Warrior Cats Gele Ogen (#3)

Hoofdstuk 27

"Houtbries is nog steeds niet terug" jammerde Ijstand toen Grindvacht haar een muis ging brengen. "Hij ging weg net na de dageraad patrouille" vervolgde ze. Ijstand had midden in de nacht haar kittens gekregen. Er waren 3 kittens; een witte poes met roodbruine vlekken die Kerskit heette, een kleine bruingestreepte kater die erg op Houtbries leek, zijn naam was Doornkit. Er was nog een kater, een witte met lichtgrijze strepen maar hij had nog geen naam. "Ik ga wel even vragen of iemand hem heeft gezien" miauwde Grindvacht en hij liep het hol uit. "Heb jij Houtbries gezien?" Vroeg Grindvacht aan Eikenhart. Eikenhart schudde zijn hoofd. Grindvacht vroeg het nog aan een paar andere katten, maar ze wisten allemaal niet waar hij was. Grindvacht ging naar Vleugelster's hol. "Ik ben het, Grindvacht" miauwde Grindvacht toen hij voor het hol stond. "Kom binnen" miauwde Vleugelster. Grindvacht liep naar binnen. Grindvacht kon zien dat zijn leider zich net had gewassen. "Houtbries is weg", miauwde Grindvacht, "Al sinds de dageraad patrouille weg ging." "Dan is hij best lang weg. Ga Nachtpels maar halen, dan gaan we naar hem op zoek" miauwde Vleugelster. We? Dus Vleugelster gaat mee... Is dat omdat hij Nachtpels niet vertrouwd? Nachtpels was al best lang het kamp niet uitgeweest. Sinds Haankreet hier kwam keek iedereen hem gemeen aan. Zijn clangenoten negeerde hem meestal als hij wat zei. Mospels liet hem niet op patrouille gaan en Pluispoot werd nu door Silversteen getrained. Grindvacht volgde zijn leider naar buiten. Nachtpels was waar hij meestal was; in de kraamkamer. Toen Grindvacht zijn vriend riep kwam hij langzaam naar buiten. "We gaan op patrouille", Miauwde Grindvacht, "Houtbries is weg dus we gaan hem zoeken." Nachtpels knikte alleen maar. Opeens kon Grindvacht wel een beetje begrijpen waarom Nachtpels naar de Zandclan wou; iedereen keek hem hier gemeen aan en in de Zandclan waarschijnlijk niet , daar zou hij ook niet de eerste zijn die kittens had met iemand uit een andere clan, Appelvacht en Springvoet waren ook in de Zandclan. Vleugelster stond al klaar. Grindvacht en Nachtpels volgde hem het bos in. "Ijstand dacht dat de Zandclan er mee te maken had" miauwde Nachtpels. Vleugelster zei niks en liep door. Zelfs zijn broer negeert hem! "Ik denk dat we daarom beter bij de Zandclan grens kunnen gaan kijken" vervolgde Nachtpels. Vleugelster zei weer niks en Grindvacht durfde niks te zeggen. "Je kunt me niet voor altijd negeren, weet je" ,miauwde Nachtpels boos, "ik ben niet gemaakt van lucht." Vleugelster stopte nu wel. Hij draaide zich met een ruk op. "Je hebt je clan verraden en je hebt geen respect voor je leider, ga nu terug naar het kamp ik bedenk later wel een straf voor je" miauwde Vleugelster boos. Nachtpels draaide zich om. "Ik wou dat ik een andere broer had" miauwde hij boos. Daarna liep hij langzaam weg. "Je hebt geen broer" miauwde Vleugelster verward. "Ik had nooit gedacht dat je zo'n muizenbrein was" miauwde Nachtpels net hard genoeg om te horen. Daarna rende hij weg. Vleugelster sprong achter hem aan, hij keek boos en verward. Grindvacht volgde ze. Nachtpels zat op een lage tak van een boom. "Je bent de einig Donderclankrijger die ik ooit heb ontmoet die zo weinig respect  heeft voor zijn leider" miauwde Vleugelster boos. Zijn nekharen stonden overeind. "Ben ik wel een Donderclankrijger" gromde Nachtpels terug. "Je hebt gelijk, misschien kan je beter de Donderclan verlaten" miauwde Vleugelster. Grindvacht had zijn leider nog nooit zo gezien. Meestal gaf hij gewoon straf maar nu had hij een hele ruzie met een van zijn krijgers. "Dat bedoelde ik niet" miauwde Nachtpels. "Bedoel je dat je bij een andere clan hoorde en nooit een poeziepoes was?" Vroeg Vleugelster. "Ja" miauwde Nachtpels. "Dus je hoort wel bij de Schaduwclan! Zwartoor zei het al toen je eerst bij de clan kwam maar-" Vleugelster werd onderbroken door Nachtpels. "Ik ben geen Schaduwclan kat. Ik hoorde bij de Sterrenclan. Vleugelster, ik ben je broer"