Struggles and Secrets (Harry Potter)

Hoofdstuk 25 Year 4

We gingen aan tafel zitten. Anderling kon elk moment komen met de sorteerhoed en dan zouden we eindelijk kunnen gaan eten.

'Gulia' zei Draco, die naast mij zat.

'Mmh'

'We missen een jager bij het zwerkbalteam, zou jij misschien mee willen doen bij de selectie voor jagers?' vroeg hij en hij keek me met zijn puppy ogen aan. Hier kon ik toch niet tegeningaan? En trouwens, George had ook al gezegd dat ik dat goed zou kunnen doen...

'Vooruit' zuchtte ik en hij sprong vrolijk op,

'dankje, dankje, dankje' zei hij en hij gaf me een knuffel.

'Als..'

Hij zuchtte hard. 'Ugh ik haat dat woord'   Ik moest grijnzen.

'Als ik in het team kom Hè? ik weet nog niet of ik goed genoeg ben' zei ik.

'Ja, maar daar zorg ik wel voor, ik ben aanvoerder' zei hij en hij wees naar zijn badge.

'Zozo' zei ik terwijl ik met mijn ogen rolden. Soms is hij z'n arrogante opschepper, maar wel lief.

'Stilte' hoorde ik professor Anderling zeggen en ik keek op. De eerstejaars waren naar binnen gestrompeld en de kruk met de hoed stond al klaar. De scheur van de hoed ging open en hij begon te zingen:

'Heel lang gelee, ik was nog jong,

En Zweinstein slechts in aanbouw,

Dachten de stichters van onze school:

Wij blijven elkaar voorgoed trouw.

Verenigd door één ideaal,

En met één doel in 't leven:

Komen tot de beste toverschool,

Om hun kennis door te geven.

"We bouwen en onderwijzen saam!"

Besloten de vier kameraden.

Ze dachten niet dat ook maar iets, 

Hun vriendschap ooit zou schaden.

Want Griffoendor en Zwadderich,

Waren de allerbeste vrinden,

En ook Huffelpluf en Ravenklauw,

Konden het met elkaar goed vinden.

Waarom liep het dan toch verkeerd?

Wat werd hun band fataal?

Ik was erbij en ken daarom,

Heel 't droefgeestige verhaal.

Zwadderich zei: "We nemen slechts 

Leerlingen van zuiver bloed."

Ravenklauw zei: "We nemen hen,

Wier intelligentie ruim voldoet."

Griffoendor zei: "We nemen wie

Dapperheid en moed laat blijken."

Huffelpuf zei: "Ik neem iedereen,

En behandel hen als gelijken."

Die geschillen leidden niet tot twist,

Toen ze voor het eerst ontstonden:

Elke stichter had zijn afdeling,

Voor wie ze 't geschikste vonden.

Zwadderich nam, u raadt het al,