Warrior Cats Gele Ogen (#3)

Hoofdstuk 2

Grindvacht en Nachtpels waren 2 dagen krijger. Nachtpels en Grindvacht hadden van Mospels de opdracht gekregen om langs de Windclan grens te patrouilleren. Zwijgend liepen ze naar de grens. "Kijk, daar is de grens" miauwde Grindvacht en hij begon te rennen. Nachtpels volgde hem. Grindvacht ging bij een bosje staan om de Donderclan geur te vernieuwen. "Haankreet!" Riep Nachtpels opeens. In de verte liep een schildpadpoes. Ze keek op. "Nachtpoot!" Riep ze en ze rende naar de grens. "Ik ben nu krijger en Grindvacht ook" miauwde Nachtpels. "Ik heet nu Nachtpels." "Gefeliciteerd" miauwde Haankreet. Grindvacht wist dat Haankreet en Nachtpels vrienden waren toen ze leerlingen waren. Maar dat zijn ze toch niet meer? Vroeg Grindvacht zich af. "Hoe gaat het met de Windclan?" Vroeg Nachtpels. "Goed" miauwde Haankreet. Nachtpels knikte. "Met de Donderclan gaat het ook goed" miauwde Nachtpels. "Dat is goed" miauwde Haankreet. "Ik ga maar weer" miauwde ze met een knikje en ze draaide zich om en sprong weg. "Haankreet wacht!" Riep Nachtpels. Maar Haankreet rende door. "Wacht!" Riep Nachtpels en hij sprong de grens over. "Nachtpels kom terug!" Riep Grindvacht geschrokken, maar Nachtpels vloog achter Haankreet aan. Grindvacht kneedde de grond met zijn poten. Wat als een Windclan patrouille hem ziet? Eindelijk bleef Haankreet staan. Voor Grindvacht waren Nachtpels en Haankreet stipjes op een heuvel. Nachtpels bleef staan om met Haankreet te praten. Grindvacht ging zitten. Schiet op! Het leek wel een eeuwigheid voor Grindvacht maar eindelijk liep Nachtpels terug naar Grindvacht. Nachtpels was net onderaan de heuvel toen er 3 Windclan katten bovenop de heuvel verschenen. Nee! Dacht Grindvacht paniekerig. De Windclan katten stormde op Nachtpels af. Grindvacht sprong de grens over en sprintte op Nachtpels af. De Windclan katten bleven bij Nachtpels staan en wachtte tot Grindvacht er was. "Gegroet" miauwde Hooipels. "Wat doen jullie op ons territorium" gromde Snorneus. Een leerling keek bang naar de Donderclan katten "We willen jullie geen kwaad doen" miauwde Grindvacht toen hij op adem kwam. "Wat doen jullie hier dan? Prooi stelen?" Gromde Snorneus. "Het spijt ons zeer" miauwde Grindvacht koeltjes. "Ik denk dat ik jullie naar Snelster moet brengen" miauwde Hooipels. Snorneus opende zijn mond om iets te zeggen maar Hooipels rees zijn staart om hem tegen te houden. Snorneus mompelde iets overstaanbaars. "Melkpoot, ga Snelster waarschuwen" miauwde Hooipels. De witte leerling rendde er vandoor. "Eigenlijk" begon Grindvacht "zijn we hier om Eekhoornvacht te spreken." "Kan Sneeuwpels dat niet doen?" Bromde Snorneus. Grindvacht zei niks. Haankreet kwam aanlopen. Hooipels liep voorop en Haankreet en Snorneus aan achter de Donderclan krijgers. Ik hoop dat dit goed afloopt dacht Grindvacht en hij slikte. Samen gingen de katten opweg naar het Windclan kamp.