Warrior Cats Gele Ogen (#3)

Hoofdstuk 6

Grindvacht zat weer bij de Schaduwclan grens. Vleugelster had gezegd dat de patrouille bij de grens moest wachten op een schaduw patrouille om de kittens te geven. Grindvacht zat op een platte rots. Het puntje van zijn staart bewoog geïrriteerd. "Gaan ze nooit op patrouille ofzo" miauwde hij. "Wacht nog even" miauwde Uilklauw terwijl hij zijn staart bescherment om Mintkit sloeg. Grasvoet rolde een balletje naar Roodkit en Roodkit sloeg hem terug. Vlekkit sprong speels op Mospels staart. "Niet doen" miauwde ze streng tegen de kitten en ze pakte haar bij zijn nekvel en zette haar voor zich neer. Vlekkit luisterde niet en sprong Grasvoets staart. Mospels zuchtte. "Veerklauw!" Piepte Mintkit. Veerklauw kwam aanlopen met Springvoet en Renpoot. "He, Renkit" miauwde Grindvacht spottend. "Ik heet Renwind" miauwde Renwind. "O, je bent al krijger" miauwde Grasvoet droogjes en hij beschermde Mintkit met zijn staart. "Zomaar kitten stelen!" Blies Veerklauw. "Deze kittens kwamen hier zelf heen, we komen ze terug brengen" miauwde Mospels. Grindvacht kon zien dat ze moeite had om kalm te blijven. "Ja, en egels kunnen vliegen" miauwde Renwind. Mospels stond op het punt om los te barsten dus Grindvacht miauwde snel iets: "willen jullie de kittens nog terug?" Springvoet sprong over de grens op de kittens af. "Papa we hebben namen gekregen!" Piepte Vlekkit. "Ik ben Vlekkit." "Ik heet Roodkit" miauwde Roodkit. "En ik ben Mintkit." "Wat een mooi namen" miauwde Springvoet tegen zijn kittens. "Nooit meer van huis weglopen hè?" Voegde hij er streng aan toe. "Het spijt ons" miauwde Vlekkit. "Mij spijt het niet, dit was spannend!" Miauwde Roodkit. Opeens kwam Appelvacht aanrennen. Ze bleef aburd staan toen ze de kittens en Springvoet zag. "Hoi, ik wou de kittens zien" stamelde ze. "Ja, jij bent ook dol op kittens" snorde Uilklauw. Dat was waar; Appelvacht hield erg veel van kittens. Ze speelde ook graag met ze. "Hebben ze al namen?" Vroeg Appelvacht. "Ja, Mintkit, Vlekkit en Roodkit" miauwde Springvoet en hij wees de kittens een voor een aan. Appelvacht liep naar de kittens en besnuffelde ze. "Wie is die vreemde kat?" Vroeg Vlekkit. Appelvacht snorde en likte het oor van Vlekkit. "Je hebt nog veel te leren" miauwde Appelvacht. Grindvacht dacht dat hij een flits van verdriet zag in Appelvachts ogen. "We gaan" bromde Veerklauw en hij gaf een teken met zijn staart en draaide zich om. Renwind kneep zijn ogen tot spleetjes toen hij nog een keer achterom keek naar de Donderclan katten. Appelvacht hielp Springvoet met het dragen van de kittens over de grens. "Doei" miauwde Appelvacht tegen de kittens en Springvoet en ze sprong naar Uilklauw. "Wij gaan ook" miauwde Mospels. Alle katten liepen achter Mospels aan. Grindvacht keek achterom. Appelvacht staarde naar de plek waar de Schaduwclan katten waren verdwenen. Grindvacht liep op haar af. "Kom" miauwde hij. Appelvacht bleef staan. "Kom, je ziet ze vast nog wel een keer" miauwde Grindvacht. "Je begrijpt het niet" miauwde Appelvacht terwijl ze voor zich uit staarde. Grindvacht draaide zich maar om en liet Appelvacht daar staan. Hij hoorde dat Appelvacht achter hem aankwam. Zwijgend liepen ze naar het kamp.