Hoofdstuk 4

313 18 5
                                    

Ik ging op bed liggen, ik dacht aan niks. Ik staarde naar het plafond. Waarom deed hij dit? Nu wist ik tenminste dat het een hij was, een ‘man’. Maar wat moest hij van me?

Ik keek op mijn wekker, half tien. Ik besloot te gaan slapen… als dat kon.

Ik trok mijn pyjama aan en poetste mijn tanden. Mijn ouders en mijn zusje zijn niet binnen gekomen in mijn kamer, gelukkig. Morgen was ik ook ‘ziek’ besloot ik. Het was dan toch dinsdag. Er gebeurt toch niks interessants, op dinsdag. En hoe wil ik in godsnaam mijn hoofd bij de les houden?

Ik werd wakker, het was al 8 uur ’s morgens. Mijn vader had me zo te zien al afgemeld. Gelukkig, wat heb ik toch geluk…

De hele dag lag ik op bed, mijn vader kwam me eten brengen, maar ging daarna ook weer, hij zag dat ik liever alleen wou blijven.

15:10.

School is nu uit voor onze klas. Mijn mobiel trilde. Ik schrok me kapot. Dat is nu, telkens als mijn mobiel trilt, dan schrik, en niet zo’n beetje ook.

Maar het was Emily. Die het huiswerk en leerwerk doorstuurde, en aantekeningen dit keer.

Nadat ik de aantekeningen had overgeschreven kwam mijn vader mijn kamer binnen, met een brief. Er stond op met grote letters:

JAZZ

‘’Pap? Waarom krijg ik een brief?’’ ‘’Ik weet het niet,’’ zei mijn vader, en liep de kamer uit, de brief liet hij op het nachtkastje liggen. Ik wou de brief openmaken, maar iets in me zei dat ik het niet moest doen.

Waarom ook niet?

Ik opende de brief en las hem.

‘Jazz, ik heb dit al gezegd, kom om half 9 ’s morgens naar het park, in het bos, bij de kinderspeeltuin. Je haar laat je over je schouders hangen, je draagt geen make-up, neem ook niks mee, geen tas, geen mobiel. Draag ook geen sieraden. Doe je dit niet? Dan kom ik je halen.                     ,P’

Ik kom niet, ik weet het nu al. Ik ga niet komen. Ik laat die psychopaat maar wachten. Hij kan mijn zusje toch niks doen. Mijn zusje heeft wedstrijd van tennis op zaterdag. En ik had toch afgesproken om met Emily te logeren? Ik zal vast niet alleen zijn. En stel dat ik wel kom? Wat zal hij dan doen met mij? Straks ontvoerd hij mij, of vermoordt hij mij. Je weet maar nooit.

‘’Jasmine, ik ga boodschappen doen.’’ hoor ik mijn vader roepen.

‘’Oke,’’ roep ik terug.

Ik bekeek de brief nog eens goed. Wat me opviel is dat hij me Jazz noemde. Jazz.

Ik loop naar beneden, mijn vader is nog steeds boodschappen doen. Er staat een piano bij ons in de woonkamer, niet dat ik op pianoles zit. Maar we zijn een heel muzikaal gezin. Iedereen speelt minstens 1 instrument, en we zingen allemaal. En soms treden mijn ouders op met hun band, Sara en ik zingen dan wel eens in de kerk of zoiets.

Ik ga op de kruk zitten voor de piano, en begin wat te spelen. Altijd als ik een mooi lied hoor, print ik de noten ervan uit en speel ik ze op de piano. Ik kan al best wat liedjes, als zeg ik het zelf.

Als ik ben uitgespeeld blijf ik nog even op de pianokruk zitten.

Jazz

~

‘’Jass! Ben je weer beter?’’ vraagt Demi, terwijl ik met haar samen fiets. ‘’Ja hoor, gaat al een stuk beter.’’ ‘’Wat had je?’’ ‘’Buikgriep.’’ ‘’ Dat is niet bepaald fijn, haha.’’ ‘’Nee klopt,’’ glimlach ik. Het is woensdag, ik besloot dat ik uitgeziekt was, dus ging weer naar school. Ik heb geen rare sms’jes meer gekregen, ook geen brieven meer. Er is niks meer gebeurt.

JazzWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu