17

124 18 2
                                    

Mike was te laat, waardoor ik ook later ben. Als we op het parkeerterrein van de school aankomen, zijn alle parkeerplaatsen al bezet. Behalve de plek die iedereen het liefst heeft. De plek helemaal aan het eind.
Vlak bij het stek.

De plek naast James' Porsche Boxster.

"Hoe flik je dat nou weer?" Vraagt Mike, terwijl hij zijn tas op zijn schouder zwaait en uit mijn kleine auto tevoorschijn komt. Hij staart James aan alsof hij een van de meest sexy goochelaars van de wereld is. (Wat misschien ook wel zo is maar even dat ter zijde)
"Hoe flik ik wat?" Vraagt James, zijn wenkbrauwen opgetrokken als hij naar mij kijkt.
"Deze plek krijgen, Je moet er al zijn voor het schooljaar begint wil je hier kunnen parkeren." Overdrijft Mike.

James lacht en wil dat ik hem aankijk. Ik geef hem slecht een kort knikje waardoor het lijkt of hij slechts de postbode of taxichauffeur is, in plaats van de jongen die al sinds onze eerste ontmoeting mijn gedachten steelt.

"De bel gaat zo." Zeg ik snel waarna ik me door het stek haast het schoolgebouw in. James beweegt zo snel, dat hij me zonder moeite in weet te halen en eerder bij de deur is dan ik.

Ik storm op Destiny, Stacia en Tristan af en trap expres tegen de tas van Stacia, die zoals altijd met opzet voor mijn voeten neer word gesmeten. Stacia kijkt op naar James en vraagt: "Hé, waar is mijn rozenknop?"

Zodra ik zijn antwoord door het lokaal hoor galmen, "Sorry, vandaag niet.", heb ik meteen spijjt van die kleine uitbarsting.

Hij laat zich naast mij op de stoel zakken en kijkt me vermaakt aan. "Geen goed humeur vandaag?" Hij glimlacht.

Nonchalant haal ik mijn schouders op en laat mijn rugzak met een plof op de grond vallen. "Vanwaar de haast?" Hij buigt voorover. "Meneer Robbins is vandaag thuisgebleven."

Verbaasd kijk ik hem aan. "Hoe weet jij..." Maar ik stop met praten voor ik mijn zin afgerond heb. Hoe kan hij in hemelsnaam weten wat ik weet? Ik weet namelijk dat meneer Robbins met een enorme kater en groot verdriet om zijn vrouw (die hem pas verlaten heeft) thuis zit.

"Ik zag de invalster toen ik op je wachtte op het parkeerterrein." Weer grijnst hij. "Ze stond er wat verdwaald bij. Dus ik heb haar naar de lerarenkamer begeleid. Ze leek zo in de war dat het me niet verbaasd als ze naar het biologielokaal loopt."
Op het moment dat hij dat zegt, weet ik dat hij niet liegt.

"Dus, zeg het maar?" Begint hij zuchtend. "Wat heb ik gedaan wat ervoor zorgt dat je zo boos bent op mij?"

Ik til mijn hoofd op als ik zie dat Stacia iets in Tristan's oor fluistert, waarna ze woedend mijn kant op kijken.

"Gewoon negeren, het zijn idioten." fluistert James, als hij dichter naar me toe komt en zijn hand op de mijne legt. "Het spijt me dat ik er zo weinig ben. Ik heb bezoek, ik kan amper weg."

"Oh, bedoel je Lauren soms?" Ik merk meteen hoe afschuwelijk dat mijn mond uit komt, zo jaloers dat ik ervan schrik. Dat was niet helemaal de bedoeling. Graag zou ik doen alsof ik niet heb gemerkt dat alles veranderde toen zij opdook, maar in mijn geval is dat onmogelijk. Ik ben eerder paranoïde dan naïef.

"Melanie..." Begint hij zacht.

Nu ik ben begonnen, kan ik net zo goed doorzetten. "Heb je Jade onlangs nog gezien? Ze ziet er uit als een exacte replica van Lauren. Ze kleed zich als Lauren, gedraagt zich als Lauren en heeft nu ook dezelfde kleur ogen. Kom tijdens de lunch maar aanschuiven, dan kun je het met je eigen ogen zien." Kwaad kijk ik hem aan. Alsof het allemaal zijn schuld is. Maar zodra onze blikken elkaar weer vinden is er weer die sprankel in zijn ogen die mijn wereld doet oplichten. Ik ben weer net een stukje metaal en hij is opnieuw de magneet...

Hij haalt diep adem schud langzaam zijn hoofd en zegt: "Melanie, het is niet wat je denkt."

Ik trek mijn hand terug, leun naar achteren in mijn stoel en bijt op mijn lip. Hoe kan hij nou weten wat ik denk?

"Laat me het goedmaken. Mag ik je mee uit nemen? Naar een speciale plek? Alsjeblieft?"

Ik kan de warmte van zijn blik voelen en kijk hem dan ook niet aan. Ik wil hem in spanning en twijfel laten. Ik wil genieten van de macht, zolang dat kan.

Ik schuif in mijn stoel, kijk kort op en zeg: "We zullen zien." Er klinkt zo'n mysterieuze toon in mijn stem, dat ik er trots op ben. Eindelijk heb ik de rollen eens omgedraaid.

Na het vierde uur, geschiedenis, zie ik James buiten het lokaal op me staan wachten. Ik neem aan dat hij met me mee wil lopen naar de lunchtafel. "Ik gooi even mijn rugzak in mijn locker, dan kunnen we gaan."

"Nee, is niet nodig." Als ik hem diep in de ogen kijk, lijkt de wereld te krimpen, tot er niet veel meer over is dan hij. Hij grijnst en slaat zijn arm om mijn middel heen. "De verrassing begint nu meteen."

"Verrassing?" Vraag ik verbaasd.

Hij glimlacht. "Je weet wel. Ik neem je mee naar een speciale plek, zo speciaal dat je me vergeeft voor al mijn tekortkomingen."
"Hoe zit het met de rest van de lessen? Spijbelend we de hele dag?" Ik sla mijn armen over elkaar, maar dat is eigenlijk maar gewoon voor de show. Hij beweegt naar me toe en lacht. Zijn lippen strelen langs de zijkant van mijn nek als ik hem zachtjes 'ja' hoor zeggen. Als ik me losmaak uit zijn omhelzing, hoor ik mezelf ineens "Hoe dan?" Zeggen in plaats van 'nee'.

"Geen zorgen." Hij grijnst en geeft een kneepje in mijn hand als we samen door het hek naar buiten gaan. "Bij mij ben je altijd veilig." Grijnst hij.

The OneWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu