Chapter 5

1.5K 80 3
                                    

Dounia:

We zitten nu op het pleintje pipa te eten. Ik kijk naar al mijn tassen vol met kleren die ik heb gekocht. Ik mag dan diep vanbinnen niet veranderd zijn, maar ik kan iedereen wijs maken wat ik wil. Mijn haar heb ik al veranderd. Nu de rest nog. Zou Nasser mijn haarkleur hebben opgemerkt? Ach, wat maakt mij dat zelfs uit. Als ik naar Zakaria kijk, zie ik dat hij me de hele tijd stond aan te staren. Maar hij vraagt niks. Niet aan waar ik denk, niks. Het boeit hem gewoon niet. "Ik denk maar dat ik naar school moet, pauze is zeker al voorbij", zegt hij. Hij staat op en kijkt me aan. "Kom je morgen nog naar school?"vraagt hij. Ik kijk hem vreemd aan. "Je hebt juist nog een kwartier pauze", zeg ik enkel. "Ja, ewa, Fouad wou wiskunde taak overschrijven", vertelt hij. Omgg, nee! Die taak was ik helemaal vergeten. Al een geluk dat ik vandaag niet naar school ben gegaan. "Goed, ga maar. En ja, morgen kom ik wel naar school", zeg ik.

Als Zakaria weg is, is het pleintje officieel onbewoond. Alleen ik ben hier. En dat wil ik niet. Het ergste gezelschap dat er is, is jezelf. Mezelf dus als gezelschap hebben is een nachtmerrie, want dan komen herinneringen en gedachten naar boven. Dat wil ik niet. Dat wilt waarschijnlijk niemand. Opeens komt iemand naast me zitten. Het is Nasser. Stond hij de hele tijd te wachten tot Zakaria weg zou gaan? Hmm, ik weet het niet. Nou, wat maakt het uit? Hij heeft me ten minste verdedigd. "Jullie zijn vrienden", zegt hij meer tegen zichzelf dan tegen mij. "Niet zo erg, iedereen heeft wel vrienden."

"Kan ik je ergens mee helpen?"vraag ik als het een tijdje stil is. Nasser haalt zijn schouders op. Dan kijkt hij me aan en verschijnt die grijns weer. "Ik heb nog steeds geen ja gehoord", zegt hij. Ik kijk hem schuin aan. Dan ongeintereseerd voor me. Waar moet ik ja op zeggen? "Wil je nu op date met me of niet?"vraagt hij. Vanuit mijn ooghoeken zie ik dat hij me de hele tijd staat aan te staren. Weet je waarom ik doe wat ik doe? Omdat ik schijt heb aan mensen en hun vooroordelen. Hier op het pleintje zitten met Zakaria, iedereen kan slecht denken, but I don't care!! "Goed één date en dan laat je me voorgoed met rust", zeg ik en sta op. Zonder om te kijken, volg ik mijn weg naar huis.

Thuis zie ik dat de afwas nog niet is gedaan en dus begin ik aan de afwas. Omdat ik een hekel heb aan koken, omdat iedereen te kieskeurig is hier in dit huis, besluit ik om niet te koken. Mijn kamer kan wel opgeruimd worden. Een liedje zet ik snel op en begin alles op te poetsen. Ik zing mee met het liedje. Een heel oud liedje, van Yes-r. Uit elkaar. Bijft goed!! Als het liedje gedaan is, merk ik dat er blijkbaar iemand thuis is gekomen. "Ja, ze is zoo zielig!"hoor ik een meisjesstem. Serieus, wie is dat?? Ik blijf stil en luister. "Gevonden!! Mijn gsm, en jaa je hebt gelijk! Wie blijft er nu treuren om, oké, het zijn je ouders, maar move on!"hoor ik de stem van Wiam. Mijn nichtje, de duivel!! Hoe gemeen is dat wel niet?? Mijn ouders waren alles voor me! Dan hoor ik hun vertrekken. Ik zucht. Het maakt ook niet uit, wat mensen denken maakt echt niet uit. Omdat ik vandaag niet moeten werken, zet ik oortjes in en ga liggen op mijn bed. Ik moet trouwens maar drie dagen werken in de week. Weinig, ik weet het, maar ik moet deze mensen toch met iets terug betalen. Mijn kleren koop ik trouwens van mijn eigen geld. Tenzij mijn tante wel iets moois vind en het voor me koopt. Ik heb een lieve tante. Wiam daarentegen. Ik zal wel zwijgen. Mijn gsm gaat over. "Heb je je taak gemaakt?"vraagt Zakaria. Hij begroet me nooit. Ik ook niet. "Nee, ik heb het wel bekeken, maar snap er niks van", zeg ik terug. "Wel vanavond spelen ze, je kan mijn taak overschrijven en de match mee volgen", stelt Zakaria voor. Ik ben geen voetbalfan, maar ik vind het wel leuk om af en toe mee te kijken. "Is goed, ben onderweg", zeg ik en dan hangen we op.

Als ik mijn jas aandoe, kijkt mijn tante me vreemd aan. "Waar ga je naartoe, lieve schat?"vraagt ze. Ik doe mijn haren in een staart. "Naar Zakaria", antwoord ik. Ik ga er niet over liegen en me verbieden om niet naar hem toe te gaan, kunnen ze echt niet doen. Ik ben niet hun dochter, dus ik sta en doe wat en waar ik wil! "Weet je het wel zeker?"vraagt mijn tante bezorgd. Zo is ze, maar ze moet eens begrijpen dat ik bij Zakaria helemaal goed ben. Veilig, we hebben geen gevoelens niks, waarom dan zoveel druk maken? Ik verlaat het huis en neem de bus naar Zakaria. Daar opent hij de deur nadat ik drie keer heb geklopt. "Kom binnen", zegt hij. Zakaria woont bij zijn ouders en zijn ouders zijn even lief voor me als mijn tante en oom. Hij heeft geen zus ofzo, alleen één broer. Best eenzaam daar. Maar gelukkig hoor ik er toch een beetje bij en zien ze me als een soort dochter. "Zijn ze al bezig?"vraag ik en wijs naar de tv. "Nee, mijn taak ligt trouwens hier al klaar", zegt Zakaria. "Moest je die vandaag niet afgeven?"vraag ik. Hij schudt zijn hoofd. "Blijkbaar is dat tegen morgen", vertelt hij. Terwijl ik overschrijf, merk ik dat de match al begonnen is.

Mijn gsm trilt en ik wil niet kijken. Toch doe ik dat en word ik teleurgesteld. Privé. Ik krijg de laatste tijd telkens weer zo van die irritaties. Telkens word ik weer privé gebeld. Het begon toen.... ik die dag in de bus zat. Toen ik HEM weer zag. En diep vanbinnen weet ik dat ik niet meer kan ontsnappen. Want hij is terug... en deze keer gaat hij nergens heen.

Het GeheimWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu