!!!LET OP: naam veranderd van I'm you halfsister naar Struggles and Secrets!!!
Guila Rue-Potter is een jaar na Harry Potter geboren. Haar moeder, een zwadderaar genaamd Rosa Ruarg, is bij de bevalling overleden en kort daarna werd haar vader, James...
( Gulia spreek je uit als Djulia voor de mensen die het nog niet wisten)
Deze afbeelding leeft onze inhoudsrichtlijnen niet na. Verwijder de afbeelding of upload een andere om verder te gaan met publiceren.
We waren nu al een tijdje onderweg. We waren aan het omkleden. Ron en Harry waren er nogsteeds niet. Ze hadden waarschijnlijk de trein gemist ofzo, tenminste dat dacht Marcel. Hermelien vond het nogsteeds raar, omdat ze gewoon achter hen aan zouden moeten komen, maar ze heeft hen door alle haast niet gezien. Raar.
'Kijk daar is Zweinstein!' roept Ginny. Ze is de rest van de rit heel stil geweest. Waarschijnlijk zenuwachtig ofzo. Ik kijk door het raampje en zie het hele grote kasteel. 'Wow, wat mooi' zeg ik. 'Waar denk je dat je komt Gulia?' vraagt Hermelien. Ik weet nu dat mijn moeder een zwadderaar was en mijn vader net als Harry een Griffoendor, dus ik heb geen idee. 'Weet ik niet' zeg 'ik heb mijn ouders nooit gekent, ik weet alleen dat ze uit twee verschillende afdelingen kwamen.'
We pakken onze hutkoffers uit het bagagerek en lopen de gang op. Het is nu al heel druk. 'Waar zijn ze toch?' mompelt Hermelien voor de duizendste keer en ik haal voor de duizendste keer mijn schouders op, net als de rest. 'Ze komen vast wel ooit Hermelien, doe maar rustig' zegt Marcel en we stappen de zweinsteinexpress uit.
'Eerstejaars hierheen! Eerstejaars!' roept een grommende maar vrolijke stem. Ik kijk de kant uit waar het geluid vandaan kwam en zie een hele grote man staan. Ik pak Ginny bij haar arm en ze ziet hem ook staan. 'Wie is dat?' vraag ik terwijl we naar hem toe lopen. 'Dat is Hagrid! Mijn broer heeft over hem verteld, hij is een halfreus maar super aardig!' zegt Ginny vrolijk.
'He! Ginny! De eerste meid van de Wemels!' roept Hagrid vrolijk wanneer we bij hem aangekomen zijn. 'Hoi' zegt Ginny verlegen en Hagrid waait vrolijk door mijn haar 'Kom maar, stap maar es in t bootje' zegt hij en we stappen in het bootje.
'Waar gaan we naartoe?' vraag ik aan Ginny, die al duidelijk meer weet dan ik. Ik voel mee een beetje dom. 'Ze gaan we naar Zweinstein, op een andere manier dan de oudere jaars. Daarna moeten wie iets doen om in de afdelingen te komen, een opdracht ofzo.' Ik schrik. 'E.een opdracht?' stamel ik verbaast. Dit had ik niet verwacht. Moesten we nu al gaan toveren? Ik had pas net een toverstaf en nog nooit getovert! 'Ja' zegt Ginny, 'ik weet niet wat, dat wouden mijn broers niet vertellen.' Ik zucht, waarschijnlijk ga ik me nu helemaal voorschut zetten voor de hele school, lekker begin!
'Eerstejaars we zijn er!' roept de lage stem van Hagrid. We stappen van het bootje en lopen Hagrid achterna, wat best lastig is want hij loopt heel snel. 'Kijk!' roept een klein jongetje met bruine haren en blauwe ogen en hij wijst ergens naar de lucht. Ik kijk ook, een vliegende auto! Ik probeer te kijken wie er in zitten maar kan niks zien. 'Door lopen!' roept Hagrid die het jongetje niet gehoord had en iedereen haast zich weer achter Hagrid aan.
Eenmaal aangekomen bij het kasteel lopen we een kamertje binnen. 'Hier motten jullie wachte tot professor Anderling komt' zegt hij en hij loopt weg. Hier zaten we dan, wachtend tot wat komen gaat. 'Zag jij die auto ook?' vraag ik aan Ginny. Ze knikt, 'denk ja dat Ron en Harry erin zitten?' vraagt ze. 'Daar had ik nog niet aan gedacht' zeg ik peinzend tegen haar, 'kan best' Ik maak me zorgen, volgens mij mag dat niet.
'Eerstejaars kom maar mee!' roept een luide, strenge stem. Ik keek op en zie een vrouw met een strak knotje staan. We volgen haar en komen in een andere kamer. Ik kijk Ginny vragend aan en ze kijkt me vragend terug aan. 'Stilte alsjeblieft!' zegt de vrouw en iedereen is meteen stil. 'Ik ben professor Anderling. Zometeen gaan we de grote zaal binnen waar het avondmaal te wachten staat, maar eerst worden jullie verdeeld over de afdelingen. Dat gaat als volgt: jullie wachten tot ik je naam noem en dan kom je naar voren.Je gaat op de kruk zetten en zet de Sorteerhoed op, die zegt in welke afdeling je komt. Allemaal mij volgen graag, we gaan naar binnen!' Ik kijk Ginny opgelucht aan, we hoefen alleenmaar een hoed op te zetten. We volgen professor Anderling en gaan een grote ruimte in waar al veel leerlingen aan het praten zijn. Er staan vier grote tafels in de zaal en aan het eind nog een tafeltje, waar de professoren zitten. Iedereen wordt meteen stil wanneer ze ons zien.
Professor Anderling loopt naar voren met een hoed. Ze tovert met een zwiepje een kruk tevoorschijn en legt de hoed erop. Ze loopt weg en meteen doet de hoed zijn 'mond' open.
'Ik ben de Sorteerhoed van de school,
En weet meer dan je zou vermoeden.
Al puilen de geheimen uit je hoofd,
De Sorteerhoed ziet ze vast,
Dus zet me op, dan zeg ik je,
Wat het beste bij je past.
Vind je hard werken oké,
Huffelpuffers blinken uit door trouw,
En hebben geduld voor twee.
Misschien hoor je bij Griffoendor,
Bekend om zijn dapperheid,
Ja, ridderlijkheid en durf en lef,
Is wat Griffoendor onderscheidt.
Misschien voel je je pas werkelijk thuis,
Als je naam bij Zwadderich prijkt.
Die sluwe lui schuwen echt niets,
Als hun doel maar wordt bereikt.
En bij het wijze Ravenklauw,
Vinden mensen met verstand,
Die geleerd en nieuwsgierig zijn,
Altijd wel een geestverwant.
Dus raak vooral niet in paniek,
Zet me maar gewoon op je kop,
Al ben ik een maar hoed, ik heb van jou,
Vast wel een vrij hoog petje op'
Toen de hoed klaar was steeg er een groot applaus op. Professor Anderling kwam naar voren met een blad en las de namen op volgorde op.
'Afflem Max' zei ze en er kwam een klein jongetje naar voren die als eerste de vliegende auto zag. Hij zag er nerveus uit en ging op het krukje zitten en stak de hoed over zijn hoofd. De hoed was veel te groot voor hem maar dat zag er juist alleenmaar grappig uit. De scheur die als mond diende van de hoed ging open. 'GRIFFOENDOR' schreeuwde hij uit en uit de linkertafel stijgt een groot applaus los. Ik zie Hermelien en Marcel zitten en ik zwaai naar ze. Ze zwaaien terug en ik glimlach nerveus.
Na een tijdje ben ik aan de beurt. Ik loop naar het krukje en zet de hoed op. 'Uhm waar zou ik jou plaatsen?' hoor ik de hoed zeggen. 'Lastig, lastig. Je bent heel slim dus je zou het goed doen bij ravenklauw, maar je hebt ook zwadderich bloed in je en je bent ook heel moedig...' Niet zwadderich denk ik, Hermelien en Marcel hadden het daar al over gehad, er zaten alleenmaar onaardige slijmers in. 'Nee niet zwadderich nou dan denk ik maar..GRIFFOENDOR!' Ik liep naar de linkertafel en ging naast Hermelien zitten. 'Goedzo!' zei ze en ik glimlachte. Uiteindelijk werd Ginny ingedeeld en voor ze de hoed maar kon opzetten riep die al 'GRIFFOENDOR'. Ze kwam naast me zitten en de sorteercerenmonie was afgelopen.
Een oude man die ik herkende als professor Perkamentus stond op. 'Welkom terug voor alle ouderejaars en welkom voor de eerstejaars! Smakelijk eten!' zei hij en meteen verschenen er borden op de tafels met eten. Ik pakte van alles wat en at zoveel als ik opkon!