20

952 43 2
                                    

Hoofdstuk 20:

'Tessa had het gevoel dat Leon Maikel in alles voortrok. Daar had ze een paar weken terug wat van gezegd, maar dat was Leon totaal verkeerd gevallen.'

Rechercheur Ferana liep het kamertje uit. Verbaasd bleef Viktor achter, niet wetend waarom Ferana zo snel weg liep.

Het duurde misschien wel meer dan een uur, maar Ferana kwam terug. Zijn gezicht stond bedenkelijk, alsof hij niets van Viktor geloofde.

'Er is een bevel uitgegeven om Leon op te pakken. Het is nu wachten of ze hem vinden.'

Ferana ging weer aan de stoel tegenover Viktor zitten, zijn gezicht strak gehouden.

'Wie zou je nog meer kunnen bedenken?'

Het zweet stond op het voorhoofd van Viktor. Niet alleen omdat het er erg warm was, maar de vragen die zo snel naar elkaar werden afgevuurd maakte hem zenuwachtig.

'Ik zou voor de rest eigenlijk niemand kunnen verzinnen,' zei Viktor zuchtend. Hij keek om zich heen en deed een verwoede poging om niet weer te vragen naar Tessa.

'Met wie ging ze veel om?'

'Noëlla.'

'Wie is Noëlla?'

'Een collega van haar. Ze gingen de laatste tijd steeds meer met elkaar om.'

'Zou zij op welke manier dan ook mogelijk een motief hebben om Tessa wat aan te doen? Denk buiten je gedachten, niet op het meest voor de hand liggende antwoord gaan.'

'Nee, ik zou het niet weten. Zo lang zijn Tessa en ik nog niet bij elkaar. We vertellen elkaar niet alles.'

'Heeft ze broers of zussen?'

'Ze heeft twee jongere broertjes en een zusje.'

'Wat zijn hun namen?'

'De namen van haar broertjes zijn Sem en Niels. En haar zusje heet Mara.'

'Kon Tessa het goed met hun vinden?'

'Ja, zo ver ik het weet wel.'

Ferana stond weer op en riep de bewakers bij zich.

'Breng hem wat te drinken,' was zijn strenge bevel.

Het lange verhoor putte Viktor uit. Over elke handeling en elk antwoord moest hij drie keer nadenken.

Het was vermoeiend om niet te weten of Tessa nog in leven was. Maar na de laatste keer dat hij haar zag was de kans nihil.

'Je wordt zo uitgezonden naar Nederland. Daar wordt je verder verhoord.'

Viktor knikte en slikte de brok in zijn keel weg.

'Je krijgt straks handboeien om. Er gaan twee mensen met jou mee naar Nederland, om je daar veilig af te leveren. Omdat we weten van jou status als voetballer gaan wij er alles aan doen om jou ongezien naar de gevangenis in Nederland kunt komen.'

'Bedankt.'

'Heeft u verder nog vragen?'

'Leeft Tessa nog?,' was de enige vraag die in Viktor op kwam.

'Zoals ik al eerder heb gezegd ga ik u daar verder niets over vertellen,' Ferana zijn blik stond boos, omdat Viktor voor de zoveelste keer dezelfde vraag stelde.

-

Hij zat in het vliegtuig. Tweede klas, helemaal achterin. De twee bewaarders zaten naast hem. Aan beide kanten één.

Een kans om te ontsnappen was er niet. Ook al was dat niet nodig, aangezien Viktor er niets mee te maken had.

Niet alleen hij zat opgesloten, eveneens zijn gedachten. Ze stonden stil. Geblokkeerd voor alles en iedereen.

Zijn hoofd tolde één keer in de zoveel tijd. Dit zag er niet goed uit.

Er duizelde vragen door zijn hoofd heen, waar hij geen antwoord op kon geven. Misschien frustreerde dat hem nog het meest.

Leefde Tessa nog?

Wie had het gedaan?

Ging de politie hem geloven?

Werd hij vervolgd?

Kon hij ooit weer een normaal leven met Tessa opbouwen?

Het waren zulke voor de hand liggende vragen. Maar het antwoord erop lag duizenden kilometers verder. En de benzine was op, dus stond hij stil.

Viktor had een telefoontje gehad van zijn moeder. Ze was overstuur. Ze huilde een oceaan van tranen. Het ongeloof was groot, want zij wist dat haar zoon dit nooit zou doen. Maar zij kon de mening van de politie niet veranderen, hoe graag ze dat ook deed.

Ze beloofde naar Nederland te komen, maar ook zij wist dat de kans klein was dat ze elkaar konden zien.

Zijn broertje. Die had hij nodig. Mannen onder elkaar. Dollen.

'Opstaan. We zijn in Nederland.'


AchteromWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu