Hoofdstuk 24

86 8 2
                                    

Ik krijg kippenvel als ik het gehijg in mijn nek merk. 'Dacht je nou echt dat je van mij af was, Jazzie.' Hij pakt me ruw beet. 'Achja,' begint hij. 'Nu zal je nooit meer van mij af zijn.' De man begint triomfantelijk te lachen. Ik krijg daarentegen geen geluid uit mijn keel. Het gevoel van vrijheid maakt weer plaats voor leegte. Niet weer.

'Hoe durfde je weg te gaan, dit is verdomme al de tweede keer!' schreeuwde hij. Ik kijk hem met een vragende blik aan. 'Hou je niet zo van de domme.'

Dan is het even stil. Maar als ik naar hem kijk, zie ik dat hij gebroken is. Zijn ogen tranen. Dit is niet goed. Als hij merkt dat ik hem aanstaar, wordt hij woedend. P gaat helemaal door het lint. 'Je bent van mij, Jazzie.'

Schreeuwend en huilend word ik wakker. De verpleegster komt de kamer in gehold. ''Jasmine, wat is er? Slecht geslapen?'' Ik blijf maar huilen, niet in staat te antwoorden. De verpleegster heeft al snel door waarom ik gillend wakker werd. Ze komt naast me op bed zitten. ''Rustig maar, hij is hier niet en hij komt hier ook niet.'' De woorden stellen me een beetje gerust, ook al weet ik dat P zonder enige moeite het ziekenhuis kan binnenstormen. ''Het komt wel goed, Jasmine.'' Ik probeer een kleine glimlach eruit te persen. ''Hoe laat is het?'' vraag ik. De verpleegster kijkt op haar horloge. ''Bijna half zeven.'' Mijn ogen worden groot. ''Dan heb ik nog best lang geslapen!'' De vrouw glimlacht. ''Dat heb je zeker, maar je hebt nog steeds een slaapgebrek. Probeer nog maar even te slapen.'' De vrouw loopt weer weg. Ik krijg alleen geen oog meer dicht.

Na een tijdje ben ik ontslagen uit het ziekenhuis. Lichamelijk gaat het al een stuk beter. Al loop ik nog wel met krukken vanwege een gebroken been. Mentaal gaat het nog steeds niet goed. Voortaan moet ik twee keer per week naar de psycholoog.

Ik kruip naar boven, met een gebroken been gaat dat namelijk niet staand. Ik plof op mijn bed en zucht diep. Mijn mobiel ligt naast me op het nachtkastje. Ik kan de neiging niet onderdrukken om hem aan te zetten. Langzaam druk ik de aan-knop in en springt mijn mobiel aan. Mijn moeder zal hem vast hebben opgeladen. Ik ontgrendel mijn mobiel, gelukkig was mijn wachtwoord altijd simpel. Ik zet me schrap voor het aantal berichten dat ik krijg. Wanneer mijn mobiel is verbonden met internet stromen de berichtjes binnen. Mijn mobiel loopt al snel vast en ik besluit het ding even met rust te laten.

Ik strompel de auto in, onderweg naar het eerste gesprekje met de psycholoog. Als we bij onze bestemming zijn stappen we de auto uit en lopen de kamer van de psycholoog tegemoet. Mijn moeder klopt op de deur en stapt de kamer binnen.

''Hallo, mijn naam is Tim. Ga maar zitten." Ik kijk de kamer rond. De muren zijn groen en de meubels zijn vrij modern. De man is niet heel erg oud en heeft een leesbril. Ik ga op de stoel naast hem zitten. Hij geeft me een hand. ''Dan ben jij Jasmine toch?'' Ik knik. Mijn moeder en vader gaan op een andere stoel zitten en kijken me met een betekenisvolle blik aan. ''Hoe gaat het met je?'' vraagt Tim. Wanhopig kijk ik naar mijn moeder en bijt op mijn lip. ''Nou,'' zeg ik, ''niet heel goed.'' Tim kijkt bedachtzaam. Zijn bril zit bijna op het topje van zijn neus. ''Wanneer ga je weer naar school?'' Ik slik en haal mijn schouders op. ''Als ze zich weer voldoende kan concentreren en het allemaal een beetje verwerkt is,'' zegt mijn moeder. ''Blijft ze zitten?''

''Waarschijnlijk wel.'' Meteen voel ik tranen in mijn ogen prikken. ''Da's balen,'' zegt Tim.

Na nog even gepraat te hebben met de psycholoog gaan we weer naar huis. In de auto is het helemaal stil. We weten allemaal niet wat we moeten zeggen na dat gesprek met Tim. Uiteindelijk is het mijn moeder die als eerst begint te praten. "En, vond je het wat?" Ik mompel wat onverstaanbaars.

Als we voor de deur stil staan stap ik uit en strompel ik verder naar boven zonder nog een woord te zeggen. Ik werp alleen een blik op de piano die in de hoek staat. Er kruipt een rilling door mijn rug en ik strompel nog wat sneller naar boven. Ik plof weer op mijn bed met mijn telefoon in mijn hand. Ik ontgrendel hem en open duizenden appjes. Dan valt mijn aandacht op een sms'je van een onbekend nummer. Mijn hartslag gaat meteen een stuk sneller en het gevoel van angst wordt meester in mij. Nerveus open ik het sms'je.

Mijn mobiel valt uit mijn handen en hyperventilerend val ik op de grond. Wenend lig ik op de grond, als er uiteindelijk iemand mij komt helpen. Ik krijg niet mee wie het is. Uiteindelijk wordt mijn ademhaling rustiger, maar mijn zicht steeds zwarter.

~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~

Sorry dat het zolang duurde, maar ik wist gewoon echt niet meer hoe ik verder moest :/

Je hebt het einde van de gepubliceerde delen bereikt.

⏰ Laatst bijgewerkt: Aug 29, 2015 ⏰

Voeg dit verhaal toe aan je bibliotheek om op de hoogte gebracht te worden van nieuwe delen!

JazzWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu