krak.... krak... Ik kijk achter me, 'Emma?' Zou ze hier zijn? Zou ik er naartoe lopen? Of is dat een te groot risico? Ik weet het niet meer, alle vragen, het zijn er te veel. krak.... krak... het komt dichterbij. Ik zet mijn oren op scherp en luister aandachtig. Weer hetzelfde, maar steeds harder. 'Emma?' Zeg ik zacht, ik durf niet harder te praten. Beweeg me niet, geen enkel spiertje. Te bang om gehoord te worden. krak...krak..krak.. Het gaat steeds sneller, ik druf niet meer te ademen. Het is te donker om iets te zien, maar toch probeer ik te achterhalen wie er voor me staat. Ik weet zeker dat er iemand voor me staat, ik voel z'n adem in mijn gezicht. En een zwarte vlek tussen de bomen. 'Pas op...' fluisterd degene, zo zacht dat ik het amper kan horen. 'Pas op...' Hoor ik nog een keer. Mijn lichaam verstijft, zo erg dat ik me verlamd voel. Mijn keel voelt zo droog aan dat ik niet kan praten, maar ik wil vragen wie hij is. Of wie zij is. Terwijl ik mijn mond open probeer te doen om er wat geluid uit te krijgen, komt het zwarte vlekje dichterbij. Stap. Voor stap. Het liefst wil ik keihard wegrennen, maar mijn lichaam laat het niet toe. Ben ik te laf om te rennen? Of ben ik echt verlamd? In mijn gedachten gil ik, maar er komt alleen een heel zacht piepje uit. Op het moment dat het vlekje bij me is, is het helemaal zwart. Zo zwart als het maar kan, als een raaf die langs is gevlogen. Maar die voor mijn ogen blijft. Dan hoor ik stemmen, verweg, maar toch. Ik hoor ze goed. 'Liefje?' Zegt een vrouwen stem. 'Wat is er gebeurd?' Nog een keer. Mijn been begint gevoel te krijgen, een aanraking die ik meteen voel. Het voelt als een warme windvlaag, ik wil dat hij blijft. Dan voel ik ook mijn nek, maar het voelt niet zo fijn. Het is het tegenover gestelde van koud, het doet pijn. Mijn handen willen naar mijn nek grijpen, maar dat doen ze niet. Steeds voel ik meer plekken, ze zijn allemaal koud. Dit wil ik niet. Waar ben ik? 'Help' zeg ik. 'Help!' Ik probeer te herinneren wat ik hier doe, hoe ik hier ben gekomen. Maar ik weet het niet, ik weet niks meer! Op dat moment zie ik een zonlicht op mijn huid schijnen, warmte. Alleen maar warmte, het doet me goed. Mijn ademhaling gaat opeens weer op normaal tempo, ik was bang. Dan ruik ik ook frisse lucht, diep snuif ik het in. Als ik in de zon kijk, zie ik... ik zie Emma. Ze kijkt me aan, verdrietig. Zo heb ik haar nog nooit gezien. 'Emma!' schreeuw ik, de warmte uit mijn lichaam verdwijnt weer en de koude rilling komt terug. De zon verdwijnt en de frisse lucht ook. 'Nee! Emma! Kom terug!' Roep ik haar achterna, maar ze is weg. Snel kijk ik om me heen, het bos is terug en weer hoor ik gekraak. Ik snap dit niet, wat is dit? Ik begin te schreeuwen, hard te schreeuwen. Mijn armen kunnen eindelijk weer bewegen en ik knijp ze fijn. De tranen rollen over mijn wangen, nog een schreeuw. Ik veeg mijn tranen weg en kijk naar een ster. 'Waar ben ik toch? Help me, alsjeblieft!' Geen reactie. 'Alsjeblieft!' Roep ik, maar niemand hoort me. Ik ben alleen. Alleen op de wereld. En er is niemand die me gaat helpen. 'Word wakker.' Hoor ik een stem zeggen. 'Alsjeblieft word wakker!' Een druppel komt naar beneden, nog een en nog een. Ze landen op mijn schouder, maar ze komen niet van boven. Ze komen van voor, ik staar voor me, hoe kan het van daar regenen? Ik kijk goed om me heen, de wereld... Die staat verkeerd. Mijn benen trillen en ik verlies mijn evenwicht. Het zwarte word fel. Heel vel, het lijkt alsof ik in een andere wereld kom.
'Schatje! Je bent wakker!' Hoor ik mijn moeder roepen, die naast me op de grond zit. Ze heeft gehuild, wat is er gebeurd? Ik herinner me een bos.... En... En Emma! 'Emma!' Ik schiet omhoog. 'Rustig, rustig!' Zegt m'n moeder snel. 'Papa is een dokter aan het halen, je lag hier gewoon op de grond en ademde amper. Ik was zo bang je kwijt te raken!' Ze omhelst me stevig, waardoor ik weer bijna geen lucht krijg. 'Wat is er gebeurd, Jennet?' Vraagt ze dan bezorgd. Ik twijfel, zal ik zeggen wat ik droomde? Of zou ze dan weer door vragen waarom ik dat droomde? En hoe ik dan ben flauwgevallen? Mijn droom leek zo veel langer dan een paar minuten. Een minuut is zo voorbij, maar mijn droom duurde een eeuwigheid! Als ik het zeg, dan moet ik vertellen wat er met Tom is gebeurd. Dat kan mijn moeder niet aan! Ze houd niet veel meer van mijn vader, maar als ze erachter komt, dan vertrouwd ze niemand meer! 'Ik weet niet.. ik... ik stond op en.... nu ben ik weer wakker... Wat is er gebeurd?' Mijn moeder kijkt indringend, dat doet ze niet vaak. Vooral omdat ze het toch niet goed kan, ze verliest altijd om zo maar te zeggen. 'Hier, wat water.' Zegt ze en geeft me een glaasje water aan. Ik heb eigenlijk best wel dorst, dus het glaasje water was binnen een paar seconden weer leeg. En toen was het stil. Het is gewoon een ongelofelijke, ongemakkelijke situatie. Ik bedoel, Tom is vermoord door mijn vader en Emma is verdwenen! En de directeur word waarschijnlijk ook nog vermoord.. Opeens heb ik helemaal geen vertrouwen meer in mezelf, misschien moest ik het laten rusten. Maar ik kon Emma toch niet gewoon vergeten? Ik kan Emma nooit meer optijd vinden en dan nog de directeur redden, terwijl we zo vaak naar het politiebureau moeten. En nu ik flauw ben gevallen, gaat m'n moeder ook alleen maar bezorgd doen en op me letten. Waarschijnlijk kan ik de komende tijd niet meer zelfstandig naar buiten.
Een tijdje geleden kwam de dokter, hij controleerde mijn hartslag, bloeddruk en dat soort dingen. Hij testte mijn ogen en reactievermogen. Hij kwam tot de conclusie dat ik wat zuurstoftekort heb gehad en dat ik de komende 24 uur veel moet drinken en me niet op moet winden. Voor de rest moet ik op de bank zitten en veel drinken. Het is ook beter om deze week niet uit te gaan of wat dan ook, maar ik moet wel regelmatig naar buiten om frisse lucht te krijgen. Als ik duizelig word of weer flauwval, dan moet ik naar het ziekenhuis komen. Hij vertelde ook dat de oorzaak (inderdaad) hyperventilatie was. De rede waarom wist ik natuurlijk niet meer. Toen de dokter eindelijk weg was, volgde m'n moeder gelijk het advies van de dokter op; Ik werd op de bank gelegd, met een dekentje, een lading drinken, het raampje stond open en de tv stond aan. Ze belde ook gelijk al mijn afspraken af met vriendinnen. Ik werd boos, maar m'n moeder zei dat ik me niet teveel moest opwinden... In het boekje kijken heeft nu ook geen zin, want wat schiet ik ermee op? Ik zit hier gewoon vast, ik mag nu niks meer!
Ik zit al de hele dag op de bank, een beetje op mijn laptop te klooien. Ik verveel me zo erg! M'n moeder is boodschappen aan het doen en m'n vader zit weer in zijn kantoor. Hij zit vast een plannetje te bedenken om de directeur te vermoorden, zo kan ik ook wel mijn geld verdienen. Dan hoor ik boven opeens dat mijn vader aan het vloeken is, hij vergeet steeds dat het hier in huis best hoorbaar is. Ik besluit om te kijken. Dat ik van de bank stap, maakt me al helemaal duizelig. Als je de hele dag stil zit en vervolgens opstaat, maakt dat je evenwicht erg uit balans. Sluipend ga ik de trap op, ik doe mijn best om de trap niet te veel te laten kraken. Op mijn teentjes loop ik verder naar mijn vader's kantoor. Heel voorzichtig kijk ik om het hoekje van de deur, de deur die vrijwel altijd dicht is. Mijn vader kijkt naar buiten en houd iets in zijn hand. 'We gaan het doen, maar de afspraak duurt alleen even! ... Ik zeg toch dat het even duurt! ... Nee, nee! Je wilt toch ook dat hij gestraft word! Je doet mee of ik zal je leren!' Met een enorme kracht gooit hij zijn bureau leeg. Hij houdt nogsteeds met zijn linkerarm iets onder het bureau. Als hij gaat zitten, legt hij zijn armen neer. Maar het voorwerp wat ik zie, is niet zomaar iets... Mijn vader heeft een pistool!
JE LEEST
Het rode meisje
Mystery / ThrillerJennet lijdt een heel normaal leven, maar dan word het vriendje van haar zus vermoord. Alsof dat nog niet erg genoeg is, verdwijnt een tijdje later haar zus ook nog. Grote zoektochten volgen, maar Jennet gaat er zelf op uit. Was de moord geplant en...