Hoofdstuk 21

15 1 0
                                        

"Heb je al je spullen?" Luke knikt. "Ik loop vooruit en check of er geen leraren zijn." Weer knikt luke. Als ik bij de trap aankom zie ik niemand. Ik wenk luke en hij sluipt achter me aan. Snel loop ik naar boven. Nu we boven aan de trap staan word het moeilijk om naar buiten te sluipen. Dan zie ik het hok van de congerge open staan. Ik weet dat daar een uit gang zit baar het afval en daar zit ook een uitgang die uitkomt op het straatje naast school. Ik kijk de hoek om of er geen leraren in de aula lopen. Weer sein ik luke en loop weer een stukje verder. Luke staat achter me en ik hoor dat zij ademhaling harder is dan normaal. Als ik merk dat op het volgende stukje ook geen leraar te bekennen is loop ik door naar het hok van de congerge. Hij is er gelukkig niet en snel schieten we door naar buiten. In een rap tempo lopen we naar de fietsenstalling. Samen fietsen we weg. "Ik zei toch dat het goed kwam we hebben het gewoon gehaalt." Luke knikt opgelucht. "Nogmaals bedankt dat je me helpt. Ik heb voor de rest niemand." Ik lach. "Maar wie is dat andere meisje dan die vorige week langs ons heen kwam rennen?" Luke denkt even na. "OW dat is zoë." Ik knik waarom weet ik eigenlijk niet maar dat maakt biet uit. "Waarom kwam je naar mij toe en ging je niet naar haar?" Vraagt ik nieuwsgierig. "Ik euh... Euh tja nou het zit zo ik vertrouw jou meer dan haar..." Zegt luke beschaamt. Hij draait zijn hoofd weg als ik merk dat hij rood wordt. "En dat andere meisje?" Weer denkt luke na. "Welk meisje bedoe... Oow je bedoelt Lisa?" "Als dat het meisje is dat jou overduidelijk te gek vind is dat haar ja." Luke lacht. "Ja ze is nog al vol van me jah." "Nou ze lijkt me niet echt aardig." "Hoezo niet? Je kent haar niet eens. Of wacht... Ben je een beetje jaloers?" Ik lach. "Ik jaloers nee hoor waarom zou ik jaloers moeten zijn?" We komen aan op het station. We zetten onze fiets aan de kant en lopen samen naar het winkeltje van ome Andreas toe. "Allow! Liefe menseng! Houw gaat et met joelie?'" Zegt ome Andreas over vrolijk als hij ons ziet. "Het gaat super goed meneer Andreas!" Reageer ik positief. "Jai noemen mai ome Andreas fortaane!!" Zegt hij lachend.

P.o.v. Luke

"Ik vond het weer super leuk vanmiddag!" Zegt Vicky blij als we over het station lopen. "Ja ik ook! Je hebt me goed afgeleid!" Antwoord ik vrolijk. Ik loop met Vicky mee naar haar spoor. Als we boven aan de trap staat gaat ze voor me staan. "Ik vond die knuffel vanmiddag trouwens erg fijn dankje daarvoor." Zeg ik verlegen zoals heel vaak. Ik haat het om verlegen te zijn. "Ik wil je er nog wel een geven hoor." Zegt Vicky en kijkt me uitdagend aan. "Maar dan moet je wel terug knuffelen." "Ik zal het proberen." Zeg ik. Vicky stapt naar je toe en geeft me een knuffel. Ze is ongeveer een halve kop kleiner dan ik en haar arken liggen dan ook om mijn middel. Het geeft me een vertrouwd gevoel. Snel leg ik mijn armen om haar heen. Ik druk haar stevig tegen me aan. Ze is bijzonder voor me. En ik geloof dat ik haar wel een leuke meid vind. We zijn niet voor niets vrienden. Als we allebij loslaten moet ik haar laten gaan want haar trein komt er aan. Ik wacht tot ze beneden is en zwaai nog even naar haar. Als ze weg is slof ik terug naar de bushaltes. Ik kan ook met de trein maar dit duurt langer. Ik wil niet naar huis.

Als ik in de bus zit kijk ik om me heen. Het enige wat in mijn hoofd zit is Vicky. Ze is echt lief schattig leuk knap en ze luisterde naar me! Ook staat ze altijd voor me klaar. Als ik bij de halte vlak bij mijn huis ben stap ik uit. Ik zie dat de gordijnen dicht zitten en er is niet veel licht in huis dat kan maar een ding betekenen... ik stap de voordeur in en ik reuk al gelijk de geur kaarsen die mijn moeder aanzet als ze mannelijk bezoek heeft. Snel loop ik door naar de keuken. Gelukkig zijn de keuken en de kamer gescheiden. Als ik de deur van de keuken open doe zie ik mijn moeder met een vreemde Kerel in de keuken staan. Mijn moeder slaakt een gil en die kerel draait zich met een ruk om. "Op sodemieteren vieze rat je ziet toch dat ik met je moeder bezig ben?! Scheer je hier weg!" Roept hij naar me. Hij heft zijn vuist op. Snel ren ik weg, weg van thuis weg van mijn moeder. Ik zwerf een beetje door de steegjes als ik verder op een schim zie staan. "Het zal Billy wel weer wezen." Denk ik en voel in mij zakken naar een lucifer. Die vind ik niet maar wel een aansteker. Met mijn aansteker paraat loop ik op de schim af. "Vuile vuile rotzak!" Roept de schim en rent op mij af! "Shit!!! Wat doet Joost nou weer hier?!"

Nieuwschierig Naar HemWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu