Hoofdstuk 15 ~ Jennet

375 11 2
                                    

Degene in het hoekje schrok blijkbaar, want hij of zij viel gelijk van het krukje en klapte achterover. Voor het tot me doordringt dat de persoon opstaat, hoor ik een metalen buis langs mijn hoofd zoeven. Snel duik ik op de grond terwijl de buis door de muur knalt. Mijn hoofd knalt tegen iets hards en ik kreun het uit. De persoon grijpt weer naar iets en rent op me af, dit is niet het gewenste welkom wat ik me bedacht had. Net op het moment dat hij het voorwerp met een rotgang naar mijn hoofd wil gooien, begin ik te schreeuwen. 'Stop! Stop!' Hijgend stopt de persoon - die waarschijnlijk een jongen is, aangezien er een jongensstem uit zijn mond komt. 'Wie ben jij? Wat doe je hier?' Zijn stem klinkt boos en ongevoelig, maar ook weer bang en geschrokken. Alsof het nog net een klein kind is, waarvan zijn voetbal lek is gegaan. Nog steeds kreunend van de pijn die door mijn hoofd schiet, krijg ik een schorre stem uit mijn mond. 'Ik ben... Ik ben Jennet.'

Even is het stil, maar dan krijg ik weer een paar woorden uit mijn mond. 'En wie ben jij en waarom viel je me aan? Wat doe je eigenlijk hier?!' Ik weet dat ik boos klonk, maar dat ik mijn naam tegen hem heb gezegd, kan gevolgen hebben. Als ik me niet voor doe als iemand die niet bang is, dan ben ik een makkelijk slachtoffer. Maar dat ben ik sowieso al, want zodra ik naar mijn handen kijk, zitten ze onder het bloed. Ik ben zo gericht op de pijn in mijn hoofd, dat ik vergeet dat de jongen naast me staat. Hij gaat op zijn hurken zitten, volgens mij is hij niet slecht. En dan bedoel ik slecht  qua slechterik of crimineel. Maar hij ziet er zacht uit, bijna kwetsbaar. Niet heel erg, maar dat denk ik vooral nadat hij me heeft aangevallen. Als ik niks had gezegd, had hij me dan echt bewusteloos geslagen? Misschien probeerde hij me te vermoorden. Maar waarom is hij opeens rustig geworden nu ik mijn naam heb gezegd? Kent hij me? Of werkt hij toch voor mijn vader en is hij nu van plan mij te ontvoeren? Van de gedachte schrik ik en kom ik met een ruk overeind. Ook al doet dat ongelofelijk veel zeer, ik heb het gevoel dat mijn hersenen uit mijn hoofd stromen. De jongen kijkt me aan, een beetje op een aparte manier. Zou hij me echt kennen? 'Jennet?' Vraagt hij kortstandig. 'Jennet Strammer?' Ik kijk hem verbaast aan, hoe weet hij mijn naam? Kent hij me echt, want toen ik daaraan dacht, was het meer een grapje. Maar als hij me naam herkent, moet hij me ook echt kennen. Ik knik, dat is het enige wat ik nu kan doen. Het is te donker in het schuurtje - ook al zitten er enorme kieren in - om zijn gezicht te zien. Hij trekt zijn hand naar me toe, ik weet niet of ik hem kan vertrouwen. Maar ik moet ergens beginnen, dus ik pak zijn hand.

'Ga zitten, ik pak wat water.' Voordat ik kan antwoorden staat hij al op en loopt hij naar de kraan. Ik had geen idee dat er nog water uitkwam, goed drinkwater. Maar als hij het glas aan me geeft, twijfel ik niet aan het water en slok ik het naar binnen. Ik voel aan mijn bloedende hoofd, waardoor bloed ik eigenlijk? Ik kijk naast me, er ligt een bord. Tenminste, het was een bord, nu een gebroken bord. De jongen ziet dat ik naar het gebroken bord kijk. 'Dat bord maak ik wel hoor, laat me je hoofd eens bekijken.' Ik draai mijn hoofd naar hem toe. Hij raakt de wond niet aan, maar toch doet hij me pijn. Met een bekertje vol water spoelt hij de wond af. 'De wond is best diep, maar als ik het kan afdekken valt het wel mee.' Met wat wil hij het gaan afdekken? Ik herinner me hier geen verbanddoos meer. En op het moment dat ik dat dacht, stond de jongen op en legde hij de mat opzij. Hij opende het luikje en haalde, echt waar, een verbanddoos eruit. Rustig aan behandeld hij de wond en in de loop van de tijd, ben ik toch benieuwd geworden hoe hij heet. 'Hoe heet je?' Even stopt hij met het inwikkelen van mijn hoofd, maar dan haalt hij diep adem. 'James.' James? Dat meen je niet! Dat is een jongen van school, maar niet zomaar een jongen. Hij is de populairste jongen van school, hij heeft alles: Hij is rijk, knap, slim en grappig. Ieder meisje wil met hem daten, maar zelfs de populairste wijst hij af. Dat snap ik dan wel, want als ik zeg dat de afgewezen meiden helemaal hysterisch werden, weet je wat voor typetjes het waren. Veel jongens vallen op hysterische meiden, maar James blijkbaar niet. Iedere vriendin droomt ervan om zijn vriendin te zijn, ook al hebben ze nog geen woord met elkaar gewisseld. Maar ik verstoor hun fantasie dan maar niet.

Het rode meisjeWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu