Hoofdstuk 5

340 18 7
                                    

Ik zak van schrik door mijn knieën. Ik tril.

‘’Jass! Wat is er?’’ hoorde ik mijn vader zeggen.

Mijn vader.

Ik kon het niet laten, ik draaide me om en knuffelde hem. Ik moest huilen,  waardoor hij nog bezorgder werd. Maar hij omhelsde me. Het voelde zo veilig. ‘’Jasmine…’’

‘’Papa.’’ ‘’Wat is er?’’ Deze vraag wou hij al veel eerder stellen, ik hoorde ook in zijn stem dat hij rustig wou overkomen, maar je hoorde de bezorgdheid.

‘’Wat is hier in vredesnaam aan de hand?’’ Het was John die dit zei. ‘’John, nu even niet, er is hier iets goed mis.’’ Mijn vader pakte met zijn hand mijn kin, zodat ik hem recht aankeek. ‘’Wat is er?’’

Mijn vader was altijd zo’n blije man, altijd grappen en moppen vertellen. Hij kon ook best streng zijn, maar alleen als het echt moest. Hij deed ook veel voor Sara en mij, hij verwende ons een beetje.

‘’Hé ehh, dan ga ik nu maar…?’’ zei John ongemakkelijk. Niemand van ons zei nog ‘doei’ tegen hem. Ik moest het vertellen, ik kon dit niet voor me houden, alleen had ik het wel liever aan mijn moeder verteld, maar dat maakte me niks uit nu.

‘’Pap, ik word ge-gestalkt en hij stuurt me rare sms’jes en hij laat me niet met r-rust, en die brief was ook van hem, en hij zou me v-vandaag k-komen… halen.’’ stotterde ik, ik was helemaal in paniek. ‘’Wie is hij?’’ vroeg mijn vader nog redelijk kalm.

‘’P.’’

‘’Pee?’’ herhaalde mijn vader, hij was verbaasd. ‘’Pap, hij noemt zichzelf P, altijd als hij een sms stuurt, eindigt hij met P. Maar hij heeft dat soms niet meer gedaan.’’ ‘’Weet je zeker dat dit geen flauwe grap is van iemand?’’ ‘’Ik weet het zeker, pap!’’ ‘’Kan je hem niet blokkeren of terugsms’en of zoiets?’’ ‘’Nee! Heb ik geprobeerd! Weet je nog van Sara, en dat ze is gevallen met de fiets?’’ Mijn vader wist dat ze van de fiets geduwd is door een vreemde man. ‘’Dat was P die haar van de fiets duwde,’’ jammerde ik.

‘’Weet je dat zeker?’’ ‘’Ja! Ik laat je het sms’je wel zien!’’

Ik rende meteen naar boven, ik hoorde mijn vader nog roepen: ‘’Welk sms’je?’’ maar dat maakte me niks uit, hij kon straks alles lezen. Alle vreselijke dingen die hij naar mij had gestuurd kon mijn vader lezen, en hij zou me beschermen.

En nu kwam ik er pas achter dat hij onder lag.

Allemaal gekraak was wat ik hoorde. Allemaal deuren.

‘’Jasmine? Wat gebeurt daarboven?’’

Ik ben bang, zo bang. Ik was net de trap op, ik ging naar mijn kamer.

Alles was kapot.

Mijn bureau was omgegooid, en alle spullen die erop lagen zijn kapot gevallen. Er lag geen deken op mijn bed, ook geen kussen. Ik wil het lampje op mijn kapotte bureau aanzetten, maar dat is nergens te bekennen. En de brief, die eerst in de la van mijn nachtkastje zat? Was ook weg. Ik weet nog goed dat ik ook gordijnen had. Ik tilde het met matras dat scheef op het bed lag op. Daar waren de gordijnen. Ik had ook nog een mat die midden in mijn kamer lag, die kon ik ook niet vinden. Toen drong iets tot me door. Mijn kledingkast. Met een ruk maakte ik de kast open.

Al mijn kleren waren gescheurd. De mat lag er ook in, maar daar zaten ook allemaal scheuren in. Dit kon niet. Hoe is hij binnen gekomen? Mijn oog viel op het raam, dat wagenwijd open stond. Ik keek door het raam, en zag daar mijn deken en kussen op de grond. Het glas dat eerste bij het raam hoorde, was helemaal kapot. Ik weet nog ook dat ik een spiegel had. Ik bekeek de kapot gescheurde kleren even goed, en zag dat er overal scherven lagen, van de spiegel. Ik deed wat kleren aan de kant, en zag toen mijn schrift, mijn schrift dat ik gebruikte voor het vak Nederlands. Op de voorkant stond met grote letters geschreven. ‘IK KOM JE HALEN.’

JazzWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu