Chapter 3

1.8K 76 2
                                    

Dounia:

"Nasser?"vraag ik. Hij kijkt me schuin aan. "Is de lift niet toevallig verboden terrein?"vraagt hij. Ik kijk naar mezelf en naar de lift. "Welk lift?"vraag ik onnozel. Ewaa, hij denkt toch dat ik gestoorde chick ben, kan ik net zo goed ermee doorgaan of niet? "Ik heb Raisa hier proberen in te schrijven", begint Nasser te vertellen alsof alles wat er uit zijn mond komt, leuk is. Ik knik. "Zonder succes", zegt hij en kijkt me ongelovig aan. Ik stap de lift uit. "Jammer", zeg ik droog en dan stap ik heb voorbij. "Ik wou je gisteren nog mee uitvragen", hoor ik opeens Nasser zeggen. Mijn ogen worden groot. Dan draai ik me om. Ik kijk hem spottend aan. "Juist ja, waarom geen gestoorde meid mee uitvragen, moet toch kunnen?"zeg ik. Nasser lacht. "Je doet alsof je gek bent, maar je lijkt me best interessant", zegt Nasser. Boos kijk ik hem aan. "Wel, ik ben meer dan iets om je bezig mee te houden tot je je weer verveeld", zeg ik en dan loop ik naar mijn lokaal. Ik denk dat ik zelfs laat ben.

"Mevrouw kon zeker niet zonder haar grote entree", zegt mijn franse leerkracht. Ik voel dat ik bloos. Als ik de klas rondkijk zie ik dat de vrienden van Zakaria: Fouad en Ilyas naast elkaar zitten. Ik kijk naar Zakaria en de lege plaats naast hem. Ik ga naast hem zitten. "Je hebt woord gehouden", zeg ik glimlachend. "Ewaa, je hebt me nodig", zegt Zakaria. "Zoals altijd", voegt hij eraan toe. "Silence!!"roept de leerkracht Frans die de toetsen uitdeelt. Eenmaal de toets op tafel, doe ik mijn best om iets te verzinnen wat het mogelijke verhaal zou kunnen zijn van dat boekje. Dat franse boekje die ik niet heb gelezen. Zakaria is niet zo subtiel met me te helpen. Hij kucht en doet alsof hij op sterven staat terwijl hij ondertussen zijn blad laat zien. Waauuww, gelukkig heb ik hem nog.

Als we moeten afgeven, is het tijd voor de volgende lesuur. Ik kijk naar Zakaria die naar zijn vrienden toestapt. Ik ken hem echt lang. Veel te lang. Veel vrienden heb ik hier op school niet. Niet eens weinig vrienden, ik heb er gewoon GEEN. Als je even de harteloze Zakaria niet mee telt. "Hoe ging die toets?"vraagt er opeens een klasgenoot. Ik haal mijn schouders op. "Ik zie het nut er niet van in om jou daarover te informeren", zeg ik en loop weg. Man, over koud hart gesproken. Ik bezit het allemaal. Staren en verlangend naar meer staar ik uit het raam. Ik heb altijd al een obsessie gehad voor de natuur. Niet echt om de natuur zelf, maar om de wind. Soms lijkt het alsof de wind me wilt meenemen en het voelt vaak alsof ik zweef. "We gaan bij Gym echt zwaar iets gevaarlijks doen", zegt Zakaria die opeens naast me staat. Soms gebeurt het zo. Roep ik hem niet eens op ofzo, maar verschijnt hij naast me. "Wat dan?"vraag ik niet erg geintereseert. "Dansen", antwoordt Zakaria. Ik kijk hem schuin aan. Maar dan verplaats ik mijn blik. Niks is mijn aandacht echt waard. Zelfs Zakaria niet.

Na schooltijd moet ik gaan werken. Ik werk in zo'n leuke supermarkt. Wat leuker zou zijn als er geen klanten waren. Telkens hoor ik leerlingen van school zeggen: "Hé, dat is die zombie van school." Echt om geërgerd van te worden. Zakaria pakt zijn fiets van de fietsenstalling. "Kom je, zombie?"vraagt hij. Hij weet dat ik het haat als mensen me zo noemen. Als Zakaria begint te rijden, spring ik in één keer achterop zijn fiets. Ik haat het, (zoals vele dingen) maar toch sla ik mijn armen rond hem heen. Ik wil niet sterven, Zakaria daarvoor aanraken schrikt me dus niet af. Bij de supermarkt aangekomen, bergt Zakaria zijn fiets op. "Gelukkig hebben we vast vervoer, stel je voor", zeg ik voor de grap. Maar hij lacht niet. "Ha ha", zegt hij droog. Dat hoor ik echt vaak. Vooral van hem. "Ga je nu werken?"wilt hij weten. Ik haal mijn schouders op. "Normaal binnen een kwartier, maar ik kan hun laten zien dat ik ook vroeg kan zijn", zeg ik. "Tsss, dat ga je echt niet doen, je gaat hier je boek openslaan en verder lezen", zegt Zakaria en ik weet dat hij gelijk heeft. "Je moet ook eens hier werken", stel ik voor. Hij lacht opeens. "Liever niet, Zombie, maar ik wacht wel met je mee tot je gaat werken", zegt hij.

Als het tijd is voor me om te werken, neemt Zakaria afscheid van me. "Wat ga je trouwens doen?"wil ik weten. Zakaria springt op zijn fiets. "Ik ga naar Ilyas, nog ff potje voetbal spelen", roept Zakaria voordat hij echt verdwijnt.

Om half negen reken ik mijn laatste klant af. "Fijne dag nog, mevrouw", zeg ik. Mijn laatste klant! Voor alle duidelijkheid, dat blij zijn gedoe, dat is gespeeld. Volgens mijn baas worden mensen aangetrokken als de werknemers vrolijk en aardig zijn. Bullshit. Ik neem de bus naar huis. Nu kan ik Zakaria moeilijk om een lift vragen. In de bus staar ik uit het raam. Verveeld. Mijn ogen glijden langs de huizen en ik hap naar adem als ik een bekende zie. Nee, niet hij. Zijn blik houdt me stevig vast. Het laat me niet los tot hij uit het zicht is. Langzaam vloeien de tranen over mijn wangen. Nee, dit wil ik niet! Niet nog een keer

Het GeheimWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu