Warrior Cats Gele Ogen (#3)

Hoofdstuk 28

"We moeten Houtbries nog vinden hoor!" Miauwde Grindvacht ongeduldig. Vleugelster staarde nogsteeds met open mond naar Nachtpels. "Grindvacht, ga terug naar het kamp en vorm een nieuwe patrouille waarmee je op zoek gaat naar Houtbries" miauwde Vleugelster. Grindvacht rende meteen terug naar het kamp. "Uilklauw, Silversteen, Vleugelster zei dat ik een patrouille moest maken om Houtbries te zoeken, kom mee!" Grindvacht wachtte niet op Uilklauw en Silversteen maar rende meteen naar de Zandclan grens. Hij kwam bij het open veldje waar hij Eenoog vond. Grindvacht zag Houtbries ergens aan de achterkant van het veldje liggen. De zon scheen op hem. Naast hem stond Grasvoet. "Grasvoet" riep Grindvacht boos. Grasvoet schrok op. Grindvacht stampte boos op zijn broer af. Grasvoet heeft Houtbries vermoord! "Het is niet wat je denkt..." Begon Grasvoet alsof hij Grindvacht's gedachten kon lezen. Grindvacht luisterde niet. "Ik dacht dat ik je kon vertrouwen. Ik wou dat je terug kwam naar de Donderclan. Maar nu... Nu hebt je Houtbries vermoord!" Blies Grindvacht. "Ik-" begon Grasvoet weer maar Grindvacht sprong op de rug van zijn broer. Grindvacht beet in zijn oor. Grasvoet rolde op zijn rug zoday Grindvacht los moets laten. Grindvacht wou op de buik van zijn broer springen maar Grasvoet krabbelde snel overeind. Daarna rende Grasvoet weg. Grindvacht keek zijn broer na. Hij was nog steeds boos maar hij had ook spijt dat hij zijn broer aanviel. Maar hij heeft Houtbries vermoord! Je moet geen spijt hebben! Zei Grindvacht tegen zichzelf. Grindvacht draaide zich om naar Houtbries. Grindvacht liep naar de dode krijger toe. Grindvacht drukte zijn neus tegen de vacht van Houtbries. Houtbries was koud. Grindvacht pakte hem bij zijn nekvel en begon hem naar het kamp te slepen.

"Waar was je nou?" Miauwde Silversteen toen Grindvacht het kamp binnenkwam. Toen zag ze Houtbries. Silversteen opende haar mond om iets te zeggen maar er kwam niks uit. Grindvacht sleepte Houtbries naar het midden van het kamp. Allemaal katten kwamen uit hun holen. De vacht van alle katten scheen silver in het maanlicht. Bladneus drukte zijn neus tegen zijn dode broer. Eikenhart keek naar Houtbries. Eikenhart was de vader van Houtbries, Bladneus en Maanregen. Hun moeder was tijdens de geboorte gestorven. Ijstand kwam jammerend de kraamkamer uit. Haankreet kwam ook de kraamkamer uit. "Ik let wel op de kittens, dan kan Ijstand vanavond om Houtbries rouwen" miauwde ze en ze liep terug. Toen kwam er opeens een kitten uit de kraamkamer. Het was de naamloze kitten van Ijstand. Zijn witte vacht was gewassen en zijn licht grijze strepen leken zilver. De kitten keek met grote ogen naar zijn moeder die in elkaar gezakt zat naast Houtbries. "Is dat... Mijn vader?" Vroeg de kitten angstig. Ijstand keek op. De kitten liep naar zijn moeder. "Is dat mijn vader?" Vroeg hij opnieuw. "Ja" miauwde Ijstand verdrietig. De naamloze kitten keek naar zijn vader. Zijn ijsblauwe ogen leken in de verte te kijken. "Ik noem je Brieskit" miauwde Ijstand. Grindvacht vond het een goede naam. HoutBRIES, BRIESkit dacht Grindvacht. Brieskit had erg vroeg zijn ogen geopend. Hij was een dag geleden pas geboren. Brieskit drukte zich tegen de buikvacht van zijn moeder aan. Ijstand rolde zich om haar kit. Bijna meteen daarna viel ze in slaap. Grindvacht ging naar zijn nest en viel meteen in slaap.