Hoofdstuk 33 Cecille knows / Amortentia

738 50 12
                                    

"

'Dus..' begon ik.

Sneep loopt nu naar zijn kantoor in de kelder en ik loop hem achterna, niet wetend wat ik nu moet doen.

'Gaan we nog het tegengif voor Amortentia maken? Ik bedoel als jij wilt uitrusten kunnen we het ook morgen of vanavond doen.' zeg ik voorzichtig en Sneep stopt met lopen.

'Ik, uhm, Auw!' roept hij en hij grijpt naar zijn linkerarm. Op dat moment voel ik ook een steek in mijn linkerarm en samen zakken we neer op de grond. Beelden flitsen in mijn hoofd voorbij. Beelden van Voldemort. Dan begint de lage, duistere stem van Voldemort te praten.

'Dooddoeners. De reden dat ik jullie roep is omdat ik een spoed vergadering met z'n allen heb gepland. Morgen om zeven uur in de avond. Wie er niet is zal daarvoor boeten. Tot morgen zeven uur in de avond.'

Na de stem heeft gesproken wordt mijn beeld eerst even zwart, maar daarna steeds weer helderder.

'Gulia, Gulia. Professor Sneep! Wat is er aan de hand?!' hoor ik een stem roepen. Ik kan niet herkennen van wie de stem is. Ik probeer mijn beeld scherp te stellen en tot mijn verbazing lukt dat. Het is Cecille, die zich om mij en Sneep bekommert.

'Het gaat wel, Cecille' zeg ik en ze komt meteen naar mij toe. Ik zie Sneep opstaan en probeer dat ook te doen.

'Er is niks aan de hand, mevrouw Swarebloom. Ik denk dat we door een leerling zijn geraakt met een vloek, heb jij gezien wie?!' vraagt Sneep monotoon en Cecille schudt haar hoofd.

'Gulia, ik zie je vanavond om acht uur in mijn kantoor, dan zullen we het maken.' hoor ik Sneep in mijn hoofd zeggen en ik antwoord met een 'Is goed'.

'Wat gaan jullie vanavond doen?' vraagt Cecille ineens en ik en Sneep kijken elkaar geschrokken aan.

'Je kan..' begin ik en voor ik mijn zin af kan maken knikt ze.

'Ik kan het al sinds mijn achtste, ik heb het geleerd van mijn oom Wil' zegt ze een beetje bescheiden maar toch kan ik trots in haar stem horen.

'Swarebloom, Rue, volg mij' zegt Sneep en hij loopt terug in de richting waar we vandaan kwamen. Ik vermoed dat we naar Professor Perkamentus' kantoor lopen.

Even later blijkt mijn vermoeden juist te zijn. 'Wacht hier' zegt Sneep wanneer we de trap op gelopen zijn en hij klopt op de deur. Hij doet de deur open, gaat naar binnen en doet snel de deur achter zich dicht.

'Gulia' zegt Cecille na een tijdje en ik kijk op.

'Wat is er?' antwoord ik.

'Waarom lagen jullie daar zo. Jij en Professor Sneep hadden allebei jullie rechterhand om jullie linkerarm. Wat hebben jullie daar? Jullie lagen te kreunen, echt het zag er heel eng uit. En waar was je? Ik kon je na het ontbijt nergens meer vinden. En je was ook niet bij de lessen.'

'Sorry' antwoord ik en ik kijk naar de grond.

'Daar heb ik niks aan, Gulia'

Ik haal mijn schouders op. Wat verwacht ze nou dat ik zal zeggen. Ik zie dat ze me diep in mijn ogen aankijkt en ik sluit snel mijn gedachten af. Ik zie haar een beetje beschamend wegkijken, belijkbaar was ze inderdaad legitimentie aan het gebruiken..

'Was je weg door Draco?' vraagt ze door en ik schud mijn hoofd. Ik zie haar mond open gaan maar gelukkig voor mij wordt op dat moment de deur opengemaakt door Professor Perkamentus.

'Kom maar binnen' zegt hij en toen we eenmaal binnen waren sloot hij direct de deur.

Er stonden twee stoelen voor ons klaar en daar gingen we op zitten (logisch). Ik zag dat Cecille me met grote ogen aankeek, en ik ontweek ze.

Struggles and Secrets (Harry Potter)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu