Hoofdstuk 30: Opa

22 4 0
                                    

'En is het gelukt?'

'Zekers, maar heb wel wat nieuwsgierige blikken gekregen. Wat de gevolgen van dat zijn weet ik niet..'

'Een paar dagen maar niet afspreken dan maar, totdat de interesse weer gezakt is, tis nou eenmaal niet anders.'

'Ach, daar kunnen we wel mee leven toch. Het resultaat mag er zijn. Toen ik de plekken ging opzoeken heb ik een kopie gejat. Dus hopelijk komt niemand daar achter. Ik scan het zo in en dan stuur ik het door. Dan kan ik hem meteen weer terugleggen.'

'Wow, dat is mooi. Goed gedaan joh. Bedankt voor de moeite.'

'Bedank mij maar als je opa weer veilig weg is, voor die tijd ben ik nergens zeker van. Want volgens mij was die kaart niet volledig up-to-date...'

'Het is beter dan helemaal niks. Kan je het zo sturen, dan kan ik mijn opa nog op tijd de juiste plek doorgeven.'

'Ga ik nu doen, zo terug.'

---

'Nou één ding is zeker, de kaart is wel duidelijk. Ik denk dat het de parkeerplaats vlakbij het tankstation word.'

'Mooi, dan hang ik nu op. Ik moet nog wat regelen hier. Veel succes morgen. Hou mij op de hoogte hè?'

'Tuurlijk, tot morgen.'

'Laters.'

Ik sluit mijn computer volledig af, zet de headset af en sta op om naar de telefoon te lopen.

-----

'Ja opa, die weg is goed. Volgens mij is het benzinestation met parkeerplaats ook neutraal, dan kunnen we daar afspreken.'

'Is goed. Dan zie ik je daar hè?'

'Jups, tot morgen dan.'

'Tot morgen Flynn.'

---

Waar blijft opa nou? Is hij van gedachten veranderd? Ik hoop het niet. Hij zei dat ie wat goede tips had, maar dat ie mij wilde zien en observeren voordat hij zeker kon zijn. Eigenlijk best logisch. Hmm die auto, dat zou hem kunnen zijn.

Ja, die auto is het, ik herken hem. Mooi.

Snel loop ik mijn opa tegemoet en zwaai. Hij ziet het want hij rijdt meteen naar mij toe op de parkeerplaats. Hij stapt uit en loopt meteen naar mij toe. Hij begroet mij met een stevige knuffel.

'Wat ben jij groot geworden zeg, hoe is het met je?'

'Naar omstandigheden prima, en jij?'

'Prima, zeker prima. Ik had alleen gehoopt dat we elkaar in gunstigere omstandigheden zouden zien.'

'Tja...'

'Nou ja, we maken er maar het beste van hè?'

Ik knik. Mijn opa is altijd zo vrolijk dat ik er zelf meteen vrolijker van word. Zijn vrolijkheid werkt erg aanstekelijk. Ineens lijkt alles veel rooskleuriger en lijkt het allemaal wel mee te vallen. Ik krijg er ineens weer zin in.

'Tuurlijk opa, al ben ik zeer benieuwd wat voor tip je voor mij hebt...'

'Dat snap ik. Zullen we maar begi.... Wie zijn dat?'

Opa wijst ineens naar het tankstation minstens 500 meter van ons vandaan en kijkt mij aan. Ik kijk naar de 3 menselijke gedaante die daar dichterbij komen en focus. Shit, ze hebben allemaal een gloed om zich heen. En geen mooie lichtblauwe, maar een bloedrode, die zijn niet in een vrolijke stemming. Shit. Ik draai mij om, om opa te waarschuwen als ik schrik. Op de plek waar eerst mijn opa's gezicht was, staat nu ineens een levensgrote wolvenkop! De wolvenkop snuift en begint te grommen. Ik stap van schrik achteruit en zie iets vreemds. Onder de wolvenkop zie ik het lichaam van mijn opa. Zijn lichaam en de wolvenkop passen totaal niet bij elkaar. Hoe kan dit?

'O-opa, dat zijn...'

'Weerwolven, ik ruik het.'

'Hoe...'

Opa ziet mijn verbaasde blik en antwoord : 'Leg ik later wel uit. Nu moeten we maken dat we wegkomen, want ze gaan jou nu ook herkennen..'

Oh ja, sjips... Dat was ik even vergeten.

'Hoe komen we hier weg?'

'Ik kan in de auto stappen, maar als ik jou meeneem gaan ze sowieso een tijdje wachtlopen, dus hoe je weer terugkomt weet ik niet...'

'Ik kan gaan rennen, ik ben best snel...'

'Ze kunnen je volgen via je geur, dat is geen probleem voor hun. En dus ook geen optie..'

'Wat dan?' vraag ik angstig. De 4 gedaantes komen steeds dichterbij...

'Psst, hierheen, ik weet een weg.' zegt een gedaante achter ons plotseling.

Verschrikt kijken we om. We zien dat de gedaante zicht verschuilt in het bos vlak naast de parkeerplaats. Ik zie een donkerblauwe gloed om hem heen. Weerwolf! Denk ik bij mijzelf.

'Kom nou, anders zijn jullie te laat...'

Opa en ik kijken elkaar kort aan en knikken. We gaan achter hem aan. Hopelijk is hij te vertrouwen...

A Werewolf In Town [NL]Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu