Hoofdstuk 32: Rusten.

364 32 2
                                    

<Oualids perspectief: >

Ik pak mijn telefoon en maak een belletje.
Ik had hem mijn verhaal gedaan, ik liet hem alles weten.
'Bro, nog nieuws?' Zegt hij.
'Ewaa niffo, jaa goed nieuws. Ik zal je foto's sturen.' Zeg ik.
De agent komt weer naar binnen en kijkt me lang aan.
'Bel je met de telefoon van de gevangenis!???' Zegt de agent.
Ik schrik. Hij moet niet boos doen.
Ik kan bozer worden, woedender.
'Nee, ben je gek. Heb eigen beltegoed.' Wil ik zeggen maar in plaats daarvan zeg ik:
'Nee, ik bel met mijn eigen telefoon.' Zeg ik lachend.
'Mooi, ik dacht even dat je de bundel over ging.' Zegt de agent boos.
Skere tijden agent, skere tijden.
Ik hang op en de agent gaat weer weg met de stapel brieven.
De brief van Imad zat in mijn broekzak.
Helemaal verkreukeld en stukjes papier..
'Okee, ik doe dit. Als ik terug kom, gaan we een paar brieven drukken. Zie je zo.' Zegt de agent met zo'n 20 brieven in zijn linkerhand en rechter.
Ik knik lachend en waneer de deur dicht slaat pak ik snel de brief van Imad en maak snel van de voorkant en achterkant een foto en nog een keer van de voorkant.
Alleen een scherper beeld.
Ik stuur de foto's naar me bro en hij heeft ze gelijk bekeken.
Ik schuur de brief in de kleinste stukjes die je niet meer als papier kan zien.
Toen ik de helft van de brief scheurde keek ik op het bureau van de agent.
Ik ben echt een domme koe.
Leef ik nou in 1788?????
Er was gewoon een fucking papierversnipperaar op het bureau.
Ik gooi de stukjes weg en ga dan met een stoel bij het bureau aanschuiven.
Er is werk aan de winkel, ook al werk ik hier undercover.
< Rachida's perspectief: >
Wat was ze toch veranderd.
De eerste dagen dat ik Soraya kende of zou gaan kennen, was ze anders.
Zo zacht en breekbaar. Maar de laatste dag in haar huis, was alles veranderd.
Ze was niet breekbaar of zacht, tenminste dat kon je niet aan haar zien.
Ze was nu kokend heet en zette zo haar nagels in je vel. Zo erg was het.
Maar vanavond zal ze rusten.
'Kom je, dan zetten we de spullen klaar voor vanavond.' Zegt mijn hoofdofficier of terwijl mijn eigen baas.
Jammer, dat ik dit moest doen bij een zachtaardige vrouw.
Zo zachtaardig was ze niet meer, niet na vanavond.
'Jaa, laten we er werk van maken.' Zeg ik blij.
Ik was niet blij, ik voelde me schuldig.
Wat het grappige was is..
Dat is dat ik dit zo'n zeventig keer heb meegemaakt en elke keer lijkt het moeilijk.
Moeilijk om mensen de wil in te gaan.
Sorry Soraya, ik hoop dat je het na vanavond snapt..

Word vervolgd.

Soraya & Chakir { DEEL 1 } Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu