Hoofdstuk 6 ~ Jennet

413 5 0
                                    

We lopen naar de voordeur van het huis, nummer 54. Ik weet nog dat ik Emma hier altijd moest afzetten, dan was ze altijd zo blij dat ze Tom weer zag. Nu ziet ze hem nooit meer, alleen nog maar op foto's. Mijn moeder belt aan. Ding dong ding... Ding dong ding ding... Toen werd er open gedaan door de moeder van Tom. Je ziet dat ze enorme wallen heeft, ze heeft vast al vanaf het begin gehuild en natuurlijk niet geslapen. Ze pakt een zakdoekje en begint te snuiten. 'Alsjeblieft, kom gerust binnen.' De vrouw doet de deur wijd open en laat ons stuk voor stuk binnen gaan. De man in de woonkamer heeft ook enorme wallen. Emma kent ze natuurlijk al heel goed, ze kwam hier vanaf het begin sowieso elke week langs voor Tom. Eerst omhelzen de ouders Emma, ze leven heel erg met haar mee. Ze weten natuurlijk hoeveel ze van elkaar houden. Hielden.

De moeder heeft wat koffie voor ons gezet, ze zet de kopjes op tafel en schenkt dan de koffie in. Ik pak het kopje bij het oor, en roer wat met het lepeltje heen en weer. 'We hadden nog een kaart gekocht voor jullie.' zegt mjjn moeder op een wat bedroefde manier. Ze pakt de kaart uit haar tas. 'Hier, zodat jullie gewoon weten dat-' Ze slikt even. 'Naja, dat we het echt heel erg voor jullie vinden. Het is hem niet gegunt.' Mijn moeder geeft de kaart aan de vader. De vader kijkt naar de kaart, ik kijk hem aan. Zo zielig, ik weet zeker dat ze er nooit overheen komen. Hij laat een traantje vallen, 'Dankje, echt bedankt.' Hij geeft de kaart aan zijn vrouw, die ook een traantje laat. 'Wie dit heeft gedaan, zal boeten.' Zegt Emma plotseling, die nog geen woord had gezegd. 'Sorry?' zegt de vrouw. Emma herhaalt haar zin. 'Wie dit heeft gedaan, zal boeten.' Ze kijkt naar de grond, ze begint te huilen. 'Mijn moeder begint haar weer te troosten. Nu valt me ook de wallen van Emma op. Snel kijk ik in de spiegel, om te kijken of ik ook eigenlijk wallen heb. Bij mij valt het gelukkig mee, ik heb wel erger gezien. Dus ik kijk direct naar de ouders van Tom. Dan zegt de vader, 'Ik weet zeker dat Tom had gewild, dat we niet te lang verdrietig moeten zijn en ons leven verder moeten leven.' Zijn vrouw knikt en vult hem aan. 'Ja, we moeten natuurlijk wel verdriet tonen, omdat we natuurlijk ook heel verdrietig zijn, maar met huilen krijgen we hem niet terug. Hij is weg, voorgoed.' Ze laat weer een traantje vallen. Op dat moment valt de vader iets op. 'Waar is Sander?' Mijn moeder kijkt gelijk versteend. 'Gister deed hij heel raar en niet verdrietig over de dood van Tom. Vanochtend kreeg hij zonder goede rede een woede uitbarsting op Jennet. Ik heb hem tijdelijk het huis uit gezet.' De ouders van Tom beginnen te schudden, 'Wat zoiets met een mens kan doen.' Zeggen ze tegelijk. Dan staat de moeder op en loopt naar de kast, waar ze een boekje uit pakt. 'Emma, hier. Dit is het dagboekje van Tom. Hij zei dat niemand het mag lezen, behalve jij.' 'Echt waar? Mag ik hem lezen?' Emma kijkt alsof ze Tom weer ziet, zo blij dat ze is. Die zit vast de hele avond en nacht door te lezen. 

Na nog wat kopjes koffie, besluiten we maar weer eens te gaan. We hebben heel wat verdriet gedeelt, de rest van de middag was Emma weer wat vrolijker. Grotendeels omdat ze het dagboekje van Tom mocht hebben. Toen we thuis waren, belde mijn vader aan. Mijn moeder deed open. 'Hallo, Sander.' Ze kijkt hem half vriendelijk, half gemeen aan. 'Hallo Tessa.' Ze maakt het gebaar dat hij mag binnen komen. Ik kijk hem geeneens aan, ik hoef zijn ogen even niet meer te zien. Hij gaat zitten, en zegt dan lekker kort, maar krachtig: 'Er is iemand opgepakt voor de moord op Tom, het is...' Emma komt aanlopen, 'Een verdachte? Nu al?' M'n vader loopt naar haar toe. 'Het is de directeur, lieverd.'

Het rode meisjeWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu