Hoofdstuk 22: De ontdekking

45 6 1
                                    

'Wat bedoel je precies?' : Vraag ik paniekerig.
'Je bent echt alleen?'
'Ja, dat heb ik net al gezegd. Wat is er aan de hand?'
'Mijn neus bedriegt mij nooit. En ik ruik een weerwolf, heel dichtbij...'
'Maar? Wie is het dan? Kan er iemand achter die bomen staan?'
'Nee, dat is al te ver weg...' : Zegt Mark rustig terwijl hij mij onderzoekend aankijkt.
'Maar, hoe kan het dan?'

Ineens valt het kwartje! We zijn hier met z'n tweeën, en hij ruikt een weerwolf, dan moet hij of zichzelf ruiken, of ik ben een weerwolf! Dat kan niet! Dat kan gewoon niet! Ik ben een discipel, geen weerwolf. Misschien ruiken discipelen naar weerwolven omdat ze er vaak in de buurt zijn. Ik kan gewoon geen weerwolf zijn. Dat is te raar voor woorden. Te onlogisch!

'Kan het zijn dat je jezelf ruikt?' : Vraag ik voorzichtig.

Mark kijkt mij verbaasd aan en schud nee. 

'Elke weerwolf ruikt anders, een specifieke geur. En ik weet mijn eigen geur en die van mijn familieleden. Maar ik ruik hier een onbekende geur. En ik vrees dat jij de onbekende geur bent.'

Baf! Ik ben een weerwolf. Het komt binnen als een dreun. Ik had het ergens al verwacht, en gevreesd. Maar dat het nu bevestigd werd bleef een schok. Een weerwolf. Hoe? En waarom heeft Mark het tegen mij gezegd als ik hem bedreigd heb. Ik snap er hoe langer hoe minder van....

'Ik ben een weerwolf...'

Mark knikt bevestigend en diep in mij voel ik mij beroerd.

'Hoe, hoe kan dat? Ik ben een discipel, kan je je niet vergissen?'  : Blijf ik volhouden.
'Ik vergis mij niet discipel en weerwolf, je bent echt een weerwolf. En voordat je het vraagt. Nee, omgaan met andere weerwolven zorgt niet voor een geur. Die kan niet blijven hangen bij een andere. Maakt niet uit of het een mens, een andere weerwolf of een discipel is...'

'Dan blijft de vraag hoe over. Weet jij dat?' 

' He zeg, ik weet ook niet alles, wees blij dat ik dit heb verteld!' 

'Sorry, ik wist niet dat je boos bent. Ik wil het gewoon weten, ik probeer het te snappen.'

'Als je het nog allemaal niet weet, ben je dus onervaren. En je weet wat ik kan doen. En ik weet dat jij zo goed als niks terug kan doen. Dus hou je maar gedeisd.'

Oeps. Hoe kon ik dat vergeten! Ik verraad hier nu hoeveel ik weet en kan. Hij kan mij nu zonder problemen te grazen nemen. 

'Als je mij niet mag, waarom vertel je dit dan?' : Vraag ik.
'Zucht, jij houd ook niet op met vragen stellen hé... Ik vertel dit omdat medeweerwolven elkaar helpen, ook al ben je ook een discipel. Ik vind het ook raar, maar ik heb geen idee hoe dit kan.'

'Jammer.'
'Nou, misschien weet ik iets. Wie is de discipel? Je vader of je moeder?'
'Mijn moeder, hoezo?' : Vraag ik achterdochtig.
'Dan is je vader de zoon van een weerwolf, jouw opa is dus een weerwolf. Vraag hem maar eens om uitleg. Ik heb hier niks meer te zoeken, dit moet je zelf uitzoeken. Ik ga, adieu!'

Mark kijkt mij nog snel aan en rent weg. Zo snel dat ik hem bijna niet kan volgen. Mark laat Flynn achter met nog meer vragen als dat Flynn begon.

A Werewolf In Town [NL]Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu