Hoofdstuk 17 ~ Jennet

283 7 1
  • Opgedragen aan Romy Timmer <3
                                    

‘Oh mijn god, James!’ Schreeuwt Emma recht in zijn gezicht. ‘Hoe krijgen we hem los?! Jennet?’ Ik schud mijn hoofd, ik heb werkelijk geen idee. James kan amper goed praten, maar toch zegt hij een paar schorre woorden. ‘Dit is een grotere klem, volgens mij moet je het schroefje losdraaien.’ Op de manier hoe hij het zegt, lijkt het alsof zelfs praten bij hem pijn doet. Emma brengt haar trillende handen naar James been toe, ze kan wel tegen bloed, maar dit is wel iets te veel. Terwijl ze probeerd niet over haar nek te gaan, draait ze het schroefje van de klem los. James vergaat van de pijn, hij had ook niet kunnen weten dat hier vallen lagen. ‘Jennet, help me even om hem eruit te halen.’ Emma wijst naar de klem, maar ik zie alleen maar het bloed. Samen trekken we heel voorzichtig het klemmetje uit James been. Ik vond het verschrikkelijk om dat te doen, James schreeuwde zo hard. Ik had alleen maar het gevoel dat ik hem pijn deed in plaats van hem te helpen. Toen de klem er uiteindelijk uit was, zag je de enorme gapende happen in zijn been zitten. Het bloed stroomde eruit en je kon zelfs zijn bot zien. Emma hield het niet meer en begon acuut over te geven. Ik had het gevoel dat James niet lang meer bij bewustzijn zou blijven, hij heeft nu al erg veel bloedverlies. ‘Blijf bij hem, Emma. Ik ga het verband halen!’ Voordat Emma tijd had om iets terug te zeggen, rende ik al weg.                              

Weer snijden de takjes langs mijn huid, maar ik moet opschieten. Als James doodbloed, is dat mijn schuld. Als er nu iets met me gebeurd en ik niet optijd kom, dan gaat hij dood. Ik probeer de weg te onthouden, want anders kom ik niet meer terug. En dat is nog wel het stomste wat er fout kan gaan. Eindelijk zie ik na een tijdje het schuurtje, voor mijn gevoel ben ik al een uur onderweg, maar in werkelijkheid zijn dat zo’n 5 minuten. Zo snel als ik kan ren ik naar binnen en pak ik de verbanddoos, zonder  enige twijfel ren ik weer het bos is. De weg heb ik nog aardig goed onthouden en zonder problemen baan ik me een weg door de bomen. ‘Jennet!’ Hoor ik Emma roepen, van schrik sta ik opeens stil. Het klonk niet echt als een hulpkreet, maar meer als een hier-zijn-we-kreet. Emma’s stem kwam van rechts, dus ik keer om naar rechts en begin weer te rennen. Nu bedenk ik me opeens dat er misschien meer klemmen in het bos liggen verspreid, het idee dat er eentje om mijn been dicht klapt… In een klap kijk ik alleen nog maar naar de grond, ik moet er niet aan denken.

‘Jennet, schiet op!’ Roept Emma weer, ik begin me steeds meer af te vragen of er nou wel of niet iets aan de hand is. Geritsel naast me in de struiken, de wind die langs de kille takken waait en dieren die naar me staren. Ik haat deze plek nu al, waarom moest dit nou gebeuren? Alles liep voorspoedig en ik begon alweer wat hoop te krijgen, maar nu James gewond is, zakt de moed in mijn schoenen. Tussen de bomen door zie ik volgens mij Emma, dus ik ren er naartoe. ‘Em!’ Schreeuw ik, springend over de wortels van de bomen ren ik naar Emma en James. Al snel krijg ik antwoord. ‘Opschieten, James is al vertrokken!’ Schreeuwt Emma naar me toe, ik ren het laatste stukje zo hard dat ik precies voor hun neus op de grond val. De verbanddoos pakt Emma uit mijn hand en ik kom weer overeind. Ik zie er nu waarschijnlijk nog erger uit, maar dat kan me niet meer schelen. Emma trilt zo erg dat ze zelfs de doos niet open krijgt.  Ik pak de doos uit haar handen en trek hem open, haal het verband eruit en kijk naar James been.

‘Pak die dingetjes om het verband aan elkaar te krijgen , Em.’ Zeg ik tegen haar, ze doet keurig wat ik zeg en helpt me vervolgens met het schoonmaken van de wond. ‘We moeten het goed schoonmaken, anders krijgt hij nog een infectie.’ Zegt Emma tegen me, alsof ik dat nog niet wist. Ik pak alle spulletjes die ook maar een beetje een wond kunnen schoonmaken en begin het nauwkeurig op de wond te deppen. Ik ben blij dat hij bewusteloos is, want deze pijn had ik hem niet gegund. ‘Geef dat rode spul eens.’ Vraag ik aan Emma, ze kijkt in het doosje en geeft het aan me. Een paar druppels in elk ‘gat’ van James been. Zodra de wond een beetje schoon is, begin ik met het verband. ‘Hou zijn been omhoog.’ Emma doet wat ik zeg en pakt James been. Stuk voor stuk wikkel ik om de wond heen, langzamerhand verdwijnt het afschuwelijke beeld van zijn been naar een mooi wit verband. Maar dat verband blijft niet lang wit, want binnen een paar tellen verschijnen de bloedvlekken erop.

Het rode meisjeWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu