3-Fun.

926 49 0
                                    

Zoals afgesproken ging Cyrill met me mee naar huis. Toen we aan de bushalte stonden, kletsten we over vanalles en nog wat. "Ik vind het wel niet eerlijk..." zeg ik opeens. Hij kijkt me vragend aan. "Het is ook gewoon niet eerlijk." "Van wat dan?" Ik probeer de beste pruillip uit de kast te trekken die ik heb. "Ik ben veel te klein..." zeg ik waarna hij begint te lachen. "Niet lachen!" breng ik uit voor ik zelf ook begin te lachen. Als we eindelijk stoppen komt de bus eraan en stappe we op. 

Ik heb nu al bijna alles uit mijn rugzak gehaalt en heb mijn sleutels nu nog niet. Cyrill staat me grijnzend aan te staren als ik naar hem kijk. "Geef me een minuutje." zeg ik en ik wijs naar mijn rugzak met teken dat hij het mag opruimen. Ik loop bij de buren over de steentjes naar de omhijning die onze tuinen scheid. Ik kruip over de draad zonder iets van mijn kleding te scheuren wat een wonder is. Ik loop naar de achterdeur, door het huis zo naar de voordeur. Als ik openmaak zie ik Cyrill staan met mijn rugzak in zijn handen waar alles ondertussen terug inzit. Ik glimlach en doe de deur wijder open zodat hij binnen kan.

We laten onze rugzakken in de gang staan en lopen naar de woonkamer. Mijn huis is niet echt groot maar dat geeft ook niet want voor mij en mama hoeft het niet meer te zijn aangezien we alleen zijn in huis. Ik wijs naar de zetel. "Zet je maar. Wil je iet drinken?" Hij blijft nog even rechtstaan. "Een cola is goed." Ik loop naar de keuken en neem 2 blikken cola uit de koelkast. Als ik terug wil lopen naar de woonkamer valt het me op dat er een briefje op tafel ligt. 'Ik heb deze nacht dienst in het ziekenhuis dus ik zal vanacht niet thuis komen. Gedraag je. Liefst mams.' Stond er te lezen. Ik zuchte zacht en liep door.

Cyrill Hangt met één been uit de zetel en één been over de achtersteun, zijn armen hangen alle kanten op. Ik laat de blikken vallen en moet heel hard lachen. Gelukkig zijn de blikken op het tapijt gevallen en niet opengespat. Cyrill ligt nu ook in een deuk en kan zich dus niet inhouden van lachen.Tussen het lachen door weet ik uittebrengen dat het een geweldige sport is. 

Als we eindelijk bekomen zijn van het lachen geef ik hem zijn blik en plof naast hem neer in de zetel. "En hoe zit het in de liefde?" vraag ik onbeleefd en open mijn blik. Hij volgt mijn voorbeeld en nipt eens van zijn cola. "Single all the way." zegt hij dan, en hij glimlacht naar me. Ik zie dat hij kuiltjes heeft, ze zijn best schattig, dat kan ik niet ontkennen. Hij is ook best ... Hij onderbreekt mijn gedachten. "En wie is de gelukkige bij jou?" vraagt hij plots. Ik kijk hem aan. "Wat bedoel je nou weer met gelukkige?" vraag ik glimlachend. "Diegene die jou 'zijn meisje' kan noemen zal wel de gelukkigste jongen op aard zijn niet?" zegt hij en hij kijkt naar de grond. Ik sta op en loop weg.

Mo.Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu