Hoofdstuk 7 The Diary

989 66 7
                                    

Het is nu ongeveer in het midden van het jaar

Deze afbeelding leeft onze inhoudsrichtlijnen niet na. Verwijder de afbeelding of upload een andere om verder te gaan met publiceren.

Het is nu ongeveer in het midden van het jaar. Er zijn allerlei rare moorden aan de gang. Nou ja moorden, er zijn mensen versteend. De laatste waren Haast Onthoofde Henk en Joost Flets-Frimel. Iedereen dacht dat Harry de moordenaar was, maar dat betwijfelde ik. Ze dachten het namelijk alleen omdat hij sisselspraak sprak. Terwijl ik dat ook spreek. Ik maak me er zorgen over. Hoe kan dat? Ik en Harry spreken allebei sisselspraak. Dat betekent dus dat onze vader er iets mee te maken moet hebben.

Ik was nogsteeds beste vrienden met Ginny. Alleen het lijkt de laatste tijd niet echt of ze zichzelf nog is. Ik zag haar laatst met een zwart boekje. Misschien heeft het daar iets mee te maken? Ik weet het niet maar als het iets ergs is zal ik haar helpen!

Ik loop naar de leerlingenkamer. Ik had net al avondgegeten en Ginny was al eerder weggegaan. 'Magis Magie' zeg ik en de dikke dame vliegt open. Ik loop de trap op naar de slaapzalen. Als ik onze slaapzaal zie ik Ginny op haar bed liggen te schrijven. Wanneer ze mij ziet doet ze snel iets dicht en weg. Vreemd. 'Wat doe je?' vraag ik en ze zucht. Ik loop naar haar toe en zie het zwarte boekje. Ginny is helemaal bleek. 'Gaat het?' vraag ik en ik kom bij haar zitten. Ginny haalt haar schouders op en kijkt me met waterige oogjes aan.

Ik pak het zwarte boekje en wil hem openslaan, maar Ginny houdt me tegen. 'Wat is er Ginny?!' vraag ik en ze pakt het boekje terug. Dan begint ze ineens te huilen. Ik knuffel haar en zo zitten we een tijdje tot Flora Gifinic binnenkomt. Ik en Ginny staan snel op. 'Kom' fluister ik tegen Ginny, 'we gaan even ergens anders naartoe, neem dat ding mee' en ik wijs naar het zwarte boekje. Ze pakt het, en tot mijn verbazing ook een veer, op en loopt met me mee.

We lopen naar de toiletten van Jammerende Jenny, daar komt toch niemand. Ik wil de toiletten binnengaan als Ginny me tegenhoud. Ze lijkt zich te bedenken en loopt dan toch door. Ik haal m'n schouders op en ga haar achterna.

'Wil je me vertellen wat er aan de hand is? Ik wil je helpen Gin' zeg ik als we een plekje hebben gevonden. Ze kijkt me aan met een moetdatnou blik en ik knik ja.

Ze zucht en pakt haar veer. Ze slaat het zwarte boekje open (wat helemaal leeg is) en doopt haar veer in de inkt. Ze schrijft:

hey Marten. Sorry dat ik weg was, er kwam iemand binnen.

Ik schrik wanneer de inkt ineens verdwijnt. Dan komt er iets nieuws te staan:

hoi Ginny. Maakt niet uit je bent er weer. Ga maar verder waar je gebleven was.

'Je..je communiceert met dit ding? Wie is het?' Stamel ik na het gelezen te hebben. 'Ene Marten Vilijn. Maar Gulia dat is niet het belangrijkste.' Ze zucht en haalt nog een keer diep adem. 'Dit ding doet iets met me geloof ik. I..Ik ben mezelf niet, en heb gaten in me g.geheugen' huilt ze en even weet ik niet wat ik moet doen. Ze valt tegen me aan en ik probeer haar te troosten.

Na een tijdje komt Jammerende Jenny aanzwellen. Ze krijst ineens en ik voel dat Ginny heel woedend wordt. Ze raapt het boek op en gooit het weg, recht door Jammerende Jenny's hoofd. 'Kom we gaan' zegt ze en ik loop haar achterna terwijl Jammerende Jenny helemaal aan het krijsen is.

Een dag later sta ik laat op, het is nou eenmaal zondag. Ik heb gisteravond alleen maar zitten piekeren over wat er met Ginny aan de hand was en ik heb besloten om naar Professor Perkamentus toegaan. Ik denk namelijk dat dit best belangrijk kan zijn. Ik sta op, kleed me aan en loop naar de Grote Zaal om te gaan ontbijten. Daar zie ik gelukkig ook Professor Perkamentus zitten. Hij kijkt me aan en ik kijk terug met een bezorgde blik. Ik hoop dat hij snapt dat ik hem zometeen wil spreken.

Na het ontbijt loop ik naar de kamer van Professor Perkamentus. De deuren zijn raar genoeg al open dus ik loop de trap op naar boven. Ik klop op de deur en die gaat bijna meteen open door een bezorgde Perkamentus. 'Ik verwachtte je al. Ga zitten' zegt hij en hij loopt naar zijn bureau. Ik ga aan de andere kant van zijn bureau zitten. 'Wat is er aan de hand Gulia? Ik zag je zo kijken...' Ik zucht en begin daarna te vertellen: 'het gaat over Ginny Wemel, Professor. Ze is de laatste tijd heel afwezig en is zichzelf niet. Ik ben er gister achter gekomen waarom. Ze heeft namelijk een zwart boekje waarin ze schrijft, en dan schrijft het boekje terug.' Professor Perkamentus lijkt diep na te denken wanneer ik dit zeg. 'Ze zei dat het ooit van ene Marten Vilijn is geweest, professor.' Zeg ik na een tijdje en hij kijkt me verbaast maar angstig aan. 'Weet je dat heel zeker?' Vraagt hij en ik knik.

Hij staat ineens op en begint te ijsberen door zijn kamer. 'Waar is het nu?' Vraagt hij na een tijdje. 'Ze uhm.. Had het door Jammerende Jenny's hoofd heen gegooid professor' zeg ik een beetje schamend. 'Oke, ik weet genoeg. Bedankt dat je dit kwam vertellen, het is namelijk heel belangrijk. Hou mevrouw Wemel maar een tijdje in de gaten, fijne dag nog verder' zegt hij en ik sta ook op. 'Zal ik doen professor, u ook een fijne dag nog' zeg ik en ik loop naar de deur.

Struggles and Secrets (Harry Potter)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu