Hoofdstuk 10

343 32 12
                                    

De Zandclan katten waren heel lang opweg. "We zouden toch niet ver van huis gaan?" Klaagde Keverhart. "Ja, het is al bijna nacht" zeurde Zuiverhart. "Mijn poten doen pijn" ,miauwde Vlekkit, "nu mag jij hem dragen." De kittens hadden een tak van het Schaduw territorium meegenomen. "Ik heb hem al gedragen, geef maar aan Mintkit" snauwde Roodkit. "Nee ik heb hem als eerst gedragen Roodkit heeft hem maar een paar pootstappen gedragen!" Miauwdr Mintkit. "Een paar pootstappen? Alsof jij hem verder hebt gedragen! Vlekkit heeft die tak nu al lang genoeg dus het is jou beurt" miauwde Roodkit tegen zijn broer. "Laat die stomme stok" miauwde Springvoet. "Nee, ik draag hem wel" miauwde Mintkit snel en hij pakte de m stok met zijn mond. "Kijk, dit is een goed kamp!" Riep Aspoot. Hij liep een stukje voor de groep. Dat heb je al 3 keer gezegd... Dacht Grasvoet. Aspoot stond in een Zandkuil. Er lag een omgevalle holle boom tegenover de ingang helemaal achter in de kuil. Er was een vossenhol maar Grasvoet rook meteen dat er minstens twee manen geen vos meer was geweest. "Dit is best een goed kamp" miauwde Wilgstaart. "Ja" bekende Renwind. Zandklauw liep op de boomstam af. "Dit word ons kamp en dit is mijn hol" miauwde Zandklauw en hij legde zijn poot op de boomstam. "Dit is de kraamkamer" miauwde Appelvacht en ze rende op het vossenhol af. "Hier is een konijnenhol, we graven het verder en dan is het het krijgershol" miauwde Renwind en hij begon te graven. "En waar moet ik heen?" Vroeg Aspoot. "Bij de krijgers" miauwde Zandklauw en hij sprong op de boomstam. Er zat maar 1 tak aan die stefig genoeg leek om een kat te dragen. Zandklauw ging op de tak staan. "Ik, Zandklauw, leider van de Zandclan vraag mijn krijgersvoorouders om op deze leerling neer te kijken. Hij heeft hard getraind om de krijgscode te begrijpen en is klaar om krijger te worden. Aspoot, vanaf nu sta je bekend als Asstaart" miauwde Zandklauw. Niemand zei iets. Geen gejuich. Geen felicitaties. Niks. Hij is nog maar een leerling... Dacht Grasvoet. Asstaart keek verward. "Ik-" begon hij. Hij stopte. De katten liepen weg en gingen naar hun nieuwe holen. Grasvoet liep naar een platte rots net buiten het kamp en ging daar op zijn zij liggen. Hij was uitgeput. "Vreemd hè? Aspo- ehmm Asstaart is krijger voordat hij 6 manen heeft getraind" zei een stem. Grasvoet keek op. Het was Keverhart. Keverhart kwam naast hem zitten. "Mag Zandklauw eigenlijk wel een kat krijger maken?" Vroeg Grasvoet zich hardop af. Het was stil. "Waarom kwam je mee?" Vroeg Grasvoet aan Keverhart. "Niemand in mijn clan mocht mij echt, ik ben nogal gemeen volgens hun" miauwde Keverhart. Grasvoet begreep het wel een beetje. Keverhart was brutaal en reageerde overal meteen op. "En waarom ging jij mee?" Vroeg Keverhart. Om de Zandclan te verraden als ze iets probeerde te doen bij de Donderclan dacht Grasvoet. "O, ik ben een vriend van Zandklauw" loog Grasvoet. "Aan het werk" bromde een stem. Het was Zandklauw. "Ga mos verzamelen voor een nest" miauwde hij. Grasvoet en Keverhart stonden op en liepen het bos in.

Warrior Cats Gele Ogen (#3)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu