Hoofdstuk 10: Nadenken

68 7 4
                                    

Verbaasd en beduusd van alle onwaarschijnlijke informatie loop ik naar mijn kamer. Mijn hersenen draaien overuren om alles te begrijpen en goed te verwerken. Duizenden gedachtes schieten door mijn hoofd. Ik ga liggen op mijn bed en laat al mijn gedachtes in vrije loop.

Ik zie weerwolven, ik kan weerwolven echt zien, wow! Mijn moeder kan dat ook, en ze heeft het geheim lang bewaard. Weet mijn vader hier ook van? Dat is wel het meest logische, dat verklaard namelijk waarom hij mij zo erg bestudeerde toen ik ziek was, had hij het vermoeden al en wilde hij het zeker weten? Dan snap ik hem wel.
Wacht is even, als die gloed betekend dat diegene een weerwolf is, Erik heeft die gloed om zich heen, dan is hij dus een weerwolf! Is dat logisch? Het verklaard wel waarom hij niet zo veel contact en aansluiting zoekt bij de klas, maar altijd een beetje verlegen is. Hij wil niet dat iemand het te weten komt, dus houd hij afstand. Dat lijkt mij niet fijn om hierdoor amper contact te kunnen zoeken met anderen. Waarom zocht hij dan wel ineens contact met mij? Weet hij het van mij?
En waarom wil hij eigenlijk weten hoe het zit met de aanvallen door de wolven? Denkt hij dat het een andere weerwolf was? Dat is eigenlijk best logisch, want de beschreven wolf was groter dan normaal en er horen hier normaal in de buurt geen wolven voor te komen.
Dus, Erik is een weerwolf, dat is zeker. Ga ik tegen hem zeggen dat ik het weet, of moet ik juist niks laten weten. Mijn moeder zei dat ik weerwolven niet kan vertrouwen, maar Erik leek wel oké, volgens mij was hij in ieder geval niet de dader. Die gaan nooit op onderzoek uit voor hun eigen misdaad, dus, wat doe ik?
Die aanvallen worden dus zeer waarschijnlijk veroorzaakt door een weerwolf. Erik is het denk ik niet, maar wie dan wel? Is het iemand die ik ken? En is Erik er toch stiekem bij betrokken of is hij alleen maar nieuwsgierig naar wie het doet en waarom? Wil Erik dat het stopt, of wil hij de andere weerwolf juist helpen? Te veel vragen, tijd om het uit te zoeken, tijd voor een plan!

'Flynn, kom je eten?'

Ruw worden mijn gedachten verstoord. Ik moet wat er tegen mij gezegd word even laten bezinken. Eten? Ik kijk op de klok en zie dat het ineens etenstijd is. Wow, ik heb best lang nagedacht, en ik heb een flinke honger gekregen van dat nadenken. Het water loopt mij al in de mond.

'Ik kom er aan mam, 1 minuutje!'

Ik neem even een halve minuut rust om alle gedachtes in mijn hoofd weer rustig te krijgen en loop naar beneden, de geur van het eten tegemoet.

A Werewolf In Town [NL]Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu