Chapter 21

1.1K 63 0
                                    

Dounia:

Bij het feest aangekomen, ga ik bij mijn tante zitten. Ik zie dat Wiam haar vriendinnen er ook zijn en Wiam loopt naar hun toe. Verveeld kijk ik rond. Waar is de kleine? Dat is het enige dat me naar hier heeft gebracht. Automatisch moet ik denken aan Nasser. Stel dat we beide en kind krijgen en... wooww, waarom denk ik zo? Omdat ik word gebeld, ga ik even naar buiten en daar neem ik op. Het is onbekend. Als ik op neem, hoor ik niks en daarom hang ik op. Weer Bilals stunt zeker? Maar tot mijn grote verbazing zie ik Nasser zijn auto parkeren. Wat doe hij hier?? Hij parkeert en ziet mij ook.

Nasser loopt naar me toe. "Hallo, schoonheid", zegt hij. Ik weet niet wat ik moet zeggen. Waar ben ik toch mee bezig?? Nasser is een collega van Bilal, ik kan hem niet vertrouwen... maar als ik denk aan zijn moeder. Er is toch nog hoop. "Kan ik je spreken?"vraagt hij. Daar denk ik veel te lang over na. Dat zie ik aan Nassers ogen. "Wat doe je hier?"wil ik weten. Nasser haalt zijn schouders op. "Ik ben uitgenodigt", antwoordt hij.

Nasser:

Ik zie aan Dounia zoals altijd dat er iets niet klopt. Alsof iets haar levenslust weghaalt. Maar wat?? Waarom vertelt ze me niet alles?! Wat verbergt ze voor iedereen en zelfs voor mij??? "Dounia, praat tegen me", zeg ik zacht. Dounia kijkt me aan. "Ik praat toch tegen je", zegt ze. Lachend haal ik een hand door mijn haar. "Maar niet zoals ik zou willen", zeg ik. Dounia zucht geiriteerd. "Sorry, maar ik kan je niet alles geven wat je wilt", zegt ze en dan is ze weg. Teleurgesteld, boos, verlangend naar iets, maar wat maakt het uit. Ze is weg.

Dounia:

Ik wou dat ik hem alles kon zeggen. Alles. Ik ga terug zitten op de stoel naast mijn tante. "Dounia, lieverd, je wilt toch zo graag de kleine vastnemen?"vraagt mijn tante. Ik knik glimlachend, blij dat ik eindelijk Nasser kan vergeten. Dan geeft mijn tante me de pasgeboren baby. Ik kan er niks aandoen, maar ik moet denken aan de keer dat Nasser tegen zijn moeder zei dat ik zijn aanstaande ben. Pff, ik kan alleen maar dromen van een perfecte leven. Iets dat ik hiervoor wel had. Ik kijk naar het kleintje en zie hoe onschuldig deze baby is. Niet alleen onschuldig, maar ook zo zwak en kwetsbaar. Doet me best aan mezelf denken. Aan toen... Ik was net als deze kleine engel. Tot ik mijn ogen opende en de realiteit tot me doordrong. Pff, ik haat deze verrotte wereld en zijn misleidingen.

Omdat ik het veel te warm in de zaal heb en omdat ik me deels verveel, besluit ik maar om naar huis te gaan. Het is genoeg voor vandaag. Buiten zie ik Nasser nog steeds op dezelfde plaats. Hij staart in het niets en ik zie hoe vermoeid hij is. Als Nasser me ziet, loopt hij naar mee toe. Ik wil weglopen, maar hij pakt me stevig vast en zegt: "Nu ga je praten."

Het GeheimWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu