Dounia:
Ik ben gewoon een normale meisje. Normale dingen zouden moeten gebeuren, maar je weet toch die gezegde: verwacht het onverwachte. Zo leef ik. Veel verwacht ik niet, veel moet ik niet hebben, ik kijk gewoon naar het onmogelijk en verzin een manier om me daaruit te helpen. Zoals nu. "Ik heb jullie wel genoeg last bezorgd", zeg ik. Mijn tante begrijpt niet wat er nu aan het gebeuren is. Maar ik ben achttien. Niemand kan me dwingen om bij hun te wonen. "En je school dan, bijna examens en dan je laatste jaar", zegt mijn tante in tranen. Ik leg mijn koffer op de grond en omhels mijn tante. "Ik kom heus wel op bezoek", zeg ik. Maar dat betwijfel ik. Ik denk niet dat ik ooit nog terug kom. In ieder geval niet tot het gevaar er nog is. "En ik heb een andere school gevonden", zeg ik. "Maak je daar maar geen zorgen over", zeg ik. Nog een laatste knuffel voordat ik voorgoed de deur uit ben. Wiam is er niet dus afscheid van haar kan ik niet nemen. Ik wil wel afscheid van Zakaria nemen en van Nasser, maar voor ik het weet gaat Bilal weten dat ik probeer te vluchten.
Ik neem de trein. Omdat ik ver weg ga, neem ik de trein. Ergens ben ik opgelucht. Nog nooit heb ik me zo blij gevoeld. Ik ben weg. Zo simpel is het gewoon. Ergens weet ik dat ik het diepe duistere geheim met me meeneem, waar ik ook naartoe ga, maar voor nu is dit goed. Voelt dit goed aan. Mijn gsm trilt en als ik zie wie het is, aarzel ik. Zal ik opnemen? Het is Zakaria. De jongen waar ik echt mee bevriend ben geweest. Toch kan ik dit niet. Ik pak een schaar uit mijn koffer en haal mijn simkaart eruit. "Sorry, Zakaria",fluister ik en knip mijn simkaart in twee. Er is geen opluchting, want ik ga hem echt missen. De trein is nog steeds niet aan het rijden en geiriteerd probeer ik te kijken waar het aan ligt. Ik kan niks zien en dus staar ik uit het raam.
Wat ik ook doe, wat ik ook voel, het wordt toch nooit meer als toen
Een hand. Geschrokken kijk ik naar de hand van Zakaria die de raam raakt. Hij haalt zijn hand weg en zegt dat ik op mijn plaats moet blijven zitten. Ten minste, het lijkt alsof hij dat zegt. Nog voordat ik het weet is hij weg en even later staat hij ademloos voor me. Hij gaat zitten. "Waar ga je naartoe?"vraagt hij. "Ach, Zakaria, wat doe jij hier?"vraag ik. "Ik ben hier om je terug te brengen", zegt hij. "Dat gaat dus niet gebeuren", zeg ik droog. Ik staar uit het raam. "Dounia, waarom doe je dit?"vraagt hij zacht. "Als ik wist dat je er voor me zou zijn dan had ik het je allang vertelt", zeg ik bot en kijk hem kil aan. Zakaria kijkt weg. "Goed", zegt hij zacht. Op het moment dat hij terug wil uitstappen, begint de trein te bewegen. "Shit!"vloekt Zakaria. Maar hij doet geen enkele moeite meer en blijft gewoon zitten. "Waar ga je dan slapen?"vraagt Zakaria na een tijd. "Ik heb een hotel geboekt", antwoord ik. Ik heb best veel spaargeld door mijn werk. "Vind je het erg als ik met je meega?"vraagt Zakaria. Ik haal mijn schouders op. "Zolang je niemand vertelt waar ik ben", zeg ik.
De rit duurt ongeveer twee uur. Als we er zijn, pak ik mijn koffers en stap uit. Zakaria volgt me. "We nemen de bus naar het hotel", zeg ik. Je hebt echt geen idee hoe hard ik verlangde naar mijn ouders. Zoals Zakaria zijn ouders had, dicht bij hem, altijd, dat wil ik ook! Maar ik weet dat het niet kan. Dat het gewoon onmogelijk is. Opeens zie ik een bekende, niet zomaar een bekende. Zakaria ziet het ook. "Is dat niet..?"vragen we allebei tegelijk.

JE LEEST
Het Geheim
Misterio / SuspensoDit verhaal gaat over Dounia. Ze leeft haar hele leven met een grote angst en een duister geheim. Maar er komen mensen in haar leven die haar het leven makkelijker maken, maar ook oude bekenden duiken op.... Zijn lach klonk nog na in mijn oren. Hij...