8

146 20 1
                                    

De volgende ochtend maak ik me klaar voor school, en twijfel ik tussen een perzik-roze sweater en een babyblauwe sweater. Ik trek uiteindelijk mijn perzik-roze sweater over mijn hoofd en pak de lipgloss van het kastje in mijn slaapkamer en kijk in de spiegel. Op het moment dat ik het op wil doen, rol ik met mijn ogen, mezelf belachelijk makend en pak een gewone lippenbalsem. Ik smeer een dof, wasachtig laagje op mijn lippen. Ik wrijf ze over elkaar en zwaai mijn tas over mijn schouder. Ik stap in de auto en rijd direct naar school, aangezien Mike het eerste uur vrij is.

Tegen de tijd dat de Engelse les begint, ben ik misselijk en zenuwachtig en heb ik zweethanden. Waarom? Geen idee... Dan zie ik Stacia en James praten en kan ik 'paranoïde' aan het lijstje toevoegen.

"Pardon." Mompel ik. Ik kom bij de plek aan waar dit keer niet Stacia's valstrik in de weg ligt, maar de lange benen van James uitsteken. Hij negeert me en blijft o haar tafel zitten. Terwijl ik toekijk, houdt hij zijn hand achter haar oor en tovert daar een roos vandaan. Nog in de knop.
Een enkele, witte rozenknop.
Een echte, frisse, glinsterende rozenknop compleet, met dauwdruppel erop.

Wanneer hij die aan haar geeft, slaakt ze een verrukte kreet, alsof ze net een diamant heeft gekregen. "O mijn god! hoe dóé je dat?!" Piept ze. Ze houd de bloem omhoog, zichtbaar voor de hele klas. Ik pers mijn lippen op elkaar en grijp naar mijn Ipod, die ik aanzet zodat ik haar niet meer kan horen. "Ik wil er graag langs." mompel ik. Ik kijk op, recht in de mooie ogen van James. waar ik een kort gevoel van warmte opvang voor zijn blik kil word en hij opzij gaat.

Met grote passen storm ik naar mijn eigen tafel. Als een zombie, een robot zonder enige gevoelens. De ene voet voor de ander, wat automatisch goed gaat. Ik laat me geërgerd op mijn stoel zakken en ga verder met de routine; ik pak papier, een pen en mijn boeken. Ik doe alsof ik niet merk hoe verschrikkelijk veel tegenzin James laat zien, als hij van meneer Robbins op zijn plek naast mij moet gaan zitten.

"What the hell happened?" roept Jade als ze haar haar opzij schuift om recht voor zich uit te kijken. "Ik wist dat het niet lang kon duren..." Mike schud zijn hoofd en kijkt toe hoe James indrukt maakt op het populaire groepje, met zijn charmes, magische pen en die achterlijke rozenknoppen. "Ik wist dat het te mooi was om waar te zijn. Zei ik dat ook niet precies zo tegen jullie op de eerste dag. Kunnen jullie je nog herinneren dat ik dat zei?"

"Nee." Bromt Jade chagrijnig. "Toch is het zo," Gaat Mike verder. "Misschien heb je het niet gehoord, maar ik heb het je gezegd." Ik kijk naar mijn boterham en haal mijn schouders op. Ik heb geen zin in een discussie over wie wat heeft gezegd en wanneer. Ik wil ook helemaal niet meer naar James kijken, die een compleet boeket witte rozen tevoorschijn tovert van achter Stacia's oor, uit haar mouw, uit haar tasje en haar laag uitgesneden shirt.

Mijn hoofd tolt nog van de les Engels, toen James me een briefje wilde geven, terwijl meneer Robbins bezig was met de presentielijst.

Hij was voor Stacia.

"Geef 'm maar lekker zelf door." Siste ik en ik weigerde het briefje aan te raken. Nog steeds vraag ik me af, hoe zo'n klein briefje, opgevouwen tot driehoek, toch zo kwetsend kan zijn. "Toe nou," Hield hij vol en schoof het briefje naar me toe, zodat hij vlak naast mijn hand lag. "ik beloof je dat niemand het merkt." "Daar gaat het niet om." Ik keek hem chagrijnig aan. "Wat is dan het probleem?" Hij keek me verward aan, met zijn grote, mooie ogen op de mijne gericht.

Ik wilde het stomme papiertje gewoon niet aanraken. Ik wilde niet weten wat er stond. Ik zou de woorden voor me zien, zodra ik het aanraakte. Wetende dat ik de woorden uiteindelijk toch wel te horen zou krijgen vanuit de gedachten van Stacia, maar dan kon ik nog altijd doen alsof de woorden waren aangetast door een dom wicht. Maar als ik het briefje zou aanraken, dan zou ik weten dat het er allemaal echt stond. Zoiets wilde ik niet zwart-wit zien.

"Geef het zelf maar door," Herhaalde ik een laatste keer. Ik veegde het briefje met de achterkant van mijn potlood weg, waardoor het van tafel viel en op de grond viel. Ik haat de manier waarop mijn hart woedend tegen mijn borstkas bonkte, toen hij begon te lachen en het papiertje opraapte.

Ik haat ook het gevoel van opluchting dat door me heen gaat, als hij het briefje in zijn zak steekt in plaats van de hij het aan haar gaf

"Aarde aan Melanie. Zeg, Mel, ben je er nog?" Hard schud ik mijn hoofd heen en weer en kijk ik Mike aan. "Ik vroeg je wat er gebeurd was. Niet dat ik je ergens van beschuldig, maar jij bent wel de laatste die hem gezien en gesproken heeft." Wist ik het maar, denk ik terwijl ik hem aankijk. Ik denk aan de tekenles van gisteren. De manier waarop hij mijn huid liet tintelen toen hij zijn hand op mijn wang legde, en de manier waarop zijn ogen de mijne zochten. Op dat moment dacht ik dat er iets was tussen ons, iets speciaals.

Dan denk ik aan het meisje met de rode haren in het restaurant vrijdagsavonds. Haar was ik alweer vergeten. Ik voel me in idioot. Dat ook maar een moment lang dacht dat hij iets in mij zag. Dat is natuurlijk typisch James. Hij is een player, dit soort dingen doet hij aan de lopende band.

Ik kijk nog eens naar de lunchtafel waar hij zit. Ik krijg nog net mee hoe Stacia hem helemaal voor zichzelf wil. Ik bijt op mijn lip en kijk Mike weer aan, om de omhelzing tussen die 2 niet te hoeven zien. "Ik heb niks gedaan." Antwoord ik Mike dan. Ik begrijp net zo weinig van James' gedrag als Mike en Jade, alleen ik durf het niet toe te geven. Mike zucht. "Voel je je nu net zo leeg en alleen als ik?" Dolgraag zou ik toegeven, dat ik veel gevoelens heb voor James waar ik de ballen niet van snap, en hem alles vertellen wat er is gebeurd tijdens de Engelse les. Ik schud mijn hoofd en zeg niets. Ik sta op, pak mijn spullen en loop naar de volgende les, nog voor de bel is gegaan.

The OneWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu