26

874 44 2
                                    

Hoofdstuk 26:

Het verbaasde Viktor. Het verbaasde hem uitermate. Zijn wenkbrauwen had hij gefronst.

Zijn ogen scande de wereld om zich heen. Zoekend hield hij zijn armen om zich heen, aftastend.

'Hallo!?,' schreeuwde Viktor. Zijn stem sloeg via de muur terug naar zijn eigen oren.

Zijn hart klopte in zijn keel, en zijn emoties schoten van hot naar her. Moest hij bang zijn? Moest hij huilen?

Viktor zijn handen taste nog sneller de donkere kamer door. Voelend aan de muren, of er een deur aanwezig was, waardoor hij hier weer uit kon komen.

Waar was hij überhaupt? Zijn hoofd had een stekende pijn bij iedere stap die hij zette. Maar hij moest hier weg. Dat was duidelijk.

Viktor mocht de paniek niet zijn lichaam laten overnemen. De gevolgen konden dan misschien nog wel veel erger zijn.

-

'Mama?,' vroeg Viktor op fluistertoon aan zijn moeder, die in de wachtkamer in het ziekenhuis zat.

Viktor was binnen geweest in de kamer van Tessa. Ze lag in een kunstmatige coma, door Viktor ook wel 'welverdiende rust' genoemd. Zo had zijn moeder het altijd aan hem uitgelegd als iemand in het ziekenhuis lag, en alleen maar aan het slapen was.

Viktor had haar kusjes gegeven over haar hele gezicht. Had over haar hand geaaid en lieve woordjes in haar oor gefluisterd: 'Ik ben er vanaf nu altijd voor je prinses. Het spijt me dat ik niet bij je kon zijn. Maar ik kan niet zonder jou. Wordt alsjeblieft wakker.'

Viktor was onderweg om zijn moeder op te halen, maar het verbaasde hem dat ze niet meer in de wachtkamer zat.

Viktor: waar ben je?

Geen reactie op zijn bericht.

Viktor had zijn wenkbrauwen gefronst, maar liep door het ziekenhuis heen op weg naar de derde verdieping, misschien was ze daar wel. Viktor dacht bij binnenkomst te hebben gezien dat daar een kantine was.

De lift ging niet tot de derde verdieping. Dat leek er al toe te leiden dat hij daar eigenlijk niet mocht komen, maar hij moest wel. Zijn moeder was daar, en juist die persoon had hij nodig.

Viktor opende de deur naar het trappenhuis en liep de trappen op omhoog.

64 treden. Hij had ze geteld tijdens het traplopen. 4 trappen.

De deur van het trappenhuis op de derde verdieping opende hij. Met een flinke portie moed liep hij naar binnen. Maar het was er stil. Donker. Viktor wist nu al zeker dat hier bijna niemand kwam.

Misschien was dit wel het eerste dat hij besefte dat dit niet goed was. Maar hij moest verder.

Bibberend stapte hij kleine muizenstappen vooruit. Zijn voeten zette hij zo zachtjes mogelijk neer, zodat ze hem hopelijk niet zouden horen.

Viktor deinsde naar achteren toen hij een gestalte door de andere gang had zien lopen. Tegen de muur aan gedrukt bleef hij luisteren tot het geluid weg was.

Het duurde een paar minuten, maar Viktor durfde weer een stap te zetten.

Muisstil was het er. Niemand mocht deze oorverdovend stilte verstoren. Dan kon je de spelt niet meer horen vallen.

-

Viktor had nog steeds een vervelend gevoel, en liep de kamer af opzoek naar iets. Hij had geen specifiek doel.

Zijn handen vonden een deur. Nu moest hij de deurklink nog vinden.

Hij trok eraan. Probeerde er beweging in te krijgen. Maar hij stond vast. Hij was dicht. Op slot.

Viktor draaide zich om en liet zijn lichaam afzakken via de deur. Nu zat hij op de grond. Proberend om zichzelf heen te kijken, maar het enige wat hij kon zien was duister.

Waren er geen ramen?

Viktor dacht aan het briefje dat op zijn deurmat had gelegen. Hij had moeten snappen dat dit ging gebeuren.

Jij moet heel goed oppassen.

Het kon Noëlla niet zijn. Evenmin Maikel. Die zaten vast, en konden dit niet doen.

Zijn hersenen maakte, voor de zoveelste keer in een aantal weken, overuren. Overal kwam informatie vandaan, maar geen bruikbare.

Wie had dit gedaan?

Tessa. Tessa. Tessa. De persoon die dit bij Viktor deed had onbeperkt toegang tot Tessa. De persoon die dit had gedaan had ook geprobeerd Tessa de dood in te jagen.

AchteromWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu