Mo.

13-Overstuur

Ik sla mijn hand voor mijn mond. "Wat is hier gebeurt?!" vraagt Cyrill ongelovig. Alles ligt in puin. Jassen liggen op de grond, lades staan open en papieren vormen een laken over de vloer. Ik stap binnen en buk me. Van de grond neem in een fotokader op met een foto van mij en mama, het glas is gebroken. Cyril en ik lopen samen door naar de woonkamer en treffen en nog grotere puinhoop dan ik de gang aan.

"Wie heeft dit gedaan?" vraag ik met een stem die duid op versteld staan. Cyrill schud zwijgend zijn hoofd. "Ik bel de politie." zegt hij terwijl hij zachtjes mijn arm streelt. Ik wil wat opnemen van de vloer maar hij houd me tegen. Hij schud zachtjes zijn hoofd nee.

"Hallo met Cyrill ... Ik zou graag een inbraak aangeven. ... Kaveienstraat 25 Meilebroek." Cyrill drukt de telefoon weg. Ik voel vocht mijn ogen binnen dringen en een traan over mijn gezicht rollen. Hij merkt het en sluit me in zijn armen. Zo staan we nog tot de politie de deurbel doet rinkelen.

Dinsdag avond.

We zitten samen in de zetel en kijken tv. Alles ligt er er weer bij als voorheen. We hadden wel 3 uur nodig om alles op te ruimen. Ik ben moe. Ik werp een blik op de klok en ondek dat het al 22 uur is. Ik voel dat Cyrill een kusje in mijn haar drukt. Ik haal me met tegenzin uit de heerlijke positie waarin we lagen op de zetel en sta recht. "Ik ga slapen." Hij knikt en staat ook op. Als we de gang in lopen zie ik Cyrill in grote stappen naar de deur lopen. Hij draait het slot vast en glimlacht als hij omkijkt.

Nu hij hier is voel ik me een stuk veiliger. Als ik alleen  zou geweest zijn  zou is waarschijnlijk gaan logeren zijn bij Hanne of Nina. Ik kom mijn kamer binnen en loop regstreeks naar mijn badkamer. Ik haal mijn make-up eraf en doe mijn haar in een non chalante knot. Als ik mijn tanden sta te poetsen hoor ik dat er een muziekje in mijn kamer speelt. Mijn hoofd kijkt vanachter de deuropening op Cyrill die door de muziek van mijn pc neust. Ik moet even lachen en poets dan verder.

Ik loop mijn kamer in en sluit mijn gordijnen waarna ik mij op mijn bed laat vallen. Cyrill komt op het bed zitten en trekt me op zijn schoot. We kijken elkaar in de ogen terwijl hij mijn haar aait. Hij kijkt van mijn ogen naar mijn lippen en terug naar mijn ogen. Ik bijt op mijn lip en buig me naar hem toe. Een zachte tongzoen sierd onze avond waarna we gaan slapen.