Warrior Cats Gele Ogen (#3)

Hoofdstuk 9

Grasvoet liep achter de rest van de groep aan. Aspoot trippelde naast hem. Ze waren net langs de Rivierclan geweest; helaas wou alleen Zuiverhart mee. Zandklauw en zijn groep waren nu opweg naar de Schaduwclan. "Ik ruik de geur al, we zijn er" miauwde Zuiverhart en ze stopte haar neus in haar vacht. "We gaan naar het kamp, of het nou stinkt of niet" miauwde Keverhart, een Windclan krijger. Er was nog een Windclan krijger mee; Wilgstaart, een langharige crème kleurige poes met een witte borst. De groep was bij het kamp aangekomen. "Zo zo" spotte Veerklauw. "Een paar krijgertjes die denken dat ze een clan kunnen maken." "We willen Donkerster spreken" miauwde Zandklauw. Donkerster kwam al aanlopen. Renwind en Springvoet ook. "Appelvacht" snorde Springvoet. "We nemen de kittens mee" miauwde Appelvacht en ze sprong het kamp in. Springvoet volgde haar. Even later kwamen ze terug met Mintkit, Roodkit en Vlekkit. "Wat is dit?" Vroeg Donkerster. "Het zijn onze kittens" miauwde Appelvacht. Iedereen miauwde geschrokken. Dat kan toch niet? Dacht Grasvoet verbaasd. "We gaan" miauwde Zandklauw. "Waar gaan we heen? En waar is mama?" Piepte Vlekkit. "Ik ben je moeder" miauwde Appelvacht en ze likte Vlekkit op haar hoofd. "Ga weg engerd! Laat mijn zusjr met rust!" Riep Roodkit en hij ging beschermend voor zijn broer en zus staan. "Rustig maar" miauwde Springvoet. "We gaan" miauwde Zandklauw. "Jullie zijn nooit meer welkom dus denk er niet aan om terug te komen" gromde Donkerster. "En nu wegwezen!" Blies hij. Zandklauw's groepje maakte dat ze wegkwamen. "Waar is Maanregen eigenlijk?" Vroeg Appelvacht na een tijdje. Grasvoet herrinerde het zich nog goed. Hij zag nog een keer voor zich hoe Zandklauw Maanregen probeerde over te halen om mee te gaan, maar ze weigerde. "Ze wou niet mee" miauwde Zandklauw. Niemand zei iets.

"We zijn nu buiten de grens" miauwde Renwind na een tijdje. "Hier begint het, hier begint onze reis"