A Werewolf In Town [NL]

Hoofdstuk 16: Eriks uitleg

'Hoe heet je neef?' : vraag ik.
'Hij heet Mark.'
'Oké, en ik ben toch wel heel erg benieuwd wat jouw neef hier doet' : zeg ik.
'Ik snap je vragen en je nieuwsgierigheid. Luister, weerwolven zijn sterker dan mensen. Omdat weerwolven veel sterker zijn, hebben ze meer eten nodig dan mensen om hun behoeftes te stillen. Hierdoor kan een weerwolf dieren aanvallen om zijn honger te stillen, maar als er geen dieren in de buurt zijn kan de weerwolf in de verleiding worden gebracht om mensen aan te vallen. Vroeger moesten jouw ouders, de discipelen, veel moeite doen om elke weerwolf die mensen aanviel uit te schakelen. Tegenwoordig zijn de meeste weerwolven veel beter in het weerstaan van die verleiding en beperken ze zich tot dieren. Maar sommige weerwolven doden voor hun plezier mensen omdat ze zich heel superieur voelen. Tegenwoordig hoeven de discipelen alleen nog maar die weerwolven uit te schakelen. Degene die dieren aanvallen worden meestal ongemoeid gelaten.'
'Dus, jouw neef is een soort van doorgedraaid? En je wilt hem helpen voordat discipelen hem voorgoed uitschakelen?' : vraag ik.
'Precies ja.' : bevestigd Erik.
'Ik ben een discipel, ik hoor je neef juist uit te schaken als ik dit zo hoor, waarom vertel je mij dit?'
'Jij bent anders dan de discipelen waar ik over gehoord heb, en omdat ik dit niet in mijn eentje kan, hoop ik dat jij mij wil helpen.' : zegt Erik.
'Ik wil best helpen, maar ik heb werkelijk geen idee hoe. Hoe moeten wij voorkomen dat Mark weer mensen aan gaat vallen?'
'Het eerste wat ik wilde was weten waar hij was, dan kon ik hem misschien tegenhouden en met hem kan praten. Hij was de afgelopen twee weken alleen maar aan het rondzwerven.'
'Ik neem aan dat hij gewoon op bezoek was voordat hij ging zwerven?' : vraag ik.
'Klopt. Het tweede is hoe ik Mark moet overtuigen om niemand meer aan te vallen. Dit is het moeilijkste deel. Hij luistert namelijk niet meer naar iemand, zelfs niet naar zijn familie! Ik hoop dat jij wil helpen.'
'Ik heb hier geen ervaring mee Erik. Hoe overtuig ik, een jonge en nog totaal onervaren discipel, jouw neef ervan dat hij moet leren zich te beheersen als hij naar niemand luistert?'

'Daar had ik dus niet zo veel vertrouwen in als ik het zelf moest doen, maar als jij helpt, heb ik een veel beter plan.' : zegt Erik.
'Als ik help, stopt je neef dan met het aanvallen van mensen?'
'Als het plan lukt wel.'
'Oké, ik doe mee.' : zeg ik vastbesloten.
'Fijn, dit is mijn plan.'