendelde mijn iPhone en zette de stille modus uit die al dagenlang aanstond. Meteen pingden de gemiste oproepen op mijn scherm. Eén naam sprong er meteen uit: Leya.

Een inkomende oproep van Kyle verhinderde me om haar voicemails te beluisteren.

"Hi buddy"

"What's up, Kyle?"

"Ik wist wel dat je nog wakker zou zijn, kom je even mee tot aan de schuur om je gedachten te verzetten? Het zal je goed doen."

"Nee, daar heb ik geen zin in Kyle. But, thanks."

"Oh come on!", probeerde mijn beste vriend nog een laatste keer.

Ik drukte het gesprek weg en mijn ogen bleven hangen op de gemiste oproepen van Leya. Ik had haar nodig en plots besefte ik hoe hard ik van haar afhankelijk was geworden. Als ze wou, kon ze me zomaar breken. Bovendien, wou ik niet dat ik íemand nodig had. Vanaf nu zou ik alle touwtjes in mijn eigen handen nemen. Nooit nog wou ik een stukje van mezelf verliezen door iemand anders.

Could he be it?Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu