Hoofdstuk 20 ~ Jennet

201 5 2
                                    

De woorden van James komen hard aan, hij is de zoon van de directeur? Hij is de zoon van die ene directeur die mijn vader wilt vermoorden? Hij is de zoon van die directeur die zo gewelddadig is, die een dief en een leugenaar is. Maar hoe kan James zo knap zijn, want ik moet eerlijk zeggen dat de directeur niet bepaalt knap is. Ik kijk James aan, ik zie opeens verraad in zijn ogen. Hij wilt helemaal niet de zoon van de directeur zijn, hoe gaat hij zijn vrienden uitleggen dat zijn vader veroordeelt was wegens zwartmaken, aanranding, diefstal en geweld? Onze vaders zijn wat dat betreft met elkaar te vergelijken. Ik wil nu wegrennen, de deur dicht gooien en voor altijd rennen. Het maakt niet uit hoe moe ik dan ben, ik wil weg van alles. Van de leugens, waarom hadden ze dit niet verteld? Waarom mocht ik het niet weten? Alsof ik anders over James zou denken, echt niet.

‘Waarom hadden jullie dat niet eerder gezegd? Is het nu zo erg? Het blijft je vader, dus wij gaan er alles aan doen om hem te redden. ‘ Ik kijk James aan, ik voel wat voor hem. Ik kan er niks aan doen, hij is gewoon zo lief. En nu begrijp ik ook waarom hij dit doet, hij wilt zijn vader redden, ook al is het een slecht mens. Maar Emma en ik gaan proberen om onze vader juist de bak in te krijgen, zodat hij niemand meer pijn kan doen. ‘Emma, kan ik je even onder vier ogen spreken?’ James kijkt me bezorgt aan, wat is dit? Wilt hij nog meer gaan vertellen? Ik zou niet weten hoe erger het nu nog kan worden. Maar daar ga ik dan snel achter komen, hij wilt me niets voor niets alleen spreken.

We zitten op zolder, een hele gezellige zolder. We zitten knus naast elkaar, ik vind het wel gezellig, maar James volgens mij niet. ‘Dus, waarom wilde je me spreken?’ Ik probeer niet te flirten, want straks is er iets ergs aan de hand. ‘Ik weet niet hoe ik dit moet zeggen, je mag boos worden. En ja, je had het recht om het eerder te weten. Maar ik wist het ook niet, niet totdat mijn vader het vertelde, ik vind dat hij het recht heeft om dood te gaan, om vermoord te worden. Maar het blijft mijn vader, dus dat kan ik niet laten gebeuren. Ik had verwacht dat jouw ouders het je ook al verteld hadden, maar toen kwam ik erachter dat je vader het helemaal niet wist. Totdat…’ Opeens stopt hij met praten, waar heeft hij het over? Ik heb geen idee wat hij gaat zeggen, maar ik weet dat het niet leuk is. ‘Totdat wat, James?’ James zit te haperen, hij durft het niet te zeggen. Ik geef hem de tijd, want ik wil hem niet opjagen. Straks gaat hij het toch niet zeggen, en dan baal ik, want ik me nu te nieuwsgierig. ‘Totdat hij erachter kwam, net voor de moord op Tom.’ De moord op Tom, ja dat heeft hij gedaan. Ik weet wat James’ vader heeft gedaan, dat hoeft hij me geen twee keer te vertellen. ‘Waar kwam hij achter?’ Er gaan steeds meer vragen door mijn hoofd, James vertel het nu, ik wil het weten!

‘Het spijt me zo, Jennet. Mijn vader heeft niet alleen vrouwen aangerand, maar ook verkracht.’ Hij begint te huilen. Was dat het? Ik wil niet gemeen doen, maar dat viel mee. Verkrachting is niet niks, maar als dat alles was wat hij wilde vertellen, ben ik opgelucht. Ik begin James te troosten, en op dat moment kijken we elkaar recht in de ogen aan. Ik kom steeds meer naar voren, duizend dingen gaan er door me heen. Alle vragen, al mijn verdriet en al mijn zorgen vallen van me af. Een klein moment dat ik me volmaakt gelukkig vol. Maar James onderbreekt dat ongelofelijke moment, hij staat op. ‘Sorry, sorry. Nee, dit kan niet.’ Hij draait zich om, heb ik wat verkeerd gedaan? Ik dacht eindelijk dat hij ging toegeven dat hij me ook leuk vind, al heb ik dat ook nog niet tegen hem gezegd, maar dat was nu toch wel duidelijk?  ‘Jennet, ik weet niet hoe ik dit moet zeggen maar…’ Maar? Je vind me leuk? Je bent vanaf de eerste dag dat we elkaar zeggen al verliefd op me? Nee, hij gaat iets heel anders zeggen, en ik ga het niet leuk vinden.

‘Mijn vader, heeft ooit een vrouw verkracht die jij kent. Een vrouw die je heel goed kent, het spijt me. Dit is de grootste reden van alles waarom jouw vader mijn vader wilt vermoorden, of eigenlijk… Hoe de vader van Emma onze vader wilt vermoorden.’ Wat zegt hij nou? Hoorde ik dat goed, of lette ik niet op? Ik herhaal de woorden, en staar voor me uit. ‘Hoe bedoel je? De vader van Emma is ook mijn vader, jouw vader is jouw vader, niet die van mij. Waar heb je het over?’ Ik begin steeds harder te praten, James pakt me vast. Ik voel zijn tranen op mijn schouders vallen, wat gebeurt er met mijn leven? Is het wel het leven waarvan ik dacht dat het mijn leven was? Of ben ik het verkeerde leven aan het leven? Dit klinkt ingewikkeld, ik snap er niks meer van.

Het rode meisjeWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu