Chapter 10

1.3K 68 0
                                    

Dounia:

Ik had wel kunnen weten dat Nasser laat zou komen op onze afgesproken plaats. Omdat ik hier me verveel, besluit ik om even wat te drinken te bestellen. "Hier ben je", zegt een stem achter me. Ik draai me om en kijk recht in de ogen van Nasser. Maar hij is niet alleen. Mijn ogen kan ik niet afhouden van zijn gezelschap. "Oh, ff voorstellen, dit is Bilal", stelt Nasser hem voor. "Mijn collega en dit is Dounia", zegt Nasser. Bilal komt naast me zitten. Zijn grijns is er niet af te slaan. "Ja, we kennen elkaar", hoor ik de stem van Bilal. Nasser neemt tegenover me plaats. "Oh ja?"vraagt Nasser verbaasd. Ik blijf zwijgend naar Bilal kijken. "Ja, van vroeger, toch Dounia?"vraagt Bilal grijnzend. Ik slik en ik knik. Dan kijk ik weg, naar mijn drinken.

De hele tijd heb ik me ongemakkelijk gevoeld. "Je ziet er wel mooier uit dan vroeger", hoor ik weer de stem van Bilal. Hij heeft het tegen me. Maar ik zeg niks. Ik durf hem niet eens aan te kijken. Hij is terug, ik kan mer niet meer verbergen. "Dankje", zeg ik zacht. Maar ik weet dat die compliment niks voorstelt. Hij is hier terug, voor een reden...

Ik sta op. "Ik ga maar weer eens", zeg ik. Bilal staat ook op. "Wooww, je kan toch niet zomaar vandoor gaan. Je beseft toch wel dat je geen kant meer op kunt", zegt hij zacht tegen me. Nasser heeft ondertussen niks door. "Ik kan de politie bellen..", fluister ik terug. Bilal lacht en drinkt zijn cola. Dan richt hij zich weer tot me. "Ik heb zo mijn mannetjes, je kunt geen kant meer op meissie", sist hij. "Waar hebben jullie het over?"vraagt Nasser opeens. Terwijl ik Bilal blijf aankijken, zeg ik: "Niks, we hebben het over niks." Toch ren ik weg van hun. Ik bel de enige persoon op die ik vertrouw. Ik raak gewoon in paniek. Ik heb het gevoel dat Bilal elke moment achter me aan kan komen. De telefoon gaat over, maar niemand neemt op. Kom op, Zakaria, neem toch op!!! smeek ik in mijn hoofd. Waarom neemt hij niet op?? Ik geef het na een tijd op.

De weekend gaat snel voorbij. Ik kom mijn bed niet één keer uit. Op maandag, sta ik weer op en kleed me om. Ik heb nu echt zin om mijn oude gewoonte weer aan te nemen. Alles in zwart. Toch doe ik dat niet. Op school zie ik niemand. Zakaria komt opeens naar me toe. Ik negeer hem als hij tegen me begint te praten. Ik kan me nog goed herinneren dat hij er niet was toen ik hem nodig had. "Oh kijk, daar is Raisa", zegt Zakaria opeens. Ik kijk hem aan. "Oh, dus nu kijk je wel?"vraagt hij. Zuchtend kijk ik naar de grond. Hoe graag ik het hem ook wil zeggen, het gaat niet. Verscheurd door mijn duister geheim, kijk ik naar de grond. Dit is mijn leven. Het enige dat ik kan doen is dit accepteren. Niet alles is rozengeur en maneschijn. Deze dag verloopt heem traag. Ik weet dat ik hierna naar mijn therapeut moet. In de kantine, komt Raisa op me af. "Ik heb gehoord dat het best klikt tussen jou en mijn broer", zegt ze met haar lieve stem en haar grote indringende ogen. Ik haal mijn schouders op. "Ik zie wel waar het lot me brengt", zeg ik enkel. Vandaag heeft Nasser voorgestelt om met me mee te gaan naar de therapeut. Ik heb daar geen bezwaar, dus nu gaan we samen.

"Dag, schoonheid", zegt Nasser tegen me. Hij staat geleund tegen zijn auto. "Je bent er", zeg ik droog. Nasser knikt enthousiast. "Tijd voor je om naar je afspraak te gaan", hoor ik hem zeggen. Op het moment dat ik wil instappen zie ik Zakaria op zijn fiets. Achter hem zit Raisa. Ze fietsen samen weg. Met open mond blijf ik hun nakijken. "Mondje mag wel dicht", zegt Nasser lachend. Met een emotieloos gezicht, stap ik zijn auto in. Sinds wanneer heeft Zakaria beslist om een nieuwe beste vriendin te nemen?? Of zijn ze meer... Ik weet wel 100% dat Raisa hem leuk vind, maar hoe zit het andersom? "Waar denk je aan, lieveling?"vraagt Nasser. "Kun je ophouden met me zo te noemen? Mijn naam is DOUNIA", zeg ik boos. "Wooww, iemand is hier boos", zegt Nasser. Hij begrijpt dat ik boos ben en de rest van de rit zegt hij niks. Bij de therapeut en wacht daar tot ik moet gaan. Dan loop ik de praktijk binnen. De therapeut kijkt me zwijgend aan en luistert naar wat ik heel de week heb gedaan. Omdat ik niemand kan vertellen over Bilal, hou ik dat gedeelte voor mezelf. Ik weet zelf ook wel dat therapeuten geheimhoudingsplicht hebben, maar niet als er gevaar dreigt. Dus ik neem geen risico's.

Buiten, na mijn afspraak, zie ik Nasser. Hij zit op zijn gsm en heeft niet door dat ik klaar ben. Opeens word hij gebeld. "Ik ben nu bij de therapeut, ik en Dounia komen wel. Bilal, rustig, we komen er zo, moeilijk", zegt Nasser. Voor even lijkt het alsof mijn hart gestopt is met kloppen. Nee, ik wil niet mee. Ik heb geen idee wat me te wachten staat. Daarom neem ik de achterdeur en verlaat ik het praktijk helemaal in mijn eentje. Nasser achterlatend.

Het GeheimWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu