We worden ieder weer apart genomen. Klaar maken voor het diner. Ik heb er zo geen zin in. Ik wil weg hier. Terra is hier niet gelukkig, Delphi is hier niet gelukkig en ik ben ook niet gelukkig. Waarom laten ze ons dan nog eten met mensen die ik niet ken? Maar het moet, het moet, anders hebben we het Capitool op ons dak. Dus ik kleed me om in een langere jurk, mijn haar word op de manier van mama gevlochten en voordat ik het weet, sta ik samen met Terra en Delphi te wachten voor een trap. Papa en mama gaan voor ons naar beneden. ‘’Oké, zijn we er klaar voor?’’ vraagt Terra. ‘’We moeten wel,’’ zegt Delphi. Delphi staat in het midden en pakt snel onze handen. ‘’We moeten gaan,’’ zeg ik. We lopen tegelijkertijd de trap af. We hebben nog niet eens wat gezegd, we komen net een seconde binnen, als we verblind worden door camera’s. Ik word er helemaal gek van, maar probeer toch te lachen. Na een paar minuten komt mama ons redden en begeleid ons naar onze plek. We krijgen ons voedsel, eten het braaf op en kunnen daarna terug naar ons bed. Terra, Delphi en ik verzamelen op Terra’s kamer. ‘’En dit moeten we nog elf keer doen?’’ vraagt Terra. Ik knik. ‘’Wie komt er dan ook op om het de overleefde tribuut nog moeilijker te maken dan het al was door diegene te confronteren met de gezinnen van de overleden tributen?’’ vraag ik. Delphi haalt dit keer haar schouders op. ‘’Het zijn een stelletje losers bij elkaar, die Capitool mensen,’’ mompelt Delphi. Op dat moment word er op de deur geklopt. Ik sta op en doe de deur open. Daar staat Johty. ‘’Sorry, maar het is meiden-avond, je ziet ons morgen weer, oké?’’ hoor ik Delphi zeggen. ‘’Dit kan niet wachten tot morgen, ik moet je nu spreken,’’ zegt Johty. ‘’Wie?’’ vraag ik. Hij wijst naar Delphi. Ze zucht en staat op. ‘’Ben over een paar minuten terug,’’ zegt ze en ze loopt achter Johty aan naar haar slaapkamer. ‘’Nou, dan blijven we nog met z’n tweeën over,’’ lacht Terra. Ik lach mee. We zetten alvast muziek op. Ik pak een leeg wit vel en begin met een potlood te tekenen. Terra tekent af en toe ook. Lijntje per lijntje, zodat we beiden niet weten wat er uit zal komen. Er komt uiteindelijk een vaag iets uit, het lijkt bijna een landschap. We schrikken allebei op als we ene harde schreeuw horen. Shit, dat was niet een schreeuw van Haymitch. Veel lichter, hoger, maar toch net zo hard. Deze gil is van pijn. En die gil komt van Delphi. Ik smijt het vel weg en ren naar haar kamer. Dicht. ‘’DELPHI, DOE NU OPEN!’’ gil ik. Terra bonkt hard op de deur. ‘’Achteruit,’’ zegt Terra. Ik loop naar achter en zie hoe Terra de deur in trapt. Ik schrik me dood van wat ik zie. Johty, bovenop Delphi. Hij slaat haar terwijl ze haar scheenbeen vast houd. ‘’JOHTY HOU OP!’’ gil ik. Terra rukt hem van zijn plek. Ik besluit er bovenop te duiken terwijl Terra Delphi omhoog helpt. Dat mislukt. Ik heb zijn voet niet onder controle en ik kan alleen maar toekijken hoe zijn voet in de maag van Delphi landt. Ze bukt voorover, kokhalzend en wel. Ik geef Johty een klap in zijn gezicht. ‘’Bitch, LAAT ME LOS!’’ gilt Johty. ‘’DACHT het niet!’’ gil ik terug. ‘’Ik wil je NOOIT meer zien! HET IS UIT, KLOOTZAK!’’ gilt Delphi. Johty’s geworstel word heviger. Terra brengt Delphi naar de EHBO op de trein. Niet veel later komt Terra terug, samen met papa. ‘’Roses, kan je alsjeblieft van Johty af?’’ vraagt hij. Ik laat Johty los. Papa gaat voor hem zitten en schudt hem eens goed door elkaar. ‘’Johty, ik weet waar je mee zit, maar Delphi slaan en schoppen waardoor haar ribben nu gekneusd zijn is NIET de oplossing! Ik dacht dat je het wel zelf op kon lossen, dat je haar wel rustig zou krijgen, maar in plaats daarvan SLA je haar? Wat bezielde je?!’’ roept papa. Waar hebben zij het nou over? Waar zit Johty mee? Waarom weet ik niet waar Johty mee zit? We vertellen elkaar alles, waarom dit niet? ‘’Ik had niet eens de kans om alles uit te leggen. Ze was boos op me en ik werd gewoon boos!’’ roept Johty terug. ‘’Dan sla je alsnog niemand! Dat weet je, toch?’’ zegt papa. Johty begint te huilen. ‘’Pap, wat is hier aan de hand?’’ vraag ik voorzichtig. Ze horen me niet. ‘’Alles wat naar me werd geroepen vatte ik veel te letterlijk op, misschien. Ik weet ook niet meer wat er allemaal is gebeurt net,’’ huilt Johty. ‘’Yo, wij snappen er ook niets van. Uitleg alsjeblieft?’’ roept Terra. Papa en Johty draaien zich om. ‘’Johty, moet ik het uitleggen of doe jij het?’’ vraagt papa. ‘’Ik doe het wel,’’ begint Johty. Ik kijk hem vragend aan. Papa laat hem los. Hij gaat staan en loopt naar me toe. Instinctief stap ik naar achter. Ik zie Terra hetzelfde doen. ‘’Oké, jullie vertrouwen me niet meer. Logisch. Alsjeblieft, beoordeel me niet gelijk op wat ik zeg. Een maand geleden voelde ik me anders. Het gevoel werd steeds sterker. Ik vond Delphi aardig, maar ik voelde niet meer hetzelfde als de maanden daarvoor. Er zit een jongen bij mij in de klas. Hij vertelde me laatst dat hij niet op meisjes viel, maar op jongens. Ik begon na te denken. De laatste weken merkte ik dat ik misschien hetzelfde gevoel heb als hij. Ik testte het uit. Ik heb niets gedaan, ik heb gewoon een middag opgetrokken met die jongen, die trouwens Dylan heet. Ik voelde hetzelfde wat ik eerder met Delphi had. Dat probeerde ik Delphi te vertellen. Papa merkte al dat ik me anders gedroeg, dus ik heb het hem en mama twee weken geleden verteld. Ik… ik val op jongens,’’ zegt Johty. Wat? Ik had van alles verwacht, maar dit niet. Ik denk niet na als ik naar hem toe loop en mijn armen om zijn nek sla. ‘’Waarom heb je het mij nooit verteld?’’ vraag ik. Ik had zo graag gewild dat hij naar me toe was gekomen. ‘’Je bent bevriend met Delphi, je zou het niet voor haar geheim kunnen houden. En ik wil ook niet dat je dat doet,’’ zegt hij. Daar staan we dan. Johty en ik in elkaars armen. Papa en Terra weten niet zo goed wat ze moeten doen. ‘’Roses?’’ vraagt papa na een tijdje. Ik laat Johty los en kijk hem vragend aan. ‘’Mag ik jou even spreken, onder vier ogen?’’ vraagt hij. Ik knik en loop achter hem aan naar buiten. Hij loopt naar mijn slaapkamer, gaat op mijn bed zitten en klopt naast hem, als teken dat ik daar moet gaan zitten. Ik ga aarzelend zitten. ‘’Rose, nu je het weet, moet ik je vragen om het niet tegen Delphi te zeggen,’’ zegt papa. Ik protesteer hevig. ‘’En hoe wil ik dat dan doen? Johty heeft haar in elkaar gemept, denk je dat ik tegen haar kan liegen over zoiets? Moet ik nou echt doen alsof Johty haar nog leuk vind? Pap, dat kan ik niet en dat verdient ze niet!’’ roep ik. ‘’Dat snap ik. Alleen denk ik dat ze het van Johty moet horen. Als ze dan vragen heeft, is ze gelijk bij het juiste persoon. Johty moet dit doen,’’ zegt papa. Ik loop mijn kamer uit. Ja dag, de antwoorden op die vragen kan ik ook wel bedenken. Delphi krijgt het te horen, of papa het nou wilt of niet. Ik storm naar de EHBO, waar ik verwacht dat ze zit. Maar nee, geen Delphi. Wel mama. ‘’Waar is Delphi?’’ vraag ik. Mama kijkt op. ‘’Ze slaapt, hoezo?’’ ‘’Ik ga niet tegen haar liegen, ze moet het weten zodra ze wakker word,’’ roep ik. Ik ren terug, maar word tegengehouden door mama. ‘’Rose, laat haar slapen. Johty gaat morgenochtend naar haar toe en legt alles uit. Geen zorgen,’’ zegt mama. Ze knuffelt me. Zonder zelf te weten waarom begin ik te huilen. ‘’Hee lieverd, het is oké,’’ zegt mama. ‘’Niets is oké, Raff is er niet, Johty is niet meer normaal voordat Delphi het weet, morgen zal Delphi wel kapot zijn, ik sta morgen weer voor een stom publiek, gezinnen die ik niet eens wil zien, ik moet naar het Capitool, daar heel blij zijn terwijl ik dat niet ben, en over een half jaar ben ik een mentor en zie ik weer 23 onschuldige kinderen dood gaan. Ik wil niet meer mam, ik wil niet,’’ snik ik. ‘’Ik weet hoe je je voelt, maar je moet sterk blijven. Dat weet je zelf ook. Je bent nu gewoon moe, kom, ik breng je naar bed,’’ zegt mama. Ze brengt me naar mijn kamer. Ze stopt me in, en als ze weg wilt lopen, houd ik haar snel vast. ‘’Kan je hier slapen? Anders kan ik niet slapen,’’ zeg ik, als een vijf jarige. Mama glimlacht. ‘’Natuurlijk,’’ zegt ze en ze kruipt naast me het bed in. Ik kruip dicht tegen haar aan. Haar armen vormen zich om mijn rug. Ik val rustig in een droomloze slaap.
‘’Slaapt ze nog?’’ hoor ik een fluisterende stem. Ik merk de warmte van iemand op en open één oog en klein beetje. Ik zie Delphi in de ingang van de deur staan. ‘’Ik gok dat ze net wakker is,’’ hoor ik mama’s stem. ‘’Hmm?’’ ontsnapt er uit mijn mond. ‘’Rose, ik heb Johty gesproken. Daarna vertelde Peeta hoe jij en Terra gister tekeer zijn gegaan omdat ik het niet wist. Dankjewel daarvoor,’’ zegt Delphi. Ik glimlach. ‘’Ik ben ontbijten, zie ik je zo? Dan vertel ik wel hoe het gesprek is gegaan,’’ zegt Delphi met een knipoog en ze loopt weg. Ik kijk naar mama. ‘’Hoe wist papa van gisteravond? En wat is er met Terra gebeurt?’’ vraag ik. ‘’Papa kwam gister nog je kamer binnen. Je sliep toen al, dus ik heb alles uitgelegd aan papa. Hij heeft ervoor kunnen zorgen dat jullie een uur later op het podium staan. Terra bleef gister achter met Johty en laat ik maar zeggen dat ze een heftig gesprek hebben gehad.’’ ‘’Hoe heftig?’’ ‘’Heftig genoeg om Delphi wakker te maken.’’ ‘’Oeh, dat zegt veel.’’ ‘’Dat bedoel ik, maar het heeft lang geduurd voordat ze ophielden. Wat raar was, want ze ruzieden over dingen die ze tien minuten ervoor ook hadden,’’ zegt mama lachend. Ik lach mee. ‘’Kom, aankleden, dan kan je ontbijten,’’ zegt mama. ‘’Kan je wachten?’’ vraag ik. Ze wil ‘nee’ schudden, maar mijn puppy-ogen overtuigen haar. Ik kleed me snel om in kleren die lekker zitten en loop samen met mama naar de ontbijtzaal. Daar zitten Delphi en Terra. ‘’Hee,’’ begroet ik ze. Na wat vrolijk gebabbel komt ons onderwerp op gisteren. Delphi verteld me het hele verhaal. Er is een hele hoop gebeurt toen ik sliep. ‘’En dat is er gebeurt. Ik kan hem nu even niet zien, maar hij zei dat hij het begreep,’’ eindigt Delphi haar verhaal. ‘’Ga je hem ooit vergeven?’’ vraagt Terra. ‘’Ik heb geen idee. Ik mag dit podium op met krukken, daar ga ik me eerst zorgen over maken.’’ We lachen. We worden veel te snel gehaald om laar gemaakt te worden. Als alles klaar is, zie ik er ontzettend mooi uit. Ik heb een kort strapless jurkje aan, met allemaal graffiti erop. Mijn haar zit in een grote knot, waarvan sommige plukken van tevoren zijn gevlochten, wat een extra vet effect geeft. Ik heb zwarte hakken aan, vrij basic, precies wat deze look nodig heeft. Ik ontmoet Terra en Delphi achter het podium. Dit keer krijgen we zenders op. We lopen het podium op. Weer het gebruikelijke gebabbel van de president. Daarna zijn wij. Ik wil niets zeggen. Dat heb ik van tevoren ook aangegeven. Ik ben blind geweest door de meisjes van district 10, ik kan nu niet zomaar iets vrolijks zeggen, of dat het me spijt dat ze dood zijn. Ik kan het niet. Als ze niet dood waren, was ik het wel. Ik luister stilletjes naar de verhalen die Terra en Delphi wel durven te zeggen. Daarna loop ik zwijgend weg. Terra en Delphi wisten niets van mijn wil om stil te blijven. Het verbaast me niets dat ze me vragende blikken werpen wanneer onze zenders afgenomen zijn. ‘’Ik kan niet positief zijn over mensen die gepland hadden dat ik blind werd. Als zij niet dood waren, was ik het. Dan kan ik niets zeggen,’’ mompel ik naar ze en ik ren weg. Ik wil maar naar twee personen. Eentje zit thuis. de ander wacht in de trein. Ik ren naar de trein, ook al mag ik dat niet. Onderweg trap ik mijn hakken uit. Eenmaal aangekomen ren ik naar zijn kamer. Hij leek al klaar te staan. Ik ren in zijn armen en huil al het vocht uit mijn lichaam. ‘’Het is oké, het is oké,’’ zegt Johty in mijn oor. Die woorden laten me alleen maar harder huilen. Want nee, het is niet oké.
-----------------------------------------
En, wat vinden jullie? Is het nog leuk? Let me know :)
JE LEEST
Roses Rue Mellark (vervolg Spotgaai, maar net anders)
FanfictionDit is een verhaal van Roses Rue Mellark, de dochter van Katniss en Peeta. De Hongerspelen zijn gewoon door gegaan, sterker nog, ze hebben de opstand verloren. Roses is 14 en word getrokken, samen met Terra en Delphi. Samen gaan ze de arena in, met...