4

187 24 5
                                    

Als de bel aangeeft dat de lunchpauze begint, zwaai ik mijn rugzak over mijn schouder en loop ik richting ons vaste tafeltje, waar ik Jade en Mike al zie zitten. Als ik vervolgens merk dat James ook aan de tafel plaats heeft genomen, wil ik me het liefst omdraaien en het op een lopen zetten.

"Je mag er bij komen zitten, als je belooft niet naar James te staren." Mike lacht om zijn eigen grap. "Staren is erg onbeleefd, heb je dat nooit geleerd Melanie?" Ik kijk hem aan met een vernietigende blik en ga op het bankje naast hem zitten, om goed te laten weten dat James' aanwezigheid me niets kan schelen. "Tsja, ik ben opgevoed door wolven, wat kan ik zeggen?" Ik houd me druk bezig met het openmaken van mijn lunchpakket. "Ik ben opgevoed door een travestiet en een romanschrijfster." Reageert Mike, als hij naar voren leunt om een snoepje van Jade haar cakeje te stelen. "Sorry schat, dat ben je niet, dat is Chandler van Friends." Valt Jade hem lachend in de rede. "Nee, ik dan. Ik ben opgegroeid in een heksenkring. Ik was een vampierprinses, geliefd en aanbeden door iedereen. Woonde in een kasteel en ben hier terrechtgekomen aan deze plastic tafel met dit stelletje losers." Dan kijkt ze naar James. "En jij?"

Hij neemt een klein slokje van zijn drankje, een rare, rode vloeistof in een glazen flesje. Vervolgens kijkt hij ons alle drie aan als hij antwoord: "Italië, Frankrijk, Amerika, Spanje, Mexico, New Orleans, België, New York, Oregon, Egypte en in de tijd daar tussen ook nog een hand vol landen." Een grijns verschijnt op zijn gezicht. "Als je zo vaak moet verhuizen, zit je vader vast en zeker in het leger." Lacht Mike. Hij plukt nog een snoepje van Jade haar cupcake en gooit het naar haar. "Melanie heeft ook in Oregon gewoond." Vult Mike aan. "Ik ook, Portland." "Oké." antwoord hij met een blik die zegt: vroeg ik dat? Jade stuurt hem een vijandige blik en na mijn eerdere blunder ziet ze mij nog steeds als een bedreiging in de strijd om zijn liefde. Die dus niet bestaat, omdat ik niks voor hem voel. Zo leuk vind ze het niet dat de aandacht weer op mij is gericht.

"Waar woonde jij dan?" Vraagt hij. "Eugene." Mompel ik, terwijl mijn ogen op mijn sandwich gericht zijn, en ik heel hard mijn best doe om niet op te kijken. Elke keer als ik hem aankijk, kleuren mijn wangen rood en krijg ik een warm gevoel. Toen zijn voet daarnet per ongeluk de mijne raakte, gierde er voor de zoveelste keer een tintelend gevoel door mijn lichaam heen. Ik word er gek van.

"Hoe kom je nu hier terrecht dan?" Vraagt hij terwijl Jade alweer een stuk dichter naar hem toe leunt. Ik pers mijn lippen stijf op elkaar na het horen van die vraag. Zenuw tik, ik pers altijd mijn lippen op elkaar als ik nerveus word. Ik praat nooit over mijn oude leven. Ik zie simpelweg het nut er niet van in om alle vreselijke details op te lepelen. Om uit te leggen dat het omkomen van mijn hele familie mijn schuld is. Nee waarom zou ik? "Lang verhaal." Mompel ik bijna onverstaanbaar. Ik voel zijn blik, warm, uitnodigend, indringend. Ik word nerveus, waardoor ik mijn flesje water laat vallen. Ik kan hem niet meer vangen, dus kan ik alleen maar toekijken hoe de inhoud over de tafel klutst.

Nog voor het flesje de tafel raakt, heeft James het al vast. Hij glimlacht en geeft hem terug. En daar zit ik, starend naar mijn flesje om hem maar niet aan te hoeven kijken. Ben ik serieus de enige die zag dat hij zo snel bewoog, dat zijn lichaam bijna wazig leek? "En hoe is het nou eigenlijk in New York? Is het werkelijk zo goed als iedereen beweert?" Vraagt Mike. Ik eet het laatste stuk van mijn sandwich op en maak mezelf wijs dat ik het me verbeeldde.
Ik wacht tot Damen buiten gehoorafstand is en draai me vervolgens met grote ogen om naar mijn vrienden om te vragen: "Hoe kwam hij aan onze tafel terecht?" Ik huiver als ik hoor hoe beschuldigend mijn stem klinkt. "Hij wilde graag in de schaduw zittem, dus boden we hem een plekje aan." Mike haalt zijn schouders op en gooit zijn lege flesje in de prullenbak. "Niets belangrijks hoor, niet aan achterbakse list om jou voor schut te zetten."

"Je had die opmerking over staren wel achterwege mogen laten," Zeg ik, ookal weet ik dat het overdreven en idioot is. Ik weiger hardop te zeggen wat ik denk, want ik wil ze niet kwetsen. Een terechte, maar onvriendelijke vraag spookt steeds door mijn hoofd. Waarom zou een jongens al James met ons om willen gaan?

Even alle gekkigheid op een stokje, van alle leerlingen op de hele school, alle groepjes waar hij zo bij kan aanschuiven, waarom kiest hij voor ons? Waarom kiest hij voor 3 kneusjes 1e klas, de 3 losers die nergens bij horen. "Doe even normaal, hij kon er wel om lachen." Verdedigt Mike zichzelf. "Oh, voor ik het vergeet. Hij komt vanavond ook langs, bij jou thuis. Ik zei dat een uur of 8 prima was." "Wat?" Met open mond kijk ik hem aan. Opeens herinner ik me dat Jade tijdens de lunch alleen maar kon denkne aan wat ze moest aantrekken, terwijl Mike zich afvroeg of hij tijd had om nog even onder de zonnebank te gaan liggen. Nu begrijp ik het.

"En omdat hij verder toch niemand kent, vonden wij dat we het recht hadden om hem voor onszelf te houden. Dan kunnen we er ook voor zorgen dat hij geen nieuwe vrienden maakt." "Maar.." "Ik ben er iets na achten." Deelt Jade mee. "En even voor alle duidelijkheid, ik claim bij deze de plek naast James in het bubbelbad!" "Hé! Dat kun je niet zomaar doen! Dat is niet eerlijk Jade!" Reageert Mike hoofdschuddend. Jade zwaait haar hand in de lucht terwijl ze naar de les huppelt.

Vroeger had ik nooit met mensen als Mike en Jade gezien willen worden. Ik had niks te maken met die buitenbeentjes, scholieren met problemen of de pispaaltjes van de klas. Ik hoorde bij de populaire groep. Ieder van ons was knap, sportief, rijk, getalenteerd of slim. Het liefst een combinatie van alles. Ik ging naar alle schoolfeesten, ik was cheerleader en had zelfs een vriendje. Brandon. Hij was de 6e jongen die ik gezoend had. Ik was dan wel nooit gemeen tegen iemand buiten ons clubje, maar ik zag ze ook niet staan, ik had niks met ze te maken dus deed ik alsof ze onzichtbaar waren.

Nu ben ik zelf een onzichtbare tiener, dat wist ik vanaf het moment dat Brandon me kwam opzoeken in het ziekenhuis. Hij kwam ontzettend lief en meelevend over, maar gedachten spreken altijd boekdelen, bij iedereen. Ik wist dat hij afstand aan het nemen was. Hij vond het niks, al die infuusnaalden in mijn aderen om me in leven te houden. Ja, hij vond het ongeluk vreselijk, en ja, hij vond het vreselijk dat ik mijn familie was verloren.

Mijn eerste dag hier op school deed ik dan ook geen moeite om deel te nemen aan de testperiode van het populaire groepje, onder leiding van Stacia en Tristan. Ik liep meteen in de richting van Jade en Mike, die 'anders' waren en die mijn vriendschap accepteerden. Ze stelden geen verdere vragen. Ze accepteerden me. Op het eerste gezicht zijn we er met zijn drieën misschien een beetje raar uit, maar om eerlijk te zijn zou ik niet weten wat ik zonder ze zou moeten.

Dat is dan ook the main reason waarom ik zo ver mogelijk bij James uit de buurt wil blijven. Hoe hij het ook elke keer flikt om mijn hele huid te laten tintelen, hoe het ook mag zijn dat de halve wereld stilvalt als hij iets zegt, ik kan niet toegeven aan de verleiding die ik voel. Ik zet mijn vriendschap met Jade daarvoor niet op het spel. Bovendien durf ik het niet aan om zo'n enorm groot risico te nemen...

Alle daaropvolgende lessen volg ik samen met James. Hij zat dan wel niet naast me, zijn aanwezigheid was behoorlijk duidelijk. Alle meisjes zaten te kwijlen en de gedachten van alle meisjes gingen over niet anders dan hem. Als de bel gaat zit de laatste les, tekenen, er ook op. Ik lever mijn werk in en leg de kwasten weg. Ik loop naar de deur en wil deze open doen, als een grote hand me voor is en hem voor me open duwt. "Hey, Melanie. Je vrienden hebben me uitgenodigd om vanavond langs te komen. Maar ik ga het helaas niet halen." "Oh!" Die had ik niet zien aankomen. Ik schaam me al snel als ik merk hoe opgelucht en blij mijn stem klinkt. "Hé jammer, weet je het zeker?" Vraag ik nog uit beleefdheid, ookal weet ik dat ik ontzettend onbeschoft klonk en het al geen zin meer heeft. Hij begint te lachen. "Ja, ik weet het echt zeker. Ik zie je maandag!" Zegt hij voordat hij voor me uit loopt naar zijn auto, die op een plek geparkeerd staat waar het niet mag, en om onverklaarbare redenen draait de motor al. Als ik bij mijn auto aankom, zie ik Mike al wachten.

"Wat was dat?" Vraagt hij met gefronste wenkbrauwen. "Niks, hij vertelde dat hij het vanavond niet zou halen en dat hij niet zou komen." Hij slaat zijn armen over elkaar terwijl ik mijn schooltas op de achterbank gooi. "Wat heb je gezegd waardoor hij vanavond niet kan komen?" Vraagt hij terwijl ik ga zitten en meteen de motor start. Hij komt naast me zitten. Ik haal als antwoord mijn schouders op. "Niks, hij zou het niet kunnen halen om vanavond te komen, dus hij komt niet. Ik heb niks verkeerds gezegd hoor." "Oké, als jij het zegt." Ik sla rechtsaf de straat in waar Mike woont, en rijd de oprit op. "Ik zie je." Zegt hij, waarna hij de portier dicht gooit en zijn hand nog eens naar me opsteekt voor hij naar binnen loopt. Ik druk een keer op de toeter en mijn claxon klinkt door de straat, waarna ik de auto draai en naar huis rijd.


The OneWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu